Grammatica zinsontleding H5 , les 1, vwo 2 bijzinnen benoemen

Welkom
Telefoon in hotel?
Boek, leesboek, schrift laptop dicht op tafel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in hotel?
Boek, leesboek, schrift laptop dicht op tafel

Slide 1 - Tekstslide

We starten met stillezen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de lessenserie kun je:
- onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen
- zinsdeelzinnen herkennen en benoemen

  • Je herkent de voegwoorden, onderschikkend en nevenschikkend

Slide 3 - Tekstslide

Noteer onderstaande zin korter, door de bijzin te vervangen door één woord.
Omdat het keihard regent, blijf ik lekker binnen.

Slide 4 - Open vraag

Noteer onderstaande zin korter, door de bijzin te vervangen door één woord.
Piet heeft gehoord dat de excursie niet doorgaat.

Slide 5 - Open vraag

Noteer onderstaande zin korter, door de bijzin te vervangen door één woord.
Wie nu doorrijdt, geeft hij een waarschuwing.

Slide 6 - Open vraag

Noteer onderstaande zin korter, door de bijzin te vervangen door één woord.
Wie de wedstrijd wint, wordt clubkampioen.

Slide 7 - Open vraag

Zinsdeelzin
Een bijzin maakt onderdeel uit van de hoofdzin. De bijzin heeft daarin een functie: deze kan onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp of bijwoordelijke bepaling zijn. Omdat het gaat om een bijzin, noemen we die onderwerpszin (owzin), lijdend voorwerpszin (lvzin), meewerkend voorwerpszin (mvzin) en bijwoordelijke bepalingszin (bwbzin)

Slide 8 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen
- owzin
- lvzin
- mvzin
- bwbzin 

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan
1) Bepaal de bijzin
2) Vervang de bijzin door een woord of woordgroep
3) Ontleed deze nieuwe zin
4) De bijzin heeft dezelfde functie als als het woord/woordgroep waardoor je hem hebt vervangen.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld bijzin benoemen
Dat Yildiz biologie zou gaan studeren, had volgens mij niemand verwacht. 
  1. Bz: dat Yildiz biologie gaat studeren
  2. dat had niemand verwacht
  3. pv: had, ow: niemand, wg: had verwacht, lv: dat
  4. dat Yildiz biologie gaat studeren = lvzin  

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld bijzin benoemen
Hij verlaat het feest, omdat hij de laatste trein moet halen. 
  1. Bz: omdat hij de laatste trein moet halen
  2. daarom verlaat hij het feest
  3. daarom = bwb  
  4. omdat hij de laatste trein moet halen  = bwbzin 

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld bijzin benoemen
Wie in de toekomst op Mars gaat wonen, kan niet meer terugreizen naar Aarde: 
  1. Bz: wie in de toekomst op Mars gaat wonen
  2. Diegene kan niet meer terugreizen naar Aarde. 
  3. pv: kan, ow: diegene
  4. Wie in de toekomst op Mars gaat wonen = owzin 

Slide 13 - Tekstslide

Bijzinnen benoemen
  • Omdat ik geen zin heb in het feestje, ga ik niet mee. 
  • Wie zo slordig met mijn kampeerspullen omgaat, leen ik niets meer uit.
  • Je had ons wel even kunnen vertellen dat je per se in Maastricht wilt studeren.
  • Wie de nieuwe KNVB-voorzitter wordt, is onduidelijk.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de bijzin en door welk woord kun je de bijzin vervangen?

Omdat ik geen zin heb in het feestje, ga ik niet mee.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het grootgedrukte zinsdeel?

DAAROM ga ik niet mee
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de bijzin en door welk woord kun je de bijzin vervangen?
Wie zo slordig met mijn kampeerspullen omgaat, leen ik niets meer uit.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het grootgedrukte zinsdeel?

DIEGENE leen ik niets meer uit.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de bijzin en door welk woord kun je de bijzin vervangen?
Je had ons wel even kunnen vertellen dat je per se in Maastricht wilt studeren.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het grootgedrukte zinsdeel?

Je had ons DAT wel even kunnen vertellen.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de bijzin en door welk woord kun je de bijzin vervangen?

Wie de nieuwe KNVB-voorzitter wordt, is onduidelijk.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het grootgedrukte zinsdeel?

Dat is onduidelijk.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Huiswerk 15 november
Leren Hoofdstuk 5 Grammatica zinsdelen( blz 148)
Bij bronnen staan leerkaartjes, die je hierbij evt. kunnen helpen
Maak opdracht 1 en 3

Slide 24 - Tekstslide