(1) 2 presentaties en lv

Weekplanning
2 presentaties, daarna zelf aan de slag met grammatica lijdend vw H4 (blz. 118)

2 presentaties, daarna lezen H5 (blz. 132)


2 presentaties
Vandaag


Les 2, week 6


Les 3, week 6
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Weekplanning
2 presentaties, daarna zelf aan de slag met grammatica lijdend vw H4 (blz. 118)

2 presentaties, daarna lezen H5 (blz. 132)


2 presentaties
Vandaag


Les 2, week 6


Les 3, week 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 

  1. Uitleg weekwerk
  2. Grammatica: lijdend voorwerp
  3. Zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Weekwerk
  • 2 domeinen komen per week aan bod
  • Om de stof beter te laten 'landen' is het aan te raden dat je het weekwerk maakt. Je bent zo goed voorbereid op de aankomende toets
  • Aan het einde van de week is er tijd om jezelf na te kijken en vragen te stellen
  • In Magister vind je het weekwerk standaard op de laatste les Nederlands van de week

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




LESDOEL:
Je weet wat een lijdend voorwerp is en hoe je deze in een zin vindt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Twee mannen trekken de kabel uit de grond.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Straks gaat de buurman zijn zoon naar school brengen.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De loodgieter repareert de douche.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP

Let op: 
  • Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
  • Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!
Het lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is de persoon die iets overkomt in de zin.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekwerk grammatica
Waar? 
Bladzijde 118

Welke opdrachten?
1 en 2

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Nee, je bent zelf verantwoordelijk voor je leerproces. Zorg ervoor dat je de opdrachten die je opkrijgt maakt zodat je de kennis opneemt die je nodig hebt.
timer
13:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies