H3 week 20 Grammatica

dinsdag 18 mei

H3e: les 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 18 mei

H3e: les 1

Slide 1 - Tekstslide

vandaag
let op: volgende week donderdag toets grammatica samengestelde zin

bespreken & nakijken zinnen oefening 7

huiswerk morgen: volledig ontleden zinnen van oefening 7

Slide 2 - Tekstslide

woensdag 19 mei

H3e: les 2

Slide 3 - Tekstslide

vandaag
- volgende week donderdag: toets grammatica ontleden
- quizvraagjes 
- bespreken ontleden zinnen oefening 7 (huiswerk) > vanaf zin 5
- huiswerk morgen: maken oefening 6: vraag 1 t/m 4

Slide 4 - Tekstslide

Het voegwoord: OMDAT is .....
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
.... geen voegwoord

Slide 5 - Quizvraag

Het voegwoord: SLECHTS is ..........
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
..... geen voegwoord

Slide 6 - Quizvraag

Het voegwoord: HOEWEL is........
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
..... geen voegwoord

Slide 7 - Quizvraag

Het voegwoord: WANT is ........
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
..... geen voegwoord

Slide 8 - Quizvraag

Als ik later groot ben, word ik misschien wel piloot.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 9 - Quizvraag

Wie van sporten houdt, kan vanmiddag echt helemaal los.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil dat zij morgen haar huiswerk gaat maken.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 11 - Quizvraag

In een hoofdzin staan ONDERWERP EN PERSOONSVORM direct naast elkaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In een hoofdzin staat DE PERSOONSVORM meestal achteraan in de zin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

een nevenschikkend voegwoord staat aan het begin van de bijzin en ontleed je dus in de bijzin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

donderdag 20 mei

H3e: les 3

Slide 15 - Tekstslide

vandaag
- schoolmail verstuurd
- 2 sheets: belangrijk om te leren
- bespreken huiswerk: oefening 6 vraag 1 t/m 4

- start huiswerk: ontleed 8 zinnen van oefening 11 helemaal
(dus: hoofdzinnen helemaal ontleden, bijzinnen tussen zinsdeelstreepjes zetten en benoemen als zinsdeel)

Slide 16 - Tekstslide

belangrijk om te leren:

woordsoorten: 
1. hww/zww/kww
2. voegwoorden
3. betrekkelijk vnw
4. aanwijz. vnw
5. vragend vnw
6. onbepaald vnw
7. telwoorden

Slide 17 - Tekstslide

belangrijk om te leren:

ontleden

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zinnen
3. wg/ng (inclusief 6 koppelwerkwoorden)
4. ond/ lv/ mv/ vzv/ bwb
5. kenmerken BZ en HZ > je moet ze kunnen herkennen

Slide 18 - Tekstslide

start huiswerk
- start huiswerk: ontleed 8 zinnen van oefening 11 helemaal
(dus: hoofdzinnen helemaal ontleden, bijzinnen tussen zinsdeelstreepjes zetten en benoemen als zinsdeel)

Slide 19 - Tekstslide