In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.
De persoon is bijvoorbeeld de eigenaar of maker van het voorwerp: mijn fiets, haar tekening, hun huis
Machen AB S. 40 1, 2, 4, 5, 6, 7a (schreiben). Sind auch die Hausaufgaben für Donnerstag