Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Startrekenen 1F H9 verhoudingen en breuken les 3
Startrekenen 1F
hoofdstuk 9
Les 3: verhoudingen en decimale getallen
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Startrekenen 1F
hoofdstuk 9
Les 3: verhoudingen en decimale getallen
Slide 1 - Tekstslide
Breuken en decimale getallen
Aan het einde van deze les:
- weet je dat verhoudingen en decimale getallen bij elkaar horen.
- kun je hiermee rekenen met hulp van een verhoudingstabel
Slide 2 - Tekstslide
Introductie
Breuken en decimale getallen zijn eigenlijk hetzelfde, maar je schrijft ze anders op.
De enige manier om dit te leren, is om het uit je hoofd te leren en heel vaak te oefenen.
Samen aantekeningen blad bekijken.
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf als decimaal getal:
7 / 10
Slide 4 - Open vraag
Schrijf als decimaal getal:
4 / 5
Slide 5 - Open vraag
Schrijf als decimaal getal:
1 / 2
Slide 6 - Open vraag
Schrijf als decimaal getal:
1 / 4
Slide 7 - Open vraag
Schrijf als decimaal getal:
32 / 100
Slide 8 - Open vraag
Schrijf als decimaal getal:
89 / 100
Slide 9 - Open vraag
Van decimaal getal (kommagetal) naar breuk
Je kunt een decimaal getal omrekenen naar een breuk.
Je veranderd de
noemer
van de breuk dan naar
10
of naar
100
.
Belangrijk:
hoe spreek je het decimaal getal uit?
Je hoort dan vaak vanzelf of het “tienden” of “honderdsten” zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
In stappen
Stap 1: schrijf het decimaal getal op. Spreek het (in je hoofd) uit. Wat hoor je?
Stap 2: Zorg dat de noemer
10
of
100
is.
Stap 3: vereenvoudig de breuk als dat nodig is.
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld
Schrijf 0,4 als breuk.
Stap 1: 0,4 --> spreek je uit als 4 tienden.
Stap 2: 4 tienden als breuk: 4 / 10
Stap 3: vereenvoudigen --> delen door 2 --> 2 / 5
Slide 13 - Tekstslide
Schrijf als breuk: 0,9
Slide 14 - Open vraag
Schrijf als breuk: 0,6
Slide 15 - Open vraag
Schrijf als breuk: 0,7
Slide 16 - Open vraag
Schrijf als breuk: 0,75
Slide 17 - Open vraag
Extra
Soms heb je ook een getal voor de komma, zoals:
- 2,5 --> 2 en 0,5
- 1,4 --> 1 en 0,4
-13,45 --> 13 en 0,45
Wat moet je dan doen?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Conclusie
Het getal
voor
de komma kun je laten staan.
Je veranderd alleen het getal achter de komma.
2,4: de 2 laat je staan. 0,4 schrijf je als breuk.
Slide 20 - Tekstslide
Schrijf als breuk: 1,6
Slide 21 - Open vraag
Schrijf als breuk: 2,2
Slide 22 - Open vraag
Maken
Opdracht 22, 23 en 24 op blz. 199 en 201
Klaar? Nakijken
Daarna studiemeter:
1F --> domein 2 --> oefeningen --> verhoudingen en breuken
Maak deze oefening -->
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Startrekenen 1F H9 verhoudingen en breuken les 3
September 2022
- Les met
23 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Startrekenen 1F 9.3 Breuken en decimale getallen
September 2023
- Les met
12 slides
Startrekenen 1F H9 verhoudingen en breuken
April 2024
- Les met
44 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
3.3 en 3.4 Breuken en decimale getallen
Oktober 2023
- Les met
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Hoe studeer je G6 en G7
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
3.3 en 3.4 Breuken en decimale getallen
18 dagen geleden
- Les met
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Startrekenen 1F H9 verhoudingen en breuken
Oktober 2024
- Les met
47 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Startrekenen 1F H9 verhoudingen en breuken
3 dagen geleden
- Les met
47 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4