Week3_Dinsdag_3H_Poezie_Gedicht schrijven

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Terugblik
Stillezen
Poëzie klassikaal
Poëzie zelfstandig aan de slag
Evalueren 
Vooruitblik 
Kahoot!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging goed?
- Stillezen
- Presenteren
- Luisteren naar de presentaties

Wat kan beter?
- Voorbereiden in groepjes (presentatie)


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Je leert:
- op welke manieren beeld en poëzie elkaar beïnvloeden
- je analyseert een gedicht
- je test je kennis over de theorie (kahoot!)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Vertel: Dit is een schilderij van Vincent van Gogh. Als ik zou moeten vertellen over wat ik zie op dit schilderij, of over wat er op dit schilderij gebeurt, dan kan ik daar een heleboel woorden bij gebruiken. Maar het kan ook heel kort, luister maar... Ga vervolgens door naar de volgende slide. 

Zelfportret als schilder, 1887 - 1888

Een man met rood haar

zet streepjes in zijn gezicht

op een doek vol kleur.

Slide 7 - Tekstslide

Lees het gedicht voor. Vraag: - Wie weet welke dichtvorm dit is? > Het is een haiku, een dichtvorm die bedacht is in Japan. - Wie kan het rijmschema benoemen? - Is het een goed gedicht over dit schilderij? Waarom wel, of niet? Of gaat het misschien meer over de maker? Of over allebei?

een - man - met - rood - haar

zet - streep - jes - in - zijn - ge - zicht

op - een - doek - vol - kleur

Slide 8 - Tekstslide

Bespreek vervolgens de opbouw van het gedicht: drie regels, met rijmschema 5 - 7 - 5. Vertel dat het bij haiku's gaat het om het aantal lettergrepen, niet om het aantal woorden. Sta eventueel nog even stil bij het afbreken van woorden, en hoe iets soms anders kan klinken dan je het meestal schrijft: 'stree - pjes' vs. 'streep - jes'.
Dus: een haiku bestaat uit
drie regels, met rijmschema
5
7
5

Slide 9 - Tekstslide

Laat deze samenvatting even kort zien, alvorens naar het volgende voorbeeld te gaan. Is de groep al bekend met haiku's, dan is dit een goed moment om afwijkende rijmschema's (zie: VOORBEREIDING - differentiatie) te introduceren. Met de schrijftool onderaan de pagina kunnen de cijfers worden doorgestreept en aangepast.

Slide 10 - Tekstslide

Vertel: Dit schilderij (De oogst, 1888) maakte Vincent in het zuiden van Frankrijk. Het is een landschap met boeren die op een warme dag aan het oogsten zijn. Vincent schreef later in een brief dat zijn teken- en schilderwerk net zo zwaar was als het werk van de boeren op het land. Vraag: Hoe zou het zijn als jij, net als Vincent, in dat landschap zou staan? Wat zou je zien, horen, voelen, ruiken..?

De geur van het land

op een hete zomerdag

kriebelt in mijn neus.

Slide 11 - Tekstslide

Lees de haiku met de groep. Vraag: Is het een goed gedicht over dit schilderij? Waarom wel, of niet? Licht toe dat haiku's ook over een gevoel kunnen gaan dat je bij een schilderij hebt. Vraag een leerling om op het digibord de lettergrepen aan te geven. (Korter rijmschema? Vraag leerlingen dan hoe deze haiku anders zou kunnen. Bijvoorbeeld: De geur van stro - op een zomerdag - kietelt mijn neus; 4-5-4)

De - geur - van - het - land ...

op - een - he-te -zo-mer-dag

krie-belt -in -mijn- neus.

Slide 12 - Tekstslide

Laat tijdens de oefening deze slide op het digibord staan.
Wat is visuele poëzie?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord

Soms wordt door een kunstenaar beeld en tekst bij elkaar geplaatst. Het beeld moet dan de inhoud van de tekst versterken. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Wat ging er goed?
Wat kan er de volgende keer beter?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is concrete poëzie?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Het gedicht en de vorm waarin het is opgeschreven vallen samen. Dit heet concrete poëzie.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Wat ging er goed?
Wat kan er de volgende keer beter?


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Wat ging er goed?
Wat kan er de volgende keer beter?


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klasikaal  werkblad 1



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen? 

