13.4

In deze les
Reactie van het lichaam op

  • Verandering lichaamstemperatuur
  • Watertekort
  • Honger
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

In deze les
Reactie van het lichaam op

  • Verandering lichaamstemperatuur
  • Watertekort
  • Honger

Slide 1 - Tekstslide

13.4
Terugkoppeling

(voel je vrij om vast in te loggen met je telefoon met de code linksonderin)

Slide 2 - Tekstslide

Het hormoonstelsel werkt op basis van terugkoppeling
Zo worden processen en normwaardes van het lichaam in stand gehouden

( Denk aan homeostase (H10.1) )

Slide 3 - Tekstslide

Feedbacksystemen
Negatieve terugkoppeling
Positieve terugkoppeling
Blijft rond homeostase

Slide 4 - Tekstslide

Bij een hoge oestradiol concentratie, wordt de productie ervan geremd, is dit positieve of negatieve terugkoppeling?
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling

Slide 5 - Quizvraag

Is de regeling van de lichaamstemperatuur positieve of negatieve terugkoppeling?
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling

Slide 6 - Quizvraag

Reageren op warm en koud
Temperatuur gereguleerd door hypothalamus (par 10.1)

De norm is het gelijkhouden
van de kerntemp. ~37⁰ C

Hoe wordt dit hormonaal geregeld?

Slide 7 - Tekstslide

Schildklierhormoon

2 personen krijgen de beurt en vertellen in eigen woorden wat het hormoon doet

Slide 8 - Tekstslide

Reactie op kou
Hypothalamus meet een afwijking in de temp.

  1. Afgifte Thyrotropine RH (TRH)
  2. Afgifte Thyroïd stimulerend hormoon
  3. Productie van thyroxine (T4) en trijoodthyronine (T3) in schildklier
  4. T3 en T4 via bloed naar weefsels

  • T4 kan worden omgezet in T3 (het actieve hormoon)

Slide 9 - Tekstslide

Bij struma is de schildklier zeer opgezwollen. Wat zou de oorzaak kunnen zijn?
A
Te weinig jood beschikbaar om T3 en T4 te maken
B
Te hoge productie T3 en T4

Slide 10 - Quizvraag

Struma
Struma komt niet vaak meer voor.
Jodium vaak toegevoegd aan producten
(keukenzout, brood)

Slide 11 - Tekstslide

Reactie op cellen
  • T3 en T4 in het bloed gebonden aan plasmaeiwitten
  • T3 en T4 binden aan doelwitcellen
  • Binden aan receptor aan buitenkant
  • (T4 omgezet naar T3)
  • T3 zorgt voor stimulering van glucose- en vetverbranding

  • --> warmteproductie, dus lichaamstemp. stijgt

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor soort stoffen zijn T3 en T4?
A
Steroïdhormoon
B
Tyrosine- of eiwithormoon
C
Prostaglandinen
D
Groeifactoren

Slide 13 - Quizvraag

Op welke manier kan je lichaam weer stoppen met warmteproductie?
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
T3 en T4 receptorbinding blokkeren
D
Kan niet, hormonen moeten uitwerken

Slide 14 - Quizvraag

Negatieve terugkoppeling
Stijgende thyroxine (T4) concentratie remt de afgifte van TRH en TSH
1
Hypothalamus reageert op stijgende lichaamstemp. waardoor afgifte TRH geremd wordt
2

Slide 15 - Tekstslide

BiNaS 89 C
Vergelijking boek en BiNaS

Slide 16 - Tekstslide

EPO stimuleert de productie van rode bloedcellen


Wat heeft EPO te maken
met de regeling van de
lichaamstemperatuur?


Antwoord geven op de volgende dia

Slide 17 - Tekstslide

Wat heeft de productie van rode bloedcellen te maken met de temperatuur regeling?

Slide 18 - Open vraag

Verbranding
Voor de extra verbranding is meer zuurstof nodig, dus....
meer rode bloedcellen

Het hormoon erytropoëtine (Epo) uit de nieren stimuleert aanmaak nieuwe rode bloedcellen
--> meer O2 transport en dus meer
       verbranding

Slide 19 - Tekstslide

In deze les
Reactie van het lichaam op

  • Verandering lichaamstemperatuur
  • Watertekort
  • Honger

Slide 20 - Tekstslide

Reactie op watertekort
Bloeddruk en osmotische waarde gemeten in hypothalamus

Bij lage bloeddruk of hoge osm. waarde moet er meer water opgenomen worden
Dat kan gemakkelijk in de nieren (par 10.5)


ADH zorgt voor
- water resorptie
- vernauwen bloedvaten
1
2
3
4
5

Slide 21 - Tekstslide

Reactie op honger
Hormonen zijn ook belangrijk bij eetlust en voedselvertering

  • Ghreline: stimuleren eetlust
  • Leptine: remmen eetlust

Slide 22 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij mensen die weinig leptine produceren?
A
Meer hongergevoel
B
Minder hongergevoel
C
Massa van vetweefsel neemt toe
D
Massa van vetweefsel neemt af

Slide 23 - Quizvraag

Aan het werk
Par 13.4
Opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 7

Slide 24 - Tekstslide