2HV Hoofdstuk 10 ruimtemeetkunde

2HV Hoofdstuk 10 ruimtemeetkunde
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2HV Hoofdstuk 10 ruimtemeetkunde

Slide 1 - Tekstslide

tips
- Pak pen en papier erbij om dingen uit te rekenen
- Rekenmachine erbij!
- Schrijf alleen antwoorden zonder eenheid op

Slide 2 - Tekstslide

0,34 m3 = ...... mm3

Slide 3 - Open vraag

2600 cm3 = ..... liter

Slide 4 - Open vraag

98 000 cL = ....... m3

Slide 5 - Open vraag

760 cm3 = .... dl

Slide 6 - Open vraag

Bereken de inhoud
van de balk.
(Inhoud balk = lengte x breedte x hoogte)

Slide 7 - Open vraag

Bereken de inhoud
van de balk

Slide 8 - Open vraag

Hoogte = 10 cm
Straal = 3 cm
Bereken de inhoud van deze cilinder.
Rond af op 2 decimalen. Upload de foto.

Slide 9 - Open vraag

Bereken de inhoud van de cilinder:
inhoud cilinder = opp. grondvlak x hoogte

Slide 10 - Open vraag

Bereken de inhoud van de thermofles in cm3.

Rond af op helen.

Slide 11 - Open vraag

Dit ruimtefiguur is de helft van een cilinder.Bereken de inhoud. Rond af op hele

Slide 12 - Open vraag


inhoud prisma = 
opp. grondvlak x hoogte

Wat is de inhoud van de prisma?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de inhoud van de prisma.

Slide 14 - Open vraag

Veel huizen hebben een zolder in de vorm van een prisma.
Bereken van deze zolder eerst de hoogte.
Bereken daarna de inhoud van de zolder.
Maak een foto van je berekening.

Slide 15 - Open vraag

Bereken de inhoud
van het groene prisma.

Slide 16 - Open vraag

Bereken de inhoud van dit samengestelde
figuur in cm2. Rond af op 1 decimaal

Slide 17 - Open vraag

Het vorige figuur had een inhoud van 270,9 cm3. Nu wordt het figuur vergroot met factor 3. Wat wordt nu de inhoud? Rond af op 1 decimaal.

Slide 18 - Open vraag


Hiernaast staat een samengestelde figuur.
Alle maten zijn in dm. De figuur is 10 dm hoog.
Bereken hoeveel liter de inhoud is van de figuur.
Rond je antwoord af op hele liters.

Slide 19 - Open vraag


167 is de inhoud van dit figuur. Nu wordt er een vergroting gemaakt. De lengte en breedte van het figuur is nu 12 cm. Bereken de inhoud van de vergroting. Rond af op 1 decimaal

Slide 20 - Open vraag