Beterspellen 2025

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Beterspellen 2025

Rond kerst is het altijd gezellig op het met kaarsen ........ plein.

1. verlichte
2. verlichtte
3. verlichten
4. verlichtten

Het woord 'verlichte' heeft de functie van een bijvoeglijk naamwoord, zoals 'grote' of 'vaste'. Er is geen reden voor een extra t.

Zie ook de pagina het verwoeste huis.

De reis wordt ........ met een verblijf in een luxe hotel.

1. beëindigt
2. beëindigd
3. beëindigdt

Het heeft allemaal erg veel geld gekost, maar dit ........ .

1. ter zijde
2. terzijde
3. ter zeide
4. terzeide

terzijde = opzij

dit terzijde = dit even tussendoor gezegd

Heb jij ooit in de Kerstman ........ ?

1. gelooft
2. geloofdt
3. geloofd

De bedenker van het pretpark zit vol kansrijke ........ .

1. fantasieën
2. fantasiën
3. fantasiëen

Het meervoud 'fantasieën' krijgt 'ën', omdat bij 'fantasie' de klemtoon op de laatste lettergreep valt. Het trema staat op de laatste e, om aan te geven dat daar een nieuwe klank begint.

In deze soap wordt ........ gemaakt voor frisdranken en kauwgom.

1. sluipreclame
2. sluipreklame
3. sluikreclame
4. sluikreklame

Het woord 'reclame' schrijf je met een c. Ongeoorloofde reclame die tersluiks (stiekem) wordt toegevoegd aan televisieprogramma's heet sluikreclame.

Tijdens de kerstdagen wordt er veel ........ .

1. gefondued
2. gefonduud
3. gefonduet
4. gefonduut

Het zelfstandig naamwoord is 'de fondue' (afkomstig uit het Frans), het werkwoord is 'fonduen', maar bij de vervoegingen zie je de e niet meer: hij fonduut, hij heeft gefonduud.

Dit is de garage die hij aan een muziekgroep ........ .

1. verhuurdt
2. verhuurt
3. verhuurd

Hij houdt niet van ........ muziek.

1. commerciële
2. commerciëele
3. comerciële
4. comerciëele

Tijdens de feestdagen worden hier veel ........ gehouden.

1. alcohol controle's
2. alcohol controles
3. alcoholcontrole's
4. alcoholcontroles

Om het jaar sportief af te sluiten worden er jaarlijks op 31 december diverse ..... georganiseerd

1. olie bollen loopjes
2. oliebollen loopjes
3. oliebollenloopjes

https://www.youtube.com/watch?v=TcdFhcW-IB8

Een goede lay-out past bij je publiek en je tekstsoort, verhoogt de leesbaarheid en draagt zo bij aan het behalen van je doel. 

Gebruik witregels en tussenkoppen – die maken vrijwel elke tekst een stuk prettiger om te lezen.

Gebruik als dat past bij de tekstsoort afbeeldingen, bijvoorbeeld om een deel van de inhoud te verduidelijken. Het ‘opleuken’ van een tekst met afbeeldingen is meestal niet verstandig.

Wees consequent – gebruik bijvoorbeeld voor tussenkoppen steeds dezelfde lettergrootte, voor opsommingen steeds dezelfde manier van ‘dotten’, enzovoort.

Vaak gebruik je voor één deelonderwerp één alinea, maar als de alinea te lang wordt, bijvoorbeeld omdat je een uitgebreid voorbeeld geeft, kun je ook twee alinea’s voor een deelonderwerp gebruiken.

Zorg er steeds voor dat de lezer de opbouw van je verhaal goed kan blijven volgen.

NU Nederlands

1.3 controleren en verbeteren

opdracht 3