Les 7 - laatste les voor de toetsweek

Welkom!
Voor de thuisblijvers:
  • Webcam aan + werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand;
  • Aanmelden www.Lessonup.app via code.

Voor leerlingen in de klas:
  • Werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand.
  • Telefoon wanneer we deze nodig hebben voor LessonUp.


timer
2:00
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Voor de thuisblijvers:
  • Webcam aan + werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand;
  • Aanmelden www.Lessonup.app via code.

Voor leerlingen in de klas:
  • Werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand.
  • Telefoon wanneer we deze nodig hebben voor LessonUp.


timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Voor de thuisblijvers: hoe goed ben ik te verstaan via de headset?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Toetsweek: 25 mei van 09:00 - 10:30 (90 min. toets) staat aardrijkskunde op het programma.

Vergeet niet een atlas mee te nemen!

Slide 3 - Tekstslide

H3:

3.1 Regionale beeldvorming
3.2 Landschappen
3.3 Klimaten
3.4 Bevolking: spreiding, samenstelling en groei.
3.5 Welvaart en welzijn
3.6 Ontwikkeling van de economie
3.7 Economische integratie en infrastructuur
3.8 Politieke ontwikkelingen
3.9 Vergelijking van Zuid-Amerika en Zuidoost-Azie: Sociaal-cultureel
3.10 Vergelijking van Zuid-Amerika en Zuidoost-Azie: sociaal-economisch



H3. Zuid-Amerika

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag



Toetsweek stof H3 doornemen aan de hand van een kennen & kunnen lijstje.

Slide 5 - Tekstslide

Kennen-kunnen-begrijpen lijstje

Slide 6 - Tekstslide

1. Wat is het verschil tussen een mental map en een geografisch beeld?

Slide 7 - Tekstslide

Beeldvorming
Een stereotype is een beeld dat mensen van een onbekend gebied hebben, gebaseerd op vooroordelen.

Stereotypes ontstaan door perceptie (de manier waarop je op basis van juiste of onjuiste informatie de werkelijkheid inkleurt).

Slide 8 - Tekstslide

2. Welke stereotyperingen zijn er over Zuid-Amerika?

Slide 9 - Tekstslide

Stereotypes Zuid-Amerika
  • Indianen
  • Katholiek
  • Spaans
  • Armoede
  • Sloppenwijken
  • Corruptie
  • Geweld / drugs

Slide 10 - Tekstslide

3. Waarom kom je in het Andesgebergte het stollingsgesteente Andesiet tegen?

4. Waarom kom je in het oostelijk deel van Zuid-Amerika weinig tot geen aardbevingen, vulkanisme en gebergtevorming voor?

5. Waarom kom je in het westelijk deel van Zuid-Amerika actief vulkanisme voor?

Slide 11 - Tekstslide

Plaattektoniek
Bij convergente platen kan er subductie ontstaan (oceanische korst duikt onder continentale korst).

West: actieve continentrand
Oost: passieve continentrand

Slide 12 - Tekstslide

Westelijk Zuid-Amerika
Oceanische nazcaplaat en antarctische plaat duiken onder de continentale korst van de zuid-amerikaanse plaat noemen we...?

- Hierdoor veel explosief vulkanisme. Ontwikkeling gesteente genaamd Andesiet (genaamd naar..... ?)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

West: de Andes
De Andes bestaat uit meerdere bergketens (Cordilleras). Kenmerk = reliëf.

Hiertussen ligt hoogvlakte of hoogland (Altiplano). 
Kenmerk = weinig reliëf.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

West: Voorlandbekken
Bij subductie ontstaat een voorlandbekken 
(ten oosten van het gebergte in Z-A):

wegduikende plaat trekt continent naar 
zich toe + gebergte zorgt voor veel 
gewicht op de plaat > berg + omringende 
land zakt in mantel > bekken ontstaat 
> sedimentatie in bekken.

Slide 17 - Tekstslide

Oost: passieve continentrand

Aan de oostkant treden weinig of geen tektonische verschijnselen op.

Ten oosten van het Andes vinden we schilden (kern van een continent, waar de oudste gesteenten voor komen).

Slide 18 - Tekstslide

6. Met welke klimatologische factoren kan je de aanwezigheid van klimaten in Zuid-Amerika verklaren?

Slide 19 - Tekstslide

Bron 13

Slide 20 - Tekstslide

Vegetatiezones
In Zuid-Amerika zijn drie soorten vegetatiezones met een savanneklimaat (Aw):
  • Grassavanne met bomen -> Llanes 
  • Savanne met doornstruiken en galerijbossen langs de rivieren -> Caatinga
  • Boomsavanne -> Cerrado

Slide 21 - Tekstslide

Noordelijke helft Zuid-Amerika ligt volledig in de tropen
Toch zijn er grote verschillen te vinden.

Hoe ontstaan de verschillen?
  • temperatuur
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • loef- en lijzijde

Slide 22 - Tekstslide

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat-, vegetatie- en landschapszones worden bepaald door klimaatfactoren:
  • Breedteligging
  • Hoogteligging
  • loef/lijzijde
  • invloed zee- en luchtstromen
  •  Land-zeeverdeling

  • Wat verstoort af en toe het patroon van zee- en luchtstromen? 
El Nino

Slide 23 - Tekstslide

7. Waarom schuiven landen op in het demografisch transitiemodel?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

7. Op welke manieren is de ruimtelijke ongelijkheid in Zuid-Amerika zichtbaar, en waarom is de sociale ongelijkheid sterk afgenomen in deze regio?

Slide 26 - Tekstslide

BBP/per hoofd; goede graadmeter?
Nee, grote ongelijkheid binnen landen --> sociale polarisatie

Ook belangrijk om te kijken naar hoe kwetsbaar de economie van een land is.

Wat maakt een economie kwetsbaar?

Slide 27 - Tekstslide

Sociale polarisatie in de stad
Binnen steden vooral zichtbaar in verdeling van de woonruimte
Favela (informal cities)              vs.                      Gated Community

Slide 28 - Tekstslide

Sociale polarisatie op het platteland
Grote landbouwbedrijven tegenover kleine keuterboeren
Latifundia                        vs.                                     Minifundia

Slide 29 - Tekstslide

Word de sociale polarisatie teruggedrongen?
Niet eenvoudig --> corruptie overheerst vaak

Mensen in de bovenlaag bewijzen groepen mensen een dienst in ruil voor politieke steun --> cliëntisme --> bovenlaag blijft aan de macht

Slide 30 - Tekstslide

De Lorenzcurve

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

8. Waarom neemt ontbossing toe als gevolg van de aanleg van infrastructurele projecten?3

Slide 33 - Tekstslide

IIRSA-programma

Het Initiatief voor Infrastructurele Integratie van Zuid-Amerika
Wanneer?
Gestart in 2000

Doel?
Infrastructuur verschillende landen aan elkaar koppelen.

Hoe?
Aanleg transnationale ontwikkelingsassen






Slide 34 - Tekstslide

Gevolgen van het IIRSA-programma

Voordelen
- Lagere transportkosten
- Integratie van de Zuid-Amerikaanse economiën
- Betere toegang tot de voorzieningen voor de bevolking

Nadelen?



Slide 35 - Tekstslide

Gevolgen van het IIRSA-programma

Nadelen
- Bedreiging inheemse economieën/culturen zoals de Indianen
- Ontbossing ==> afname biodiversiteit)
- Landgrabbing
- Toename regionale ongelijkheid ==> gebieden aan de assen ten opzichte van gebieden buiten de assen




Slide 36 - Tekstslide

Voordoen: examentraining opgave 1

Slide 37 - Tekstslide

Zelf oefenen: Maken examentraining opgave 2 in je werkboek (blz 58 en 59). 
timer
30:00

Slide 38 - Tekstslide