WEEK 7 B Voeding en diëten / Hulp bieden bij opname van vocht en voeding

Hulp bieden bij eten en drinken in de ouderenzorg
Voeding en diëten  
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hulp bieden bij eten en drinken in de ouderenzorg
Voeding en diëten  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ervaringen hebben/kennen jullie uit de praktijk?  
Bij welke aandoeningen/ziektebeelden zien jullie vaak dat er hulpmiddelen worden ingezet?
Bij welke cliënten help jij mee?
Waar let je op bij hulp bieden bij eten ?
Gemalen of fijn gemaakt, vloeibaar etc?
Diëten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke aandoeningen/ziektebeelden zien jullie vaak dat er hulpmiddelen worden ingezet?
En welke hulpmiddelen worden ingezet?

Slide 3 - Open vraag

Voedselallergie  afweerapparaat maakt specifieke afweerstoffen tegen eiwitten die in de voeding voorkomen. Melk, noten, garnalen
Voedselintolerantie  bv een voedingsstof wordt niet goed afgebroken. Hyperactief/onhandelbaar
De klachten die kunnen optreden lopen uit een van spugen, buikpijn, krampen, diaree, jeuk op de huid, uitslag op de huid, eczeem, galbulten, verstopte neus, astma tot gedragsklachten

Hulpmiddelen bij eten en drinken zijn er allemaal ? 
  • Aangepast bestek: extra dik handvat /links en rechtshandig:
  • Plastic bestek: lepel ?
  • Bordranden
  • Grote servetten
  • Aangepast bekers met grote handvatten bij wie?
  • Aangepaste beker met neusuitsparing
  • Tuitbekers met deksel
  • Rietjes

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HULPMIDDELEN 
  • Aangepaste beker
  • Bordrand
  • Warmhoud bord
  • Aangepaste bekers
  • Servet/slab
  • Contrasterende kleuren gebruiken bij slechtzienden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bestek 
  • Bestek Als eten met bestek lastig wordt (bijvoorbeeld door minder kracht in de handen of bevende handen) kunt u kiezen voor aangepast bestek. 
  • Ook verschillende maten
  • Filmpje aangepast bord en bestek






Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AANPASSINGEN; Voor wie?Warm houdbord met heet water gevuld, eten langer warm blijft

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee houd jij rekening wanneer je iemand begeleid met eten?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • Ga rustig bij de zorgvrager zitten en neem de tijd
  • Vraag wat de zorgvrager wilt (prakken, tegelijk geven of apart)
  • Zorg voor een goede houding van de zorgvrager, het liefst rechtop
  • Gaaf niet te grote happen of slokken
  • Niet dwingen of de mond open duwen
  • Geef slokjes water tussen het eten door
  • Probeer iemand af te leiden als die niet wil eten
  • Observeer goed en beschrijf eventueel in het zorgdossier
  • Neem de tijd en de rust om de cliënt drinken te geven, ga erbij zitten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk!
  • Rekening houden met gemalen of vloeibare voeding (ingedikt, sonde)
  • Houding van de cliënt en de omgeving
  • Laat een cliënt handen wassen, bescherm event. kleding
  • Zorg voor smakelijk aanbod van eten
  • Ga op ooghoogte zitten van de cliënt, pas je tempo aan
  • Houdt rekening met religieuze wensen
  • Geef de cliënt de mogelijkheid tot reinigen van handen, mond en gebit 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slikproblemen herken je aan:
  • hoesten en  kuchen tijdens het eten of drinken
  • speeksel en eten of drinken loopt uit de mond
  • moeite met het bewegen van de tong of met het kauwen
  • moeite met het inzetten van een slikbeweging
  • snel moe worden bij eten of drinken
  • achterblijven van voeding in de mond en wangenkauwen 
  • slikken doet pijn
  • smaakverlies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdikkingsmiddelen 
  • Wordt gebruikt bij mensen met verslikkingsgevaar door:
  • Ouderdom
  • Neurologische problemen(Verlamming)
  • Medicijnen
  • Kanker in het hoofd of halsgebied
  • Conditionele problemen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemalen of vloeibare voeding;
Wanneer ?

  • Zorgvragers met kauwproblemen
  • Mondaandoeningen
  • Kaakfracturen
  • Slokdarmaandoeningen
  • Afhankelijk wat iemand wel of niet kan kauwen zit er verschil tussen grof en fijn gemalen voeding

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel overgevoeligheid
VOEDSELALLERGIE
Bijvoorbeeld pinda’s, schaaldieren of noten
Mensen krijgen een allergische reactie = uitslag, jeuk of zwelling in de keel

VOEDSELINTOLLERANTIE
Bijvoorbeeld gluten of lactose
Mensen krijgen pijn in hun buik, moeten overgeven of krijgen diarree



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DIEETVOEDING 
Welke diëten ken je?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dieetleer
  
 Wanneer spreek je over een dieet?
Het om medische redenen is voorgeschreven door arts of diëtiste 
Het speciaal voor één persoon gemaakt is
De voeding anders is dan normale voeding

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke diëten komen veel voor op je werk?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

DIETEN WELKE KOMEN JULLIE TEGEN IN DE PRAKTIJK?
  • Energiebeperkt dieet  bij overgewicht
  • Natriumbeperkt dieet bij verhoogde bloeddruk 
  • diabetes mellitus  dieet; bij suikerziekte
  • Coeliakie of glutenintolerantie: bij darmklachten(eiwit/tarwe/rogge/)
  • Lactosevrij dieet bij darmproblemen . (melksuiker/melkprod)
  • Cholesterolarm dieet :bij hart- en vaatziekten
  • Vezel verrijkt dieet darmproblemen
  • Energie en Eiwit verrijkt dieet : Ondergewicht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SITUATIES : 
  1. Als de cliënt niet goed kan zien: zet een wit bord op een donkere placemat, zodat het bord extra zichtbaar is. Doe melk in een donkere beker zodat de melk beter te zien is.                                     
  2. Als de cliënt dementeert:                                                                                                                                               een eigen kop en schoteL of beker, herkent hij misschien beter dan het moderne servies van de woning of afdeling.                                                                                                                                                     
  3. Als de cliënt moeite heeft met een vork: geef een kleine lepel                                                                         
  4. Als een cliënt echt niet meer zelf kan eten, dan help je hem. 




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

persoonsgerichte aanpak bij eten en eten op bed

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetsituatie uitvoeren in tweetallen
  • Cliënt met Parkinson :
Dhr. Jansen wil graag een boterham met jam en een kopje thee/water. Dhr. heeft veel last van tremoren. Hoe ga je deze cliënt helpen. Welke bestek, servies ga jij deze cliënt geven en hoe ga je hem/haar begeleiden.

  • .Client met slikproblemen:
Mevr. de Wit heeft veel last van slikproblemen.
Zij moet met haar ontbijtje geholpen worden. Wat bied jij deze cliënt aan en waar let jij tijdens de begeleiding bij het ontbijtje en bij het drinken op   

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetsituaties uitvoeren in tweetallen 
  • Cliënt is blind :Dhr. Jansen is blind en wil graag geholpen worden bij zijn yoghurt met muesli
  • Mevr. de Groot is dementerend en zit in haar laatste fase.
Ze kan moeilijk een vork vasthouden  bij het aanprikken van haar stukjes brood. Ze beseft het ook niet meer zo goed.   
Hoe ga je haar begeleiden? Welk bestek, welk servies: bord  en beker?

Eventueel met ouderdomspakken 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondervoeding 
Ondervoeding bij ouderen?
  -  oorzaken ondervoeding,
  -  gevolgen
  -  wie heeft er een grote kans om ondervoed te raken
  -  wat kun je doen bij ondervoeding
  - welke voeding helpt bij ondervoeding

Slide 23 - Tekstslide

http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/Eten-en-Drinken-Praktijk-Acties-Slikproblemen.html
Blz 81 t/m 83
Ondervoeding is een tekort aan energie en voedingsstoffen
Gevolgen
Gewichtsverlies
Verminderde voedsel innamen
Zwakheid, futloosheid, spiermassa neemt af
Kans opvallen en botbreuken
Verhoogde eiwit afbraak dus meer kans op infecties, doorliggen decubitus
Sterfte
Wie heeft er kans om ondervoed te raken

Wat is ondervoeding?
Als je te lang te weinig eet, raak je ondervoed.

Bij ondervoeding is het verbruik van energie hoger dan wat er aan energie met de voeding binnenkomt. 

Het lichaam verzwakt 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria ondervoeding
  • Als iemand onbedoeld in een maand drie kilo afvalt (onvrijwillig)
  • Of in zes maanden zes kilo of meer afvalt (onvrijwillig
  • Ook een BMI <22 kan risico op ondervoeding betekenen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je ondervoeding?
  • Gewichtsverlies zonder dat dit de bedoeling is (ook bij overgewicht!)
  • Kleding die te wijs wordt of een horloge dat losser om de pols zit
  • een slechte eetlust
  • een (te) laag gewicht
  • vermoeidheid of een slechte conditie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaken kunnen jullie benoemen voor ondervoeding?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van ondervoeding
  • Acute of chronische ziekte.
  • Verminderde voedselinname door een verminderde eetlust.
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of de vertering.
  • Maag- / darmklachten, misselijkheid.
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie of verdriet.
  • Sociale factoren, zoals eenzaamheid of geen mogelijkheid om eten te kopen of te bereiden.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicogroepen met een verhoogd risico op ondervoeding
  • Kwetsbare ouderen thuis, in een verzorgingshuid of woonzorgcentrum;
  • Cliënten die meerdere ziekten hebben, chronisch ziek zijn of veel medicatie gebruiken;
  • Cliënten met lichamelijke beperkingen;
  • Cliënten met een niet- passende gebitsprothese, kauw- of slikproblemen
  • Cliënten met alcohol- of drugsmisbruik 











Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van ondervoeding

  • verminderde weerstand
  • verminderde spiermassa
  • minder soepel bewegen
  • grotere kans op vallen