Klaar? Kies uit:

A) Maak opdracht 1 en 2 van blz 213/214 (afmaken)

B) Bedenk een gedicht met een stijlfguur, beeldspraak van 3 strofen. 



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Bedenkt een haiku. Kijk goed en vraag: Wat zie ik? Wat gebeurt er? Welk gevoel krijg ik erbij?
  • Herkent een lezer in jouw haiku het schilderij waar het over gaat?

  • Slide 22 - Tekstslide

    Laat de leerlingen een keuze maken en ca. 10 minuten aan hun haiku werken. Daarvoor kunnen ze hun eerste versies op kladpapier maken. Zijn ze tevreden, dan kunnen ze hun haiku in het net overschrijven op een stevig velletje A5-papier.

    1. Noteer één voorbeeld van assonantie uit de eerste strofe. 
    2. Noteer één voorbeeld van alliteratie uit de eerste strofe.
    3. Dit gedicht bevat veel beeldspraak. Noteer de beeldspraak uit de eerste versregel.
    4. Hoe noemen we deze vorm van beeldspraak?
    5. Noteer de beeldspraak uit de vierde versregel.
    6. Hoe noemen we deze vorm van beeldspraak?
    7. Zeg kort in eigen woorden wat er in de eerste strofe wordt beschreven.
    8. Noteer de eerste beeldspraak die je tegenkomt in de tweede strofe.
    9. Hoe noemen we deze vorm van beeldspraak?
    10. Deze vorm van beeldspraak kom je in de tweede strofe nog een keer tegen. Citeer de woorden waarin die beeldspraak voorkomt.
    11. Waar is ‘handvol’ (eerste versregel derde strofe) een metafoor voor?
    12. Waarom heeft de dichteres deze metafoor hier gebruikt?
    13. Beschrijf hoe de maandag in dit gedicht wordt ervaren.

    Maandag

    Uit de versufte tunnel nacht 
    ratelt een blikken zeer goedkope
    morgen vrij en zet een volle
    week als een valluik open

    straten worstelen zich verwoed
    een uitweg naar de buitenwijken
    een enkele boom op een ontnuchterd plein
    houdt moeizaam stand

    over een handvol uren zullen andere
    maar even oude even machteloze
    gebaren deze dag weer tot de avond hebben
    uitgehold.


    Uit: Ellen Warmond, Proeftuin, Den Haag, 1953.


    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies


    1. Noteer één voorbeeld van assonantie uit de eerste strofe. 
    2. Noteer één voorbeeld van alliteratie uit de eerste strofe.
    3. Dit gedicht bevat veel beeldspraak. Noteer de beeldspraak uit de eerste versregel.
    4. Hoe noemen we deze vorm van beeldspraak?
    5. Noteer de beeldspraak uit de vierde versregel.
    6. Hoe noemen we deze vorm van beeldspraak?
    7. Zeg kort in eigen woorden wat er in de eerste strofe wordt beschreven.
    8. Noteer de eerste beeldspraak die je tegenkomt in de tweede strofe.
    9. Hoe noemen we deze vorm van beeldspraak?
    10. Deze vorm van beeldspraak kom je in de tweede strofe nog een keer tegen. Citeer de woorden waarin die beeldspraak voorkomt.
    11. Waar is ‘handvol’ (eerste versregel derde strofe) een metafoor voor?
    12. Waarom heeft de dichteres deze metafoor hier gebruikt?
    13. Beschrijf hoe de maandag in dit gedicht wordt ervaren.

    Maandag

    Uit de versufte tunnel nacht (personificatie)
    ratelt een blikken zeer goedkope
    morgen vrij en zet een volle
    week als een valluik open (vergelijking)

    straten worstelen zich verwoed
    een uitweg naar de buitenwijken
    een enkele boom op een ontnuchterd plein
    houdt moeizaam stand

    over een handvol uren zullen andere
    maar even oude even machteloze
    gebaren deze dag weer tot de avond hebben
    uitgehold.


    Uit: Ellen Warmond, Proeftuin, Den Haag, 1953.


    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat ging goed?
    Wat kan er de volgende keer beter?

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 27 - Link

    Deze slide heeft geen instructies

    Zijn er nog vragen?

    Slide 28 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 29 - Link

    Deze slide heeft geen instructies