Les 2 Geslachtschromosomen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Geslachtschromosomen 
blz. 166 - 168 tekstboek

Inhoud les:

-  Uitleg geslachtschromosomen
- Opdrachten bespreken
- Practicum "Je eigen DNA"

Slide 2 - Tekstslide

Een jongen gaat in de zomervakantie bij een tuincentrum werken. Hij krijgt eelt op zijn handen.
Verandert het fenotype van deze jongen als er eelt op zijn handen komt?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Verandert het genotype van deze jongen als er eelt op zijn handen komt?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

De jongen blijft zijn verdere leven veel met zijn handen werken. Hij heeft veel eelt op zijn handen.
Hij krijgt twee kinderen.
Is de eigenschap 'eelt op de handen' erfelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Een tuinder snijdt een stekje van de plant af en geeft dat cadeau aan een vriend. De vriend zet het stekje in de tuin. Het jaar daarop krijgt de vriend blauwe bloemen aan de plant.
Is het genotype anders dan die van de moederplant?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel

Kunnen beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.


Basisstof 2

Slide 7 - Tekstslide

Geslachtschromosomen

Het 23ste paar noem je de geslachtschromosomen


Dit is bij en meisje XX

Dit is bij een jongen XY (2 verschillende chromosomen)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Verschil
Bij meiose krijg je uiteindelijk dus 23 chromosomen. 

Dit is logisch, als een eicel en zaadcel bij elkaar komen krijg je automatisch weer 46 chromosomen. 

Slide 13 - Tekstslide

Geslachtsbepaling
Mannen hebben een X en een Y chromosoom. Zij krijgen bij reductiedeling dus X zaadcellen en Y zaadcellen. 

Vrouwen hebben een X en een X chromosoom. Zij krijgen bij reductiedeling dus alleen maar X eicellen. 

De kans op een jongentje of een meisje is dus theoretisch 50%.

Slide 14 - Tekstslide

Op je ouders lijken??
De helft van de chromosomen van de vader en de helft van de chromosomen van de moeder


Bij elke zwangerschap worden andere chromosomen doorgegeven.
(broers en zussen lijken op elkaar, maar er zijn ook verschillen)

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel geslachtschromosomen komen voor in een geslachtscel van een mens?
A
1
B
2

Slide 16 - Quizvraag

Opdrachten

Gebruik handboek blz. 166 - 168

Opdracht 4 t/m 8blz. 152 t/m 155


    Kijk de opdrachten na met het nakijkboek




timer
12:00000

Slide 17 - Tekstslide

Practicum

 Belangrijk tijdens het practicum:


  1. Niet te voorzichtig zijn bij het verzamelen van het wangslijmvlies.

  2. De spiritus voorzichtig (=langzaam) bovenop het speeksel wordt gegoten, maar niet té voorzichtig. Er moet enige mening optreden.

  3. Er niet geschud wordt.







Practicum

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Een tweeling (zelfde genotype) De rechter man rookt

Slide 20 - Tekstslide

De rechter vrouw rookt

Slide 21 - Tekstslide

man/vrouw
• 46 chromosomen
• 22 paar chromosomen even lang
• 23e paar chromosomen zijn niet even lang(geslachtschromosomen)
• grote chromosoom X
• kleine chromosoom Y
• XX= meisje
• XY= Jongen

Slide 22 - Tekstslide

Meiose
Meiose is reductiedeling. Reductie betekent vermindering. Bij mitose krijgt een cel 46 chromosomen. 

Bij Meiose maar de helft. 23 chromosomen. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Karyogram
Hiernaast zie je het karyogram van een kat. 

Is dit een kater (mannetje) of een poes (vrouwtje)?

Slide 25 - Tekstslide

Dit is het karyogram van een:
A
Kater (mannetje)
B
Poes (vrouwtje)

Slide 26 - Quizvraag