A: Dit syllogisme is niet geldig, want meneer Langhout is wel cool, maar niet alle filosofiedocenten zijn cool.
B: Dit syllogisme is geldig, want als alle filosofiedocenten cool zijn en meneer Langhout cool is moet hij wel een filosofiedocent zijn.
C: Dit syllogisme is niet geldig. Niet alleen filosofiedocenten zijn cool. Meneer Langhout kan ook een coole loodgieter zijn.