09. Thema 2.4 De organen voor vertering (1) 22-11

Thema 2: Voeding en vertering
KGT Basisstof 4: / BK Basisstof 6
De organen voor vertering
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: Voeding en vertering
KGT Basisstof 4: / BK Basisstof 6
De organen voor vertering

Slide 1 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Vandaag
Huiswerk bespreken
Instructie § 2.6
Aan de slag 
 Huiswerk opgeven

Huiswerk bespreken
 Instructie § 2.4
Aan de slag
 Huiswerk opgeven



BK
KGT
6 min
16 min
20 min
2 min


Slide 2 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 22 november
Maken § 2.5
+
Leren 2.5
+
Nakijken

Maken § 2.5
+
Leren 2.5
+
Nakijken


BK
KGT

Slide 3 - Tekstslide

Doel: 
BK: zie blz 124/125) / KGT: (zie blz 151 van je boek)
  • Je benoemt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel.
  • Je noemt de functies en kenmerken van de delen van het  verteringsstelsel.

Slide 4 - Tekstslide

Verteren:
Is het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen:
De verteringsproducten

Slide 5 - Tekstslide

Het verteringsstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Vertering
  • Verteringsstelsel 
  • Darmkanaal 

  • Direct opnemen: glucose, water, vitaminen en mineralen. 
  • Niet direct opnemen: eiwitten, koolhydraten en vetten. 
  • Dit moet verteerd worden


Slide 7 - Tekstslide

Vertering
Vertering is het omzetten van voedingsstoffen in verteringsproducten.
Verteringsklieren maken verteringssappen:
  • speekselklieren
  • maagsapklieren
  • lever en afvleesklier
  • darmsapklieren (in de dunne darm)
Deze sappen zetten voedingsstoffen om in verteringsproducten. 
Die laatste worden vanuit de dunne darm opgenomen in het bloed.

Slide 8 - Tekstslide

Organen
De organen van het verteringsstelsel liggen voornamelijk in de romp.

Slide 9 - Tekstslide

Mondholte, keelholte, slokdarm
Speekselklieren produceren speeksel. 
Goed kauwen = 
1) voedingsstoffen beter bereikbaar en 
2) oppervlak van het voedsel groter, waardoor verteringssappen er beter bij kunnen.

Slide 10 - Tekstslide

Maag
Maagsap = verteringssap
De maag mengt de voedselbrij.

Slide 11 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier 
Gal en alvleessap wordt toegevoegd.

Galblaas is een opslagplaats; geen klier.

Gal verteert niet, maar emulgeert.

Slide 12 - Tekstslide

Emulgeren 
Vetten mengen zich niet met water, maar vormen grote druppels.

Gal verdeelt dit in kleinere druppels; het oppervlak wordt hierdoor vergroot, waardoor verteringssappen het vet beter kan afbreken.

Slide 13 - Tekstslide

Dunne darm
In de wand liggen darmsapklieren die darmsap produceren.
Darmsap verteert de laatste resten voedingsstoffen.

Slide 14 - Tekstslide

Blinde darm, dikke darm & endeldarm
Onverteerde voedselresten komen in de dikke darm. De dikke darm onttrekt het vele water wat zich hier nog in bevindt.
De ingedikte voedselresten gaan naar de endeldarm.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Doel: 
BK: zie blz 124/125) / KGT: (zie blz 151 van je boek)
  • Je benoemt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel.
  • Je noemt de functies en kenmerken van de delen van het  verteringsstelsel.

Slide 17 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 28 november
Maken § 2.6: 1-5
+
Leren 2.1+ 2.2 + 2.6
+
Nakijken

Maken § 2.4: 1-5
+
Leren 2.1+ 2.2 + 2.4
+
Nakijken


BK
KGT

Slide 18 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide