Extrastof 7 vaccineren

Extrastof 7 vaccineren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Extrastof 7 vaccineren

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Immuniteit die ontstaat doordat je ziek bent geweest, noem je natuurlijke immuniteit.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is natuurlijke immuniteit?
A
Het gebruik van medicijnen om ziekten te voorkomen.
B
Het ontstaat door inenting met een vaccin.
C
Het ontstaat doordat je de ziekte doormaakt.
D
Het vermijden van contact met zieke mensen.

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer spreken we van natuurlijke immuniteit?
A
als je een ziekte hebt gehad en daarna immuun bent
B
als je immuun bent door een vaccinatie
C
als je immuun bent , terwijl je de ziekte nooit hebt gehad

Slide 6 - Quizvraag

Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Ziekte doormaken
Injectie met verzwakte/dode (delen van een) ziekteverwekker
Productie van antistoffen
Witte bloedcellen onthouden de geproduceerde antistof

Slide 7 - Sleepvraag

Natuurlijk
Kunstmatig
Immuniteit
Je krijgt waterpokken en wordt beter.
Injectie met een vaccin.

Slide 8 - Sleepvraag

Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Witte bloedcellen maken antistoffen
Witte bloedcellen sluiten bacteriën in
Je krijgt een inenting met dode of verzwakte ziekteverwekkers 

Slide 9 - Sleepvraag

Zet de plaatjes over natuurlijke immuniteit in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 10 - Sleepvraag

Immuniteit die ontstaat door vaccinatie, is kunstmatige immuniteit.

Slide 11 - Tekstslide

Tegen sommige ziekten, zoals mazelen, difterie en kinkhoest, krijg je als kind een inenting (een prik, zie afbeelding 1). Bij zo’n inenting of vaccinatie wordt een klein beetje dode of verzwakte ziekteverwekker in je bloed gespoten. Dat heet een vaccin (spreek uit: vak-sèn). Je wordt daarvan niet ziek, maar je witte bloedcellen gaan wel antistoffen maken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Een nadeel van passieve immuniteit is...
A
het is duur omdat het maken van antistoffen duur is
B
het is kortdurend omdat de antistoffen na een aantal weken afgebroken worden
C
het is kortdurend omdat de antistoffen maar kort aangemaakt worden door je lichaam
D
het is gevaarlijk om antistoffen in je lichaam te spuiten

Slide 14 - Quizvraag

Je bent immuun tegen pokken. Ben je dan ook direct immuun tegen de mazelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Wat is immuniteit (als je immuun bent) tegen een ziekte?
A
Dat je niet meer ziek wordt van een bekende ziekteverwekker.
B
Dat je tegen verschillende ziekten en gifstoffen kunt.
C
Dat je niet ziek wordt omdat er maar weinig ziekteverwekkers zijn.
D
Dat je afweersysteem heel goed tegen ziektekiemen werkt.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van passieve immuniteit?
A
Het lichaam maakt zelf antistoffen aan.
B
Het lichaam krijgt antistoffen van buitenaf.
C
Het is altijd blijvend.
D
Het treedt alleen op na een vaccinatie.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door medicijnen
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.

Slide 18 - Quizvraag

Wel een vaccinatie
Geen vaccinatie
Bof
Mazelen
Rode hond
Tetanus
Polio
Difterie
Kinkhoest
Krentenbaard
Waterpokken
Pfeiffer
Meningokokken C (hersenvliesontsteking)
Baarmoederhalskanker
Hepatitis B (geelzucht)
5e ziekte
6e ziekte
Toxoplasmose

Slide 19 - Sleepvraag

Klaar?
Maak nu opdracht 1, 2 & 4.

Slide 20 - Tekstslide