Stijlfiguren 4

Van welk stijlfiguur is hier sprake:
Piet laat zijn hond uit, omdat de hond van Piet anders in huis poept.
A
Hyperbool
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Herhaling
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Van welk stijlfiguur is hier sprake:
Piet laat zijn hond uit, omdat de hond van Piet anders in huis poept.
A
Hyperbool
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Herhaling

Slide 1 - Quizvraag

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wij blijven voor eeuwig en altijd bij elkaar.
A
Onomatopee
B
Eufemisme
C
Tautologie
D
Understatement

Slide 2 - Quizvraag

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Natuurlijk mag je tijdens de uitleg naar de wc." Zegt de docent met een glimlach.
A
Sarcasme
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Understatement

Slide 3 - Quizvraag

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij heeft iets te diep in het glaasje gekeken.
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Ironie
D
Onomatopee

Slide 4 - Quizvraag

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
De bal rolt goed over het groene gras.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 5 - Quizvraag

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij brak mijn hart toen hij het uit maakte.
A
Sarcasme
B
Ironie
C
Hyperbool
D
Herhaling

Slide 6 - Quizvraag

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Ik heb nieuwe schoentjes gekocht." zegt de man met schoenmaat 52.
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Pleonasme
D
Tautologie

Slide 7 - Quizvraag

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wat fijn dat je mijn telefoon hebt laten vallen." zegt het meisje boos.
A
Sarcasme
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Herhaling

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet het stijlfiguur waarbij je geluiden in woorden opschrijft?
A
Anamatapee
B
Onematopee
C
Animatiepee
D
Onomatopee

Slide 9 - Quizvraag

De stijlfiguren van vandaag
Tegenstelling
Opsomming
Climax
Anti-climax

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Tegenstelling

Een tegenstelling is heel simpel. Het zijn de dingen die het tegenovergestelde zijn.

Groot - klein

Dik - dun

Lang - kort

etcetera

Slide 12 - Tekstslide

Opsomming

Een opsomming, of enumeratie, zijn dingen die bij elkaar horen en in een bepaalde volgorde opgeschreven worden.

Deze herken je aan:

Dots of aandachtsstreepjes

Komma's

en soms aan een dubbele punt voorafgaand aan de opsomming

Slide 13 - Tekstslide

Een voorbeeld

De docent heeft graag dat er rustig, stil en met aandacht gewerkt wordt.


De leerlingen willen:

- Meer vrije tijd

- Minder school

- Geen huiswerk

Slide 14 - Tekstslide

Climax
Anti-climax

Slide 15 - Tekstslide

Climax


Een climax bouwt op naar een hoogtepunt:


groot, groter, grootst

rijk, rijker, rijkst

3, 2, 1,... KaBOOOM!

Anti-climax


Een ant-climax bouwt op naar een hoogtepunt, maar heeft een teleurstellende afloop.


Groot, groter, nog groter, klein

3, 2, 1,... plof


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Opdracht

Bedenk met de vier stijlfiguren van vandaag voorbeelden.


Welke stijlfiguren zitten er in de voorbeelden verborgen?

Slide 18 - Tekstslide

Slot

Bekijk nog eens alle stijlfiguren en stel vragen aan je docent als je die nog hebt.


Veel succes bij het schoolexamen over stijlfiguren!

Slide 19 - Tekstslide