Participatie- beginsituatie -lesweek 7

Participatie - fase 2 
Introductie module (MZ RSS) - 2023-2024
Lesweek 13 (les 7) 



 Week van 27 mei
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Participatie - fase 2 
Introductie module (MZ RSS) - 2023-2024
Lesweek 13 (les 7) 



 Week van 27 mei

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma- vandaag 
Deel 1 (90 min)
  • Welkom, AWR
  • Algemene planning 
  • Terugblik en eindopdracht
  • Lesdoelen 
  • Begrippen kennis


Deel 2 (45 min)
  • Zelfstandig verder werken aan eindopdracht 
  • Vragen stellen/ Feedback vragen  
  • Afsluiting les 

Le
Lesuren: 3 (45 min x 3) 
Lesweken : 11  (lesweek 7-18) 
Boeken: Methodisch begeleiden, Mensen, Professional in de Maatschappelijk zorg 
Afsluiting: Eindopdracht (BPV & school) 

Slide 2 - Tekstslide

Maak zelf een goede verdeling van de tijd. De les is zo geschreven dat deze in 3x45 min te doen is. Het kan zijn dat je net even iets langer bezig bent met deel 1. qua uitleg omdat een klas dit lastig vindt bijv. 60 min. 
Gebruik dan minder tijd voor deel 2. 

Maak dus zelf even een verdeling van de tijd op je klas en rooster. 

Deel 1 
Welkom en AWR 5  
lesdoelen 2
Programma doornemen 3 
Begrip participatie (voorkennis) 10 min 
-------------------------------------------20 min 
Module + doelen module  10 min
Koppeling examens 10 min 
Eindopdracht 15 min 
Deadlines 5 min
Check opgelet  5 min 
------------------------------------------60 min 
Deel 1- 60-70 min 

Deel 2: 
Beginsituatie ontwikkelingsgebieden herhaling ------------15 min
Opdracht 2 - beginsituatie---------30 min 
Nabespreken 10 min 
Check lesdoelen en afsluiting 15 min 
-----------------------------------------------
70 minuten 


Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene planning/ deadlines 
3 juni GO Activiteitenplan
14 juni Eindopdracht Participatie inleveren 

14 juni Herkansing GO Activiteitenplan
20 juni Herkansing eindopdracht 
Let op! Alle informatie komt terug in de lessen. Het is dus belangrijk dat je alle lessen volgt!! 
Mis je een les? Bestudeer dan zelf de lesson-up en vraag naar aantekeningen van je medestudent.
Eigen verantwoordelijkheid! 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les 



Beantwoord de antwoorden op de volgende slides!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je het op een toets te maken?

Slide 6 - Woordweb

Autoritaire
Autoritatieve
Permissieve
Zijn de eindopdracht en de rubrics duidelijk?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen heb je nog?

Slide 8 - Open vraag

Bij een autoritatieve begeleidingsstijl (samenwerking) geef je aandacht aan de taak én aan de relatie. Je stelt regels én hebt oog voor wat de cliënt ervaart. Bijvoorbeeld doordat je: reageert op wensen, behoeften, verlangens en initiatieven van de cliënt
stelt vragen en luistert, beantwoordt vragen, geeft uitleg, overlegt met de cliënt, neemt beslissingen samen met de cliënt.
De autoritatieve stijl wordt ook wel 'democratische stijl' genoemd, omdat je samen beslist. Samen onderzoek je de wensen, en behoeften en ideeën van de cliënt. Dat gebeurt op basis van gelijkwaardigheid.

Autoritaire begeleidingsstijl (sturen)
Bij de autoritaire begeleidingsstijl is er veel aandacht voor de taak en weinig aandacht voor de relatie. Als begeleider treed je sturend op. Bijvoorbeeld: Je bepaalt wat moet gebeuren,
geeft instructie of aanwijzingen, stelt grenzen, controleert, neemt een leidende rol, verwacht gehoorzaamheid.
Natuurlijk houd je daarbij rekening met het niveau van de cliënt. (Begrip, overvragen of onderschatten cliënt).
In welke situaties? Risicovolle situaties, overtreden regels, behoefte aan structuur.
Niet de voorkeur binnen MZ i.v.m. ontnemen regie (geen eigen keuzes/ meedenken)
Lesdoelen


Aan het einde van deze les kun jij:

- de belangrijke begrippen binnen MZ in eigen woorden uitleggen.
- de eindopdracht en de rubric in eigen woorden toelichten.
- de eindopdracht aan de hand van de formats (beginsituatie, ondersteuningsvragen en activiteitenplan) en de rubrics uitvoeren op jouw BPV-plek.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag in tweetallen!
Leg de termen uit en benoem waarom dit van belang is in de MZ:
  • participatie-maatschappij
  • WMO
  • draaglast en draagkracht 
  • zelfregie en eigenkracht
  • zelfredzaamheid


timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

11.1 Methodisch begeleiden


Participatie-maatschappij
Nederland wordt steeds meer een participatiemaatschappij. Dat is een samenleving waarin van iedereen wordt verwacht dat hij middels activiteiten deelneemt aan de maatschappij. Hierbij staan verantwoordelijkheid over het eigen leven en eigen regie centraal. Uitgaan van mogelijkheden in plaats van beperkingen. 

