2hva 9-1-2025 - GR H2 ZD - naamwoordelijk gezegde (2e deel)

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (dicht)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (dicht)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen

  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg  GR H2 (blz. 58): naamwoordelijk gezegde 
  • Huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide





Je kunt
  • het (werkwoordelijk en naamwoordelijk deel van het) naamwoordelijk gezegde in een zin vinden. 
Doel

Slide 3 - Tekstslide

Bij een naamwoordelijk gezegde...
A
...is het onderwerp iets.
B
...doet het onderwerp iets.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het naamwoordelijk gezegde?
A
Een koppelwerkwoord en eventuele andere werkwoorden
B
Een koppelwerkwoord, eventuele andere werkwoorden en een zelfstandig naamwoord
C
Een koppelwerkwoord, eventuele andere werkwoorden + een zinsdeel dat iets zegt over het onderwerp
D
Een koppelwerkwoord, eventuele andere werkwoorden en het onderwerp

Slide 5 - Quizvraag

Een naamwoordelijk gezegde heeft:
A
minstens twee werkwoorden
B
sowieso één koppelwerkwoord
C
tenminste één zelfstandig werkwoord
D
meestal geen werkwoorden

Slide 6 - Quizvraag

In een naamwoordelijk gezegde......
A
... zit soms een lijdend voorwerp.
B
... nooit een lijdend voorwerp.
C
... altijd een lijdend voorwerp.
D
... geen idee!

Slide 7 - Quizvraag

In een naamwoordelijk gezegde...
A
doet iemand iets
B
wil iemand iets
C
is iemand iets
D
staan alleen maar werkwoorden

Slide 8 - Quizvraag

Uitleg H2 GR ZD (blz. 58): 
Naamwoordelijk gezegde
De hond staat op zijn achterpoten.
  • de hond doet iets

De hond is blij.
  • de hond is iets

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde => zegt wat iemand of iets (het onderwerp) doet. 
Naamwoordelijk gezegde => zegt wat iemand of iets (het onderwerp) is of wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde (ng) bestaat uit:
- werkwoordelijk deel
- naamwoordelijk deel







Het kww koppelt de eigenschap aan het onderwerp.
Werkwoordelijk deel
Naamwoordelijk deel
- alle werkwoorden uit de zin.
- daarvan is één werkwoord  = koppelwerkwoord (kww) 
(zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen).
- bijvoeglijk / zelfstandig naamwoord met een eigenschap van het onderwerp.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vind je het ng 
  1. Stel vast of er een kww in de zin staat.
  2. Stel vast of het onderwerp iets doet, is of wordt.
  3. Het onderwerp doet iets => wg
     Het onderwerp is of wordt iets => ng
     Stel de vraag: wat + pv + ow + overige ww? Antwoord =         naamwoordelijk deel (van het ng)
 4. Noteer het ng: pv + [nw.deel] + overige ww.


Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde

Ik zou het liefst naar huis willen fietsen.
wwg = zou willen fietsen 
Naamwoordelijk gezegde

De juf schijnt leuk te zijn.
koppelwerkwoord = schijnt
werkwoordelijk deel = schijnt te zijn
naamwoordelijk deel = leuk
naamwoordelijk gezegde = schijnt [leuk] te zijn

Slide 13 - Tekstslide

Let op!
In zinnen met een ng staat nooit een lijdend voorwerp (lv).

Slide 14 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
GR H2 (v.a. blz. 58): opdrachten 1 t/m 3


Slide 15 - Tekstslide

Wat:
GR ZD H2, v.a. blz. 58: maak opdrachten 4 en 5.


Hoe:
Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw. (Niet met de klasgenoten voor of achter je!)

Klaar?
Maak online de opdrachten 6 t/m 8







Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide





Je kunt
het (werkwoordelijk en naamwoordelijk deel van het) naamwoordelijk gezegde in een zin vinden. 
Doel

Slide 17 - Tekstslide

Volgende les

Maken:

GR ZD H2 (v.a. blz. 58): opdrachten 4 en 5

Slide 18 - Tekstslide

Lezen
  • veel plezier met het lezen in je leesboek 
timer
22:00

Slide 19 - Tekstslide