Assisteren in de gezondheidszorg blok 4 deel 1

Assisteren in de gezondheidszorg blok 4 deel 1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Assisteren in de gezondheidszorg blok 4 deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kinderziektes?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom noemt men het kinderziektes?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke kinderziektes heb je?
  • Waterpokken 
  • Rodehond 
  • Mazelen
  • Kinkhoest
  • Roodvonk 
  • Krentenbaard
  • Hersenvliesontsteking 
  • Bof
  • 5e ziekte /6e ziekte
  • Pfeiffer (vaak bij jongeren tot 25 jaar)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 5 kinderziektes (er zijn er 14)

Slide 6 - Open vraag

  1. Bof, 
  2. difterie, 
  3. hersenvliesontsteking, 
  4. mazelen, 
  5. kinkhoest, 
  6. krentenbaard, 
  7. polio, 
  8. pseudokroep, 
  9. rode hond, 
  10. roodvonk, 
  11. rotavirus, 
  12. vrijfdeziekte, 
  13. waterpokken, 
  14. zesde ziekte. 
Wel een vaccinatie
Geen vaccinatie
Bof
Mazelen
Rode hond
Tetanus
Polio
Difterie
Kinkhoest
Krentenbaard
Waterpokken
Pfeiffer
Meningokokken C 
(hersenvliesontsteking)
Baarmoederhalskanker
Hepatitis B (geelzucht)
5e ziekte
6e ziekte
Toxoplasmose

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Immuun/ immuniteit = onvatbaarheid voor een ziekte

Actief = zelf antistoffen maken

 Natuurlijke immuniteit
ziekte zelf doormaken, waardoor je antistoffen gaat maken
Serum = inenting met een antistof

Passief= antistoffen worden ingespoten
Kunstmatige immuniteit = vaccinatie (inenting) waardoor je antistoffen gaat maken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

natuurlijke immuniteit
kunstmatige immuniteit

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vormen van immuniteit
  • Natuurlijke immuniteit.
  • Zelf antistoffen maken, tijdje ziek.

  • Kunstmatige immuniteit.
  • inenting met dode/ verzwakte ziekteverwekkers (=vaccinatie). Het lichaam reageert hierop door antistoffen te maken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antiserum
vaccin
Natuurlijke actieve immuniteit
Kunstmatige actieve immuniteit
Kunstmatige passieve immuniteit

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 infectieziektes leveren gevaar voor moeder en kind op tijdens de zwangerschap?
A
Waterpokken, Rubella, Rode Hond
B
Waterpokken, Rode hond, Toxoplasmose
C
Roodvonk, Diabetes, Krentenbaard
D
Roodvonk, Toxoplasmose, Rode Hond

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken opdrachten blok 4
1, 3, 4, 5, 5.2(com)
6, 7 (poster)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen theorietoets 15-2
Gezondheidzorg in Nederland,Taken en functies in de zorg
Ontvangst, Schone werkomgeving,Communiceren met de patiënt
Noteren, Voorraad, Protocollen
BMI, Lengte meten, Buikomvang, Tempratuur opmeten, bloeddruk meten, bloedsuiker controle
Kinderziekten, inentingen, 
Ziekte van pfeiffer
Ziek tijdens zwangerschap, preventie bij zwangerschap




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies