4.4 Remmen en botsen

4.4 Remmen en botsen
Pak vast je boek, schrift + pen


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Remmen en botsen
Pak vast je boek, schrift + pen


Slide 1 - Tekstslide

Planning
Introductie opdrachtjes

Maken opdrachten 4.4

Oefenvraag op toetsniveau

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen 2e wet van newton 

Leerdoelen paragraaf 4

Slide 3 - Tekstslide

Introductie oefening
Introductie oefening (2e wet van Newton)

Een motor heeft een massa van 200kg

Als de motor wegrijdt werkt hierop een resultante van 1,2kN

Bereken de versnelling van de motor

Slide 4 - Tekstslide

Introductie oefening
Gegevens
m = 200kg
F = 1,2 kN = 1200N

Gevraagd
a=?


Slide 5 - Tekstslide

Introductie oefening
Formule
a = F/m

Berekening + antwoord
a= 1200/200 = 6 m/s^2

Slide 6 - Tekstslide

Introductie oefening
Oefening 2

Auto's moeten ook kunnen remmen

Een auto met een massa van 1000kg remt als hij aankomt bij een stoplicht
Hierbij vertraagt de auto met 5,2m/s^2

Bereken de remkracht van de auto

Slide 7 - Tekstslide

Introductie oefening
Gegevens
m = 1000kg
a = -5,2m/s^2

Gevraagd
F = ?

Formule
Hier kunnen we weer F = m·a toepassen

Slide 8 - Tekstslide

Introductie oefening
Berekening + antwoord
F = 1000·-5,2 = -5200N


Slide 9 - Tekstslide

Introductie oefening
Bas zit op de fiets

Hij is laat voor school en fietst dus sneller dan normaal

Leg uit wat er gebeurd met de luchtwrijving als je sneller gaat fietsen

Slide 10 - Tekstslide

Introductie oefening
Bas fietst normaal met 12 km/h

Nu Bas laat is fietst hij met 15 km/h

De afstand tussen het huis van Bas en zijn school is 6km

Bereken hoeveel minuten Bas eerder op school is dan normaal


Slide 11 - Tekstslide

Introductie oefening
Gegevens

s=6km
v=10km/h en v=15km/h

Gevraagd
Hoeveel minuten is Bas eerder op school dan normaal?



Slide 12 - Tekstslide

Introductie oefening
Formule  s = v·t
Je wil t weten dus t = s/v

Berekening 
t=6000/3,3333.. = 1800s = 30 minuten
t=6000/4,1666.. =1440s = 24 minuten

Slide 13 - Tekstslide

Introductie oefening
Antwoord

Het verschil in tijd is 30-24 = 6 minuten

Bas zal dus 6 minuten eerder op school zijn

Slide 14 - Tekstslide

Maken opgaven 4.4
Straks gaan jullie aan de slag met de opdrachten van paragraaf 4.4

Als je de stof van het hoofdstuk al goed begrijpt, kan je zelfstandig aan de slag

Vind je het nog lastig? Dan doe je klassikaal mee met het maken en oefenen van een paar opdrachten

Slide 15 - Tekstslide

Maken opgaven 4.4
Maak de volgende opgaven van 4.4

1 tot en met 9

Slide 16 - Tekstslide

Oefenvraag op toetsniveau
Een auto versnelt eenparig naar 54km/h vanuit stilstand

De auto doet hier 4,2 seconden over

Toon met een berekening aan dat de versnelling van de auto 3,6m/s^2 is




Slide 17 - Tekstslide

Oefenvraag op toetsniveau
Als de massa van de auto 1500kg is

Wat is dan de resulterende kracht van de auto als deze versnelt?

Slide 18 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 19 - Tekstslide