Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen

Basisstof 3:
Plantaardige en dierlijke cellen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 3:
Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
1.3.1 Je kunt een microscoop gebruiken en daarmee (delen van) organismen bestuderen.

 
1.3.2 Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen benoemen en de functies ervan beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Plantaardige cellen
Celkern
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Vacuole
Chloroplast
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 3 - Sleepvraag

Welk organisatieniveau is dit: een stad
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 4 - Quizvraag

Dieren zonder metamorfose hebben geen levenscyclus.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een...
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht
D
Diagonaal

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een ...
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht
D
Diagonaal

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Deel 7 heet...
A
Lens
B
Tubus
C
Oculair
D
Objectief

Slide 10 - Quizvraag

Het oculair vergroot 10X en het objectief vergroot 40X. Wat is de totale vergroting?
A
10x
B
40x
C
400x
D
100x

Slide 11 - Quizvraag

Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x

Slide 12 - Quizvraag

Lichtmicroscoop
Lichtmicroscoop

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Lichtmicroscoop
- Preparaat - altijd lichtdoorlatend

Lengtedoorsnede/dwarsdoorsnede

Vergroting oculair X vergroting objectief = totale vergroting

Vergroting altijd opschrijven bij je tekening!

Slide 15 - Tekstslide

Lichtmicroscoop
Elektronenmicroscoop

Slide 16 - Tekstslide

Transmissie Elektronenmicroscoop  TEM
2D - vergroting 100000X
Scanning elektronenmicroscoop SEM
3D - vergroting 100000X

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de functie daarvan

Slide 18 - Open vraag

Dierlijke en plantaardige cellen:

Slide 19 - Tekstslide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 20 - Tekstslide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 21 - Tekstslide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 22 - Tekstslide

Plastiden
Plastide  = korrel,  celorganel die alleen in planten voorkomt
  • chloroplast  - fotosynthese
  • chromoplast - kleur
  • leukoplast - opslag


Slide 23 - Tekstslide

Plastiden
Van chloroplast naar chromoplast

rijpen van vruchten


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Heb jij alle leerdoelen behaald?

Slide 28 - Tekstslide

Plaats de onderdelen van de plantaardige cel op de juiste plek
Celmembraan
Vacuole
Celwand
Bladgroenkorrels

Slide 29 - Sleepvraag

De dierlijke cel
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 30 - Sleepvraag

Wel in een dierlijke cel
Niet in een dierlijke cel
Sleep de tekst naar de goede plek!
Celkern
Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrels

Slide 31 - Sleepvraag

Een wortel is oranje. De delen die boven de grond uitkomen zijn groen. Hierbij gaat de ene soort korrel (A) over in een andere soort korrel (B). Welke korrel is A en welke is B?
A
A: Chromoplast B: Leukoplast
B
A: Leukoplast B: Chloroplast
C
A: Chloroplast B: Chromoplast
D
A: Chromoplast B: Chloroplast

Slide 32 - Quizvraag

Met welk instrument bekijk je cellen (op school)?
A
Elektronenmicroscoop
B
Lichtmicroscoop
C
Telescoop
D
Stethoscoop

Slide 33 - Quizvraag

Grondplasma komt voor bij...
A
Dierlijke cellen
B
Plantencellen
C
Zowel dierlijke als plantencellen
D
Geen van de antwoorden is goed

Slide 34 - Quizvraag

Chromoplasten komen voor bij...
A
Dierlijke cellen
B
Plantencellen
C
Zowel dierlijke als plantencellen
D
Geen van de antwoorden is goed

Slide 35 - Quizvraag

Cellen uit verschillende organen behoren tot hetzelfde weefsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x

Slide 37 - Quizvraag

De vorm van een cel of weefsel hangt samen met de functie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Met welke microscoop of microscopen kan je plastiden bestuderen?
A
De lichtmicroscoop
B
De SEM
C
De TEM

Slide 39 - Quizvraag