Auto theorie inzicht en kennis vragen

• Theorie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 7

Auto theorie inzicht en kennis vragen

Tijdens je theorie examen mag je in dit gedeelte maar 5 fouten maken.

Welk verkeersbord waarschuwt voor voetgangers

1. verkeersbord 1
2. verkeersbord 2

Moet je richting aangeven als je wegrijdt

1. Ja
2. Nee

Als je richting kan aangeven doe je dat. Kijk je in je binnenspiegel, buitenspiegel en over je schouder en er komt iemand aan, dan wacht je met richting aangeven tot diegene voorbij is.

Hoe is het voor laten gaan tussen in en uitvoegend verkeer op een combistrook geregeld

1. Invoegers moeten uitvoegers voor laten gaan
2. Uitvoegers moeten invoegers voor laten gaan
3. Nee, dit is niet geregeld

Net als met de bus of trein, dan wacht je altijd tot de mensen zijn uitgestapt voor je instapt. Dus uitvoegers mogen voor invoegers.

Binnen maximaal hoeveel meter voor een zebrapad mag je niet parkeren?

1. 2meter
2. 5meter
3. 10meter

5meter voor en 5meter achter een zebrapad mag je niet parkeren.

Waarop staat wanneer je auto voor de APK herkeurd moet worden?

1. Het keuringsbewijs
2. De kentekenkaart
3. Het instructieboekje

Wanneer mag je een kopie van je rijbewijs laten? zien?

1. Als jeje rijbewijs bent kwijtgeraakt
2. Als je rijbewijs onleesbaar is
3. Nooit

Je ziet geen verkeer
naderen, moet je stoppen?

1. Ja
2. Nee

Bij een stopbord moet je 2seconden stoppen. Ook als er niemand op straat is.

Bij welk bord mag je
laden en lossen?

1. Bord A
2. Bord B

Bij een bushalte mag het niet, stel dat de bus eraan komt?

Bij welk verkeerslicht
moet je rekening houden
met
tegemoetkomend verkeer dat jouw
richting doorkruist?

1. Verkeerslicht A
2. Verkeerslicht B
3. Verkeerslicht A en B

Verkeerslicht B betekend dat het geregeld verkeer is. Dus niemand kan jouw daar doorkruisen, het is geregeld. 

Mag je hier stoppen om
een bericht op je
telefoon te versturen?

1. Ja
2. Nee

Het is zelf verboden.

Wie mag je tijdens
het uitstappen niet hinderen?

1. Alleen voetgangers
2. Alleen bestuurders
3. Bestuurders en voetgangers

Wat is de maximale
snelheid na dit bord
na 19:30?

1. 100 km/u
2. 120 km/u
3. 130 km/u

Welke kant moet je op?

1. Linksaf
2. Rechtsaf
3. Je mag beide kanten op

De pijl geeft een verplichte rijrichting aan. 

Hoe mag je in een
file inhalen?

1. Alleen via de linkerkant
2. Je mag niet inhalen
3. Zowel links als rechts

Wanneer moet je hier stoppen?

1. Onmiddellijk
2. Op een veilige plek
3. Bij de eerst volgende parkeerplaats

Wie heeft er
voorrang
in deze situatie?

1. De tram
2. De witte lesauto

Mag je alvast doorrijden
als de slagbomen
omhoog gaan?

1. Ja
2. Nee
3. In geval van nood

Wanneer geef je richting
aan als je
wilt gaan invoegen?

1. Wanneer de blokmarkering begint
2. Wanneer je op de invoegstrook rijdt
3. Wanneer je daadwerkelijk gaat invoegen

Mag je hier op
de rechterrijstrook
blijven rijden?

1. Ja
2. Nee

Deze rijstrook is gereserveerd alleen voor bussen. Dat zie je aan de elektronische boren boven de weg.

Je haalt hier de
scootmobiel in,
mag dat?

1. Ja
2. Nee

Je mag niet inhalen bij een zeebrapad.

Mag je hier
de motor inhalen?

1. Ja
2. Nee

Ja het inhaal verbod loopt ten einde.

Mag je hier parkeren?

1. Ja
2. Nee

Welke verlichting
voer je hier?

1. Dagrijverlichting
2. Stadslicht
3. Dimlicht

Wie moet je
hier voorrang
verlenen?

1. Bestuurders op de kruisende weg
2. Weggebruikers op de kruisende weg

Recht staat een bord, denk dan aan haaientanden. Dan moet je ook het overige verkeer voor laten gaan.

Moet je de uitstappende
trampassagiers
voor laten gaan?

1. Ja
2. Nee

Mag je de tractor rechts inhalen?

1. Ja
2. Nee

Je wilt uitstappen,
moet je de fietser
voor laten gaan?

1. Ja
2. Nee

Wat is hier de juiste
volgorde van voorrang?

1. Witte auto, rode auto, motor
2. Motor, rode auto, witte auto
3. Rode auto, motor, witte auto
4. Rode auto, witte auto, motor

Sta je hier goed
voor
het rode verkeerslicht?

1. Ja
2. Nee

Je moet altijd achter de streep plaatsnemen.

Welk bord geeft aan
dat je op een
voorrangsweg rijdt?

1. Bord A
2. Bord B

Bord A is een waarschuwingsbord

Bord C is een haaientand

Bord B geeft een voorrangsweg aan.

Wie of wat volg je hier op?

1. De verkeerslichten
2. De verkeersborden-tekens
3. De verkeersregelaar

Moet je de touringcar
voor laten gaan?

1. Ja
2. Nee

Binnen de bebouwde kom moet je alle bussen voor laten gaan bij het wegrijden.

Mag je hier iemand laten in en uitstappen?

1. Ja
2. Nee

Je mag 5 meter voor en 5 meter na een zebrapad niet stilstaan of parkeren.

Mag je nu nog
wisselen van rijstrook?

1. Ja
2. Nee

Mag je zo gaan rijden?

1. Ja
2. Nee

De verkeerslichten zijn
buiten werking.
Moet je voorrang verlenen
aan bestuurders op de
kruisende weg?

1. Ja
2. Nee

De bestuurders op de kruisende weg staan achter haaientanden. Zij moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.

Wie moet je hier voor
laten gaan als het
parkeervak verlaat?

1. Alle weggebruikers
2. Alleen bestuurders
3. Alleen motorvoertuigen

Welke afbeelding is een fietsstrook?

1. A
2. B
3. C

Er staat een fiets op.

Op welke rijstrook
moet je rijden?

1. Rijstrook 1
2. Rijstrook 2
3. Rijstrook 3

Deze is open, kijk maar naar de matrixborden. En we rijden zo veel mogelijk naar rechts.

Wat moet je hier doen?

1. Je stopt en verlaat de tunnel via de dichtstbijzijnde nooduitgang
2. Je keert om en rijdt de tunnel uit.
3. Je rijdt langzaam langs de brandende auto

Dit is het veiligst. Vergeet niet je sleutels in het contact te laten zitten zodat de auto door de hulpdiensten verplaatst kan worden.