Thema 2, les 3: Bereiden van de maaltijd

Thema 2, les 3: Bereiden van de maaltijd
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Helpende zorg en welzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2, les 3: Bereiden van de maaltijd

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een eetgewoonte?
A
Wat je gewend bent te eten, hoe je eet en wanneer je dat doet
B
Alles wat je eet of drinkt
C
Bruikbare bestandsdelen van voedingsmiddelen
D
Alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel, die de spieren in je darmen activeren

Slide 3 - Quizvraag

...............is een belangrijk eetmoment, misschien wel het belangrijkste.
A
Het ontbijt
B
De lunch
C
Het avondeten

Slide 4 - Quizvraag

Leervragen
  1. Welke eetstoornissen zijn er en hoe ontwikkelen deze zicht
  2. Waar moet je op letten als mensen een speciaal dieet volgen
  3. Welke voedingspatronen zijn er 
  4. Wat gebeurd er met je koolhydraten en bloedsuikerspiegel 
  5. Wat is diabetes 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe een eetstoornis ontstaat is niet altijd duidelijk. Daarbij spelen meerdere factoren een rol. Een eetstoornis is een psychische aandoening. Het is niet zomaar een kwestie van willen afvallen of aankomen en daarom een dieet volgen......................

Slide 6 - Tekstslide

Eetstoornissen

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 32
Bij het gezin Voogd zie ik hoe belangrijk een regelmatig eetpatroon is. De kinderen ontbeten al een poos niet normaal voor het naar school gaan. Moeder lag dan nog in bed. Vanaf de eerste dag dat ik in het gezin kwam, zorgde ik voor een gezond ontbijt. Ik stond erop dat ze dat helemaal opaten. Ook maakte ik voor allebei een lunchpakket klaar. Het grootste succes was dat de zoon na verloop van tijd een compliment van zijn meester kreeg: hij was rustiger en lette veel beter op. De dochter viel na wat aanloopproblemen toch maar mooi een paar kilo af. De moeder bleef een probleem. Ik kreeg geen vat op haar. Ze zat het grootste gedeelte van de dag achter haar laptop of voor de tv. Daar krijg je natuurlijk ook niet veel trek van. Ze at haast niks, tenminste niet als ik in de buurt was. Ze was niet echt mager, maar je zag dat ze niet gezond was en niet lekker in haar vel zat. Ze liet zich door mij helaas niks zeggen. Dat heb ik toen met de leidinggevende besproken.



Bedenk vier manieren om een cliënt in een soortgelijke situatie te verleiden om meer en gezond te gaan eten.

Slide 10 - Tekstslide

Energiebeperkend dieet 
  • Overgewicht
  •  Minder calorieën
  • Minder suiker en vet
  • Weinig of geen alcohol
  • Genoeg vezels
  • Afvalstoffen afvoeren door water drinken

Slide 11 - Tekstslide

Energieverrijkend dieet 
  • Mensen die erg mager of zwak zijn
  • Na een grote operatie 
  • Bij een ziekte
  • Eiwitten -> bouwstof
  • Wat mensen lekker vinden

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer je af en toe vlees eet maar niet altijd dan ben je:
A
Flexitarisch
B
Vegetarisch
C
Veganistisch

Slide 13 - Quizvraag

Bij dit voedingspatroon eet je vooral groenten, graanproducten en fruit. je eet af een toe vlees.
A
flexitarisch
B
vegetarisch
C
veganistisch

Slide 14 - Quizvraag

Bij dit voedingspatroon eet je helemaal geen vlees en vis, maar ook geen dierlijke producten
A
flexitarisch
B
vegetatisch
C
veganistisch

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Schommelingen in de bloedsuikerspiegel voorkom je door:

  • een evenwichtig eetpatroon met zes à zeven eetmomenten verdeeld over de dag
  • koek, gebak, chocolade en snoep te laten staan: de ‘snelle’ koolhydraten uit deze producten leveren snel energie, maar die is ook zo weer opgebruikt en dan moet je de voorraad weer aanvullen
  • vooral ‘langzame’ koolhydraten te eten uit volkorenproducten: de verbranding hiervan gaat langzamer, waardoor je langer energie houdt.
  • de verhouding tussen voedsel en activiteit goed in te schatten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

MAKEN
29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42,

Doe: 43,  

Slide 21 - Tekstslide

Leervragen
  1. Welke eetstoornissen zijn er en hoe ontwikkelen deze zicht
  2. Waar moet je op letten als mensen een speciaal dieet volgen
  3. Welke voedingspatronen zijn er 
  4. Wat gebeurd er met je koolhydraten en bloedsuikerspiegel 
  5. Wat is diabetes 

Slide 22 - Tekstslide