De overheid gaat steeds minder voor mensen regelen en stimuleert hen om zelf in actie te komen. Iedereen die dat kan, moet zo veel mogelijk met hulp uit de eigen omgeving meedoen in de samenleving.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Officieel heet deze wet Wmo 2015.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draaglast en draagkracht 
Iedereen heeft dagelijks te maken met lichamelijke en geestelijke inspanningen. Denk aan werk, gezin, vrijetijdsbesteding. Het geheel aan inspanningen noem je de draaglast. De draaglast is dus dat wat iemand moet presteren. 

Daarnaast bezit iedereen een bepaald vermogen om de inspanningen te verrichten. Dit noem je de draagkracht. 

Zowel de draaglast als de draagkracht worden bepaald door zowel lichamelijke als geestelijke factoren.

Slide 13 - Tekstslide

Draaglast en draagkracht in balans
Draaglast en draagkracht zijn geen stabiele factoren. Ze kunnen per dag wisselen. De ene dag heb je het veel drukker (draaglast) dan de andere. En de ene dag kun je (draagkracht) minder dan de andere, bijvoorbeeld doordat je slecht geslapen hebt of doordat je je niet lekker voelt. De verhouding tussen draaglast en draagkracht is een gemiddelde. Als je het een paar dagen erg druk hebt gehad (grotere draaglast), verricht je grotere inspanningen en vermindert je vermogen (draagkracht) om die inspanningen te verrichten. Er ontstaat dan een onbalans tussen draaglast en draagkracht. Het evenwicht probeer je te herstellen door op tijd te zorgen voor rust en ontspanning.
Draaglast en draagkracht zijn subjectieve begrippen. Je kunt ze niet meten. Bovendien is de draagkracht per persoon verschillend. Waar de een in een bepaalde situatie helemaal gestrest raakt, blijft een ander in dezelfde situatie rustig en doet wat er moet gebeuren. Het gaat dus niet om meetbare draaglast en draagkracht, maar om de manier waarop iemand het zelf ervaart. Bij cliënten is dit vaak uit balans.

Eventuele verdieping vind je in het boek methodisch begeleiden 7.3
Zelfregie en eigenkracht
Wanneer je zelf kunt bepalen hoe je je leven invult, spreek je van eigen regie. Je bent dan in staat om je eigen keuzes te maken. Je kunt dan bijvoorbeeld zelf bepalen welke mensen je ontmoet of welke hobby je oppakt. Dat betekent niet direct dat je alles ook zelf moet kunnen. Als je een beperking hebt, kun je niet alles zelf en heb je bij sommige dingen begeleiding nodig. Maar dan kun je nog wel zelf beslissen wat je wilt. Bij eigen regie sta jij aan het roer.

Bij eigen kracht gaat het erom wat je zelf kunt doen om je leven vorm te geven zoals jij dat wilt. Het gaat dan om het benutten van je talenten en je mogelijkheden. De overheid stimuleert burgers om zo veel mogelijk hun eigen kracht te gebruiken. Dat wat je zelf kunt, moet je ook zelf doen. 

Slide 14 - Tekstslide

Als je een beperking hebt en kwetsbaar bent, kun je niet alles zelf doen. Maar je kunt je eigen kracht wel uitbreiden. Dit wordt empowerment genoemd. Het is een proces waarbij je leert om je eigen regie en eigen kracht beter te benutten.
Zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is het vermogen om jezelf te kunnen redden met zo min mogelijk professionele steun. Dat betekent dat je in staat bent om je eigen problemen op te lossen. Datgene wat je kunt, doe je zelf. En voor wat je niet kunt tref je zelf voorzieningen (ondersteuning), zodat je toch mee kunt blijven doen in de samenleving. Je neemt het roer in eigen hand. 

De meeste mensen zijn zelfredzaam, maar er is ook een groep voor wie dit niet zo vanzelfsprekend is. Denk maar aan mensen met zware verstandelijke of lichamelijke beperkingen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding laatste 45 min.
Eindopdracht Participatie 
  • Voorblad
  • Inhoudsopgave
  • Inleiding
  • Beginsituatie  en ondersteuningsvragen (zie format)
  • Activiteitenplan (zie format)
  • Rubric BPV en school (lees beide nog eens door)

Info Participatie over de formats - Ga naar de tegel Participatie - Ga naar bronnen - open de map moduleplanning en open dan het document participatie beginsituatie + activiteitenplan


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2 



Zelfstandig aan de slag met de eindopdracht!
45 minuten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht Participatie 
  • Voorblad
  • Inhoudsopgave
  • Inleiding
  • Beginsituatie  en ondersteuningsvragen(zie format)
  • Activiteitenplan (zie format)
  • Rubric School en BPV (lees beide nog eens door)
Ga hier zelfstandig mee aan de slag of.................................
Meer uitleg nodig? Schrijf de komende 15 minuten je vragen op en dan krijg je na de 15 minuten antwoord op de vragen van de docent!

Als er tijd is kan de docent al feedback geven op jouw eindopdracht!


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rubric (score school)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rubric (score BPV)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eindopdracht, de rubrics en de formats zijn duidelijk voor mij
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb er vertrouwen in dat ik de eindopdracht kan afronden voor 14 juni
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
- Neem de lesson up lessen nog eens door!
- Lees nog eens de eindopdracht en de rubric goed door!

- Maak je beginsituatie en de ondersteuningsvragen af van de eindopdracht, 
- Lees het format van de activiteitenplan door en maak hier mee een start.
- Bedenk vast welke activiteit passend is bij jouw cliënt vanuit de beginsituatie/ zijn haar ondersteuningsvraag.

- Probeer dit voor volgende week zover mogelijk af te hebben voor de eerste GO van 3 juni!



.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies