Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Transplantatie & Bloedgroepen
Bs. 4 Transplantatie
& Bloedgroepen
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nask / Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5,6
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bs. 4 Transplantatie
& Bloedgroepen
Slide 1 - Tekstslide
Orgaan-
transplantatie
Slide 2 - Tekstslide
Orgaantransplantatie
Verplaatsen van een orgaan van de ene mens naar de andere.
Je hebt je organen nodig om te leven!
Donor: meestal iemand die net is doodgegaan
Ontvanger: iemand die ziek is en een orgaan nodig heeft
Slide 3 - Tekstslide
Welke organen kun je doneren
bij leven?
Slide 4 - Woordweb
Waarop moet je letten bij orgaantransplantatie?
A
Dat de antigenen van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk op elkaar lijken
B
Dat de antistoffen van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk op elkaar lijken
C
Dat de antigenen van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk van elkaar verschillen
D
Dat de antistoffen van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk van elkaar verschillen
Slide 5 - Quizvraag
Afstotingsreactie
Afweersysteem van ontvanger valt cellen getransplanteerd orgaan aan
Met T-lymfocyten
Met B-lymfocyten
ACUTE AFSTOTING
Slide 6 - Tekstslide
Van wie kun je het best een orgaan ontvangen? Zet ze op de goede volgorde.
1=beste kans op geslaagde transplantatie
1-eiige
2-lingzus
Oma
Moeder
Nicht
Vriendin
Zus
Slide 7 - Sleepvraag
Wat doen de Tc-lymfocyten met de cellen van het vreemde orgaan?
A
Ze maken de cellen dood
B
Ze vreten de cellen op
C
Ze produceren antistoffen die de cellen aanvallen
Slide 8 - Quizvraag
Wat doen de B-lymfocyten met de cellen van het vreemde orgaan?
A
Ze maken de cellen dood
B
Ze vreten de cellen op
C
Ze produceren antistoffen die de cellen aanvallen
Slide 9 - Quizvraag
H
uman
L
eukocyte
A
ntigen
HLA
(Major Histocompatability Complex)
Set antigenen die een probleem vormen bij transplantatie
Op alle cellen behalve rode bloedcellen
Genen voor deze antigenen allemaal op chromosoom 6
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de kans dat een gewone broer of zus dezelfde HLA typering heeft als jij?
A
1
B
1/2
C
1/4
D
0
Slide 13 - Quizvraag
Donorregistratie
https://www.donorregister.nl/
Inloggen met DigID
NIET KIEZEN = JA IK WIL DONOR WORDEN
Slide 14 - Tekstslide
Welke keuze zou je nu maken?
Anoniem
Ja
Nee
Partner/Familiebeslist
Specifieke persoon beslist
Slide 15 - Poll
Doen
Opdracht 26 en 27 (Klaar? 28 t/m 32)
Slide 16 - Tekstslide
Bloedgroepen
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Welke bloedgroep heb jij?
O
A
B
AB
Ik weet het niet
Slide 21 - Poll
Resusfactor
Slide 22 - Tekstslide
https:
Slide 23 - Link
RHESUSFACTOR
5e bloedgroep
85% heeft op de rodebloedcellen de resusfactor (Rh+)
=
resuspositief
Slide 24 - Tekstslide
Klontering
hersen- en nierbeschadiging tot gevolg
=
resuskind
om te voorkomen kan er antiresus worden toegediend,
dan hoeft de moeder het niet te maken
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Iemand heeft bloedgroep B.
Van welke donor kan deze persoon bloed ontvangen?
A
Van iemand met bloedgroep B
B
Van iemand met bloedgroep B of bloedgroep O
C
Van iemand met bloedgroep B of bloedgroep AB
D
Van iemand met bloedgroep B, AB of O
Slide 27 - Quizvraag
Iemand heeft bloedgroep A en wil zijn bloed aanbieden aan iemand met bloedgroep B. Dit kan niet omdat?
A
Bloedgroep B bevat anti-A.
B
Bloedgroep B bevat anti-B.
C
Bloedgroep B bevat antigeen-A.
D
Bloedgroep B bevat antigeen-B.
Slide 28 - Quizvraag
Welke bloedgroep kan van iedereen bloed ontvangen?
A
A
B
B
C
AB
D
O
Slide 29 - Quizvraag
Aan welke bloedgroep kan O bloed geven?
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen
Slide 30 - Quizvraag
Bloedgroep O is een geweldige bloeddonor, hij kan aan iedereen doneren omdat:
A
hij geen antistoffen heeft
B
hij geen antigenen heeft
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Welk genotype hoort bij welke bloedgroep?
Bloedgroep
A
Bloedgroep
B
Bloedgroep
AB
Bloedgroep
O
Slide 33 - Sleepvraag
Voorbeeld
: Man met bloedgroep A (IAIA of
IAi
)
Vrouw met bloedgroep 0 (ii)
Kind: bloedgroep 0 (ii) of A (IAi)
Slide 34 - Tekstslide
Een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep AB krijgen een kind. Welke bloedgroepen zou dit kind kunnen hebben?
timer
2:00
A
bloedgroep A
B
bloedgroep AB
C
bloedgroep A of AB
D
bloedgroep A, AB of B
Slide 35 - Quizvraag
Geef de genotypes van persoon
1, 2 en 3
timer
2:00
Slide 36 - Tekstslide
Welke bloedgroep heeft persoon 11 in ieder geval niet?
A
A
B
B
C
o
D
AB
Slide 37 - Quizvraag
Welke bloedgroep heeft persoon 11 in ieder geval niet?
timer
1:00
Slide 38 - Tekstslide
Geef de genotypes van persoon
1, 2 en 3.
Slide 39 - Open vraag
Doen
Opdracht 35 t/m38
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Meer lessen zoals deze
16.5 Lichaamsvreemde eiwitten wel/ niet accepteren
Maart 2024
- Les met
19 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
21.5 Lichaamsvreemde eiwitten wel/ niet accepteren 6V 2122
Juni 2022
- Les met
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Bloedtransfusie en orgaandonatie
Januari 2024
- Les met
28 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Transplantatie en bloedtransfusie
Februari 2023
- Les met
20 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
6.4 Transplantatie en bloedtransfusie
April 2024
- Les met
22 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
B4 Transplantatie en bloedtransfusie
Maart 2020
- Les met
42 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
bs 4
Februari 2021
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
6.4 Transplantatie en bloedtransfusie
Maart 2023
- Les met
21 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5