Verwijswoorden en Synoniemen

Verwijswoorden en Synoniemen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verwijswoorden en Synoniemen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je verwijswoorden en synoniemen gebruiken om samenhang in zinnen te creëren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over verwijswoorden en synoniemen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden vervangen een zelfstandig naamwoord en geven samenhang aan een tekst. Ze verwijzen naar personen, zaken, dieren of begrippen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Hij heeft zijn huiswerk gemaakt. 'Hij' is hier het verwijswoord dat naar een persoon verwijst.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn synoniemen?
Synoniemen zijn woorden met een gelijkaardige betekenis. Ze kunnen worden gebruikt om variatie in taalgebruik te brengen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Moe - vermoeid, uitgeput. 'Moe', 'vermoeid' en 'uitgeput' zijn synoniemen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppeling verwijswoorden en synoniemen
Door synoniemen te gebruiken als verwijswoorden, kun je variatie in je teksten brengen en herhaling voorkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1
Vul de juiste verwijswoorden in de zinnen in en gebruik synoniemen om variatie toe te voegen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 2
Schrijf een korte tekst waarin je verwijswoorden en synoniemen op een juiste manier toepast.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.