Btw berekenen: hoe werkt dat?

Btw berekenen: hoe werkt dat?

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je wat btw is en kan je het berekenen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.

Wat weet je al over btw?

Wat is btw?

Btw staat voor Belasting Toegevoegde Waarde. Het is een belasting die wordt geheven op goederen en diensten.

Leg uit wat btw is en waar het voor wordt gebruikt.

Hoeveel btw moet ik betalen?

De btw is meestal 21% van de verkoopprijs. Als iets €100 kost, dan is de btw €21.

Laat de leerlingen zien hoe ze de btw kunnen berekenen.

Welke producten hebben een ander btw-tarief?

Sommige producten hebben een ander btw-tarief, zoals voedsel (6%) en boeken (9%).

Laat zien dat niet alle producten hetzelfde btw-tarief hebben.

Hoe bereken ik de btw op een product met een ander tarief?

Als een product een ander btw-tarief heeft, moet je dat tarief gebruiken om de btw te berekenen. Dus als iets €100 kost en het btw-tarief is 6%, dan is de btw €6.

Laat zien hoe je de btw berekent voor producten met een ander btw-tarief.

Hoeveel moet ik betalen inclusief btw?

Als je wilt weten hoeveel je in totaal moet betalen, inclusief btw, dan tel je het btw-bedrag op bij de verkoopprijs. Dus als iets €100 kost en de btw is €21, dan moet je €121 betalen.

Laat zien hoe je de totale prijs berekent, inclusief btw.

Oefening

Bereken de btw voor een boek van €20 met een btw-tarief van 9%.

Laat de leerlingen zelf de btw berekenen voor een product met een ander btw-tarief.

Samenvatting

Btw is een belasting die wordt geheven op goederen en diensten. De meeste producten hebben een btw-tarief van 21%. Sommige producten hebben een ander btw-tarief, zoals voedsel (6%) en boeken (9%). Om de btw te berekenen, vermenigvuldig je de verkoopprijs met het btw-tarief. Om de totale prijs te berekenen, tel je het btw-bedrag op bij de verkoopprijs.

Vat de les samen en herhaal de belangrijkste punten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.