  • vertraagde wondgenezing
  • verhoogde kans op doorligwonden (decubitus)
  • verhoogde kans op overlijden

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adviezen ondervoeding

  • Zorg dat de maaltijd er zo aantrekkelijk mogelijk uitziet
  • Neem bewust tijd om te eten en goed te kauwen.
  • Eet vaker per dag kleinere porties
  • Sla geen maaltijden over
  • Kies niet voor suikervrije, light, halfvolle of magere producten.
  • Eet gevarieerd en probeer verschillende voedingsmiddelen uit.
  • Kies als er geen trek is in warm eten, voor een koude maaltijd.
  • NUTRi drink

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er mis gaan in het spijsverteringsstelsel?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen bij eten en drinken
  • Aangepaste drinkbekers
  • Aangepast bestek
  • Aangepaste borden, warmhoud borden
  • Antislipmatje
  • Slabben

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoornissen in het spijsverteringsstelsel
  • Gebrek aan eetlust
  • Misselijkheid en braken
  • Brandend gevoel in slokdarm of maag
  • Darmklachten  (diarree, obstipatie, winderigheid, PDS) 
  • Pijn

Slide 34 - Tekstslide

  • Gebrek aan eetlust: kopje bouillon wekt eetlust op, vaker kleinere hoeveelheden opdienen, niet te vet eten (snel vol gevoel), geef lekkere voeding, biedt voeding op de juiste temperatuur aan, geef bij diarree bijv. vooral vocht
  • misselijkheid en braken: bij acute maag-darminfecties, bij aanhoudend probleem vochtbalans aanmaken
  • zuurbranden/reflux, zie verderop. refluxziekte veel bij (ernstig) verstandelijk beperking of lichamelijk zoals spasticiteit. Slokdarm te vaak in aanraking met zuur maagsap --> slokdarmontsteking
  • Darmklachten: diarree (bacteriën, medicijngebruik, teveel koffie, stress) Let op uitdroging! gebruik eventueel ORS. Obstipatie verstopping, verstoorde werking van de darm. Let op inname van voldoende vocht, voedingsvezels en beweging. Winderigheid door sommige soorten voedsel, bonen, ui, kool. Is opgehoopt gas wat buikpijn geeft. te veel lucht happen, stress kunnen dit ook veroorzaken. Als eitwitten in de dikke darm door bacteriën verteerd worden, geeft dit een vieze lucht.
  • PDS: geprikkelde / spastische dikke darm, wisselende klachten: buikpijn, opgeblazen gevoel, krampen. oorzaak ligt bij bepaalde voedingsstoffen.
Ziekten van het spijsverteringsstelsel
  • Voedselvergiftiging en -infecties
  • Aarsmaden, lintworm en spoelworm
  • Maagzweer
  • Galstenen
  • Leverziekten
  • Alvleesklierontsteking

Slide 35 - Tekstslide

  • voedselvergiftiging: hygiëne in de keuken! schone handen, rauw en bereid eten uit elkaar houden, koelkast schoonmaken, vaatdoekjes verschonen, bewaar voedingsmiddelen zoals het hoort, micro-organismen uitschakelen door koken en garen. HACCP
  • aarsmaden: inslikken van eitjes, kleine wormpjes zichtbaar; lintworm leeft in darmen, kop met geledingen door besmet rauw vlees spoelworm mensen vaak geen last, hooguit in tropische gebieden met slechte sanitaire voorzieningen. 
  • Maagzweer als er een gat in de maagwand ontstaat, komen zenuwuiteinden van het weefsel buiten te maag in aanraking met maagzuur. Geeft klachten; pijn, brandend maagzuur, boeren, misselijkheid etc. Grote maagzweer kans op maagbloeding (zwarte ontlasting en bloed braken) Oorzaak bacterie of medicatiegebruik. Geef voedingsadvies en waarschuw zo nodig een arts.
  • Galstenen  als gal (aangemaakt in lever) langere tijd in galblaas zit, kunnen dit hardere stukken worden. Pas last bij klemzitten van galsteen en galgang.  Let op pijn: krampen, misselijkheid, niet stil kunnen zitten, geelzucht, koorts.
  • Alvleesklierontsteking de galgang naar de darm passeert de alvleesklier. Soms kan hierdoor ook de alvleesklier ontsteken. de cliënt heeft dan voortdurend pijn diep in de bovenbuik en in de rug, soms koorts en kan ernstig ziek zijn.



Wanneer iemand langere tijd ziek is, is er extra aandacht nodig voor de voeding. Houdt zo nodig een vocht- en voedingslijst bij.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kans verkleinen op verslikking
  • zorgvrager rechtop laten zitten
  • beperk het eten van zoete voeding
  • biedt enigszins zure voedingsproducten aan
  • zorg voor koude producten, bijv. glas water bij warme maaltijd
  • gebruik een kleinere lepel, voor het geven van kleinere hoeveelheid
  • praat niet met de zorgvrager en zorg voor een rustige omgeving 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reageer je op een cliënt die zich verslikt in een stukje boterham?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies