5.4 Rekenen aan oplossingen

5.4: Rekenen aan oplossingen
-Stukje herhaling
-5.4: Molariteit
-5.4: Verdunnen
-Opdrachten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.4: Rekenen aan oplossingen
-Stukje herhaling
-5.4: Molariteit
-5.4: Verdunnen
-Opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit of methylphenethylamine een hydrofiele of hydrofobe stof is

Slide 2 - Open vraag

Teken drie moleculen 4-hydroxybutaanzuur met waterstofbruggen ertussen

Slide 3 - Open vraag

Leg uit of glucose beter oplost in water of in ethanol

Slide 4 - Open vraag

Een watermolecuul zit altijd in een hoek. Als een zout opgelost wordt, welke kant van de watermoleculen draaien dan naar het positieve ion toe?
De zuurstofkant
De waterstofkant

Slide 5 - Poll

Molariteit
Berekenen vanuit hoeveelheid mol!

Andere concentratie-eenheden:
-Ionconcentratie
-massaconcentratie

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan ionconcentratie berekenen
1. Schrijf de oplosreactie van het zout op
2. Bereken het aantal mol van het opgeloste zout
3. Leidt uit de oplosvergelijking het aantal mol van het gevraagde ion af
4. Bereken de concentratie/check het volume
5. Significantie

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de oplosreactie van natriumsulfaat?
A
NaSO4 (s) -> Na(+) (aq) + SO4(2-) (aq)
B
NaSO4 (s) -> Na(+) (aq) + S(-) (aq) + O4(-) (aq)
C
NaSO4 (s) -> NaSO4 (aq)
D
NaSO4 (s) -> NaSO4 (l)

Slide 8 - Quizvraag

Geef de berekening: hoeveel mol is 64,284 gram natriumchloride?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de molverhouding tussen acetaat en zinkacetaat in de oplosreactie?
A
1:1
B
1:2
C
2:1
D
1:5

Slide 10 - Quizvraag

Bereken de ionconcentratie van nitraationen als 3,6 gram bariumnitraat wordt opgelost in 250 mL
.


Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan verdunnen
1. Bereken/stel vast wat het nieuwe volume is
2. Bereken de concentratiefactor: Cf = V(nieuw)/V(oud)
3. Bereken de nieuwe concentratie: C(oud)/Cf

Slide 12 - Tekstslide

Een 0,5 M NaCl oplossing van 20 mL wordt aangevuld met 480 mL gedestilleerd water. Wat is de nieuwe concentratie?
A
0,002 M
B
0,02083 M
C
12,5 M
D
0,02 M

Slide 13 - Quizvraag

Opdrachten
40, 41, 44, 46/48*, 47, 49

Slide 14 - Tekstslide