GLC filosofie

GLC  filosofie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

GLC  filosofie

Slide 1 - Tekstslide

Planning: toets op:
2 juni
9 juni (voorkeur)
(16 juni)


Slide 2 - Tekstslide

Welke datum heeft je voorkeur
A
2 juni
B
9 juni
C
16 juni

Slide 3 - Quizvraag

De Ionische natuurfilosofen worden gezien als materialisten. Licht dit toe aan de hand van hun filosofie.

Slide 4 - Open vraag

Leg uit welke ideeën over de werkelijkheid/muziekleer de Pythagoreeërs koppelden aan deze figuur.

Slide 5 - Woordweb

'Op hen die in dezelfde rivieren stappen, stromen steeds andere wateren' & 'Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen'

Slide 6 - Open vraag

... is als goud: je kunt het tegen alles ruilen.

Slide 7 - Open vraag

Licht toe dat Parmenides is een rationalist is. Ga in op zijn ideeën over 'de twee wegen'.

Slide 8 - Open vraag

Licht toe waarom hier sprake is van reductio ad absurdum.

Slide 9 - Open vraag

Licht toe dat er ook bij Xenophanes' godsbeeld sprake is van een reductio ad absurdum.

Slide 10 - Open vraag

Waarom worden Empedokles, Anaxagoras en Demokritus óók natuurfilosofen genoemd?

Slide 11 - Open vraag

Maak met twee tekeningen de kosmologie van Empedokles duidelijk.

Slide 12 - Open vraag

Anaxagoras veronderstelt veel meer dan 4 elementen. Leg uit waarom dit problematisch is.

Slide 13 - Open vraag

Wat houdt het relativisme in bij de sofisten?

Slide 14 - Open vraag

Licht toe wat deze afbeelding met de ideeënleer te maken heeft.

Slide 15 - Open vraag

Syllogisme
Alle kikkers zijn amfibieën.
Alle amfibieën kunnen onder water leven
Alle kikkers kunnen onder water leven



Slide 16 - Tekstslide

Is het syllogisme geldig?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de middenterm/meson?

Slide 18 - Sleepvraag

Syllogisme
Alle katten zijn roofdieren
Alle katten hebben klauwen
Alle roofdieren hebben klauwen


Slide 19 - Tekstslide

Is het syllogisme geldig?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Waarschuwing!

Slide 21 - Tekstslide

Syllogisme
De meeste tasjesdieven zijn Marokkaan.
Keessie is een Marokkaan.
Keessie is een tasjesdief

Slide 22 - Tekstslide

Is het syllogisme waar?
A
ja
B
nee
C
kan ik niet zeggen

Slide 23 - Quizvraag

Is het syllogisme geldig?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag