Herhaling Lezen H456

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 2C

Vandaag...
- dagopening
- herhaling Lezen H4, 5, 6


Huiswerk vrijdag 5 maart
- Maken: online alle opdrachten van Lezen hoofdstuk 6

Huiswerk dinsdag 9 maart
- Toets Lezen hoofdstuk 4, 5, 6


Leerdoelen
- Ik beheers de leerdoelen van Lezen hoofdstuk 4, 5 en 6
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 2C

Vandaag...
- dagopening
- herhaling Lezen H4, 5, 6


Huiswerk vrijdag 5 maart
- Maken: online alle opdrachten van Lezen hoofdstuk 6

Huiswerk dinsdag 9 maart
- Toets Lezen hoofdstuk 4, 5, 6


Leerdoelen
- Ik beheers de leerdoelen van Lezen hoofdstuk 4, 5 en 6

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen lezen hoofdstuk 4
Leerdoelen TL:
-Ik kan feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen

Leerdoelen havo:
-Ik kan onderscheid maken tussen standpunten en argumenten
-Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden

Slide 2 - Tekstslide

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kun je controleren


Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 

€50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Slide 3 - Tekstslide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt

Het is niet controleerbaar

-Je kunt het eens of oneens zijn

Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 4 - Tekstslide

ARGUMENT

- Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.

- Je herkent een agument aan signaalwoorden als:

want, namelijk, omdat



Voorbeeld van een argument:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden
Je herkent een mening aan:
- Ik vind dat...
- Zij vindt dat...
- Ik ben van mening...
Je herkent een argument aan:
- Ik vind dit, omdat...
- Zij vindt zus, want...

Slide 6 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'IT' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Deze vraag heb ik nog over Lezen hoofdstuk 4:

Slide 12 - Open vraag

Leerdoel Lezen hoofdstuk 5


- Ik kan kritisch lezen om te beoordelen of een tekst 
objectief en betrouwbaar is.

Slide 13 - Tekstslide

Wat doe je als je een tekst kritisch leest?
A
Je bekijkt de tekst en leest de eerste alinea
B
Je leest de eerste en de laatste zin van de alinea's
C
Je leest de tekst van het begin tot aan het eind goed door
D
Je leest de tekst en beoordeelt of de informatie juist en betrouwbaar is

Slide 14 - Quizvraag

De betrouwbaarheid van een artikel nagaan
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Kritisch lezen
D
Studerend lezen

Slide 15 - Quizvraag

Je wil de tekst helemaal begrijpen. Welke leesmanier gebruik je?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Precies lezen
D
Kritisch lezen

Slide 16 - Quizvraag

0

Slide 17 - Video

Zet de volgende bronnen op volgorde van betrouwbaarheid. 
Van minst betrouwbaar naar betrouwbaarst.
1
3
4
5

Slide 18 - Sleepvraag

Waar moet je op letten als je de betrouwbaarheid van informatie wilt controleren? 
Betrouwbaarheid

Slide 19 - Woordweb

Deze vraag heb ik nog over Lezen hoofdstuk 5

Slide 20 - Open vraag

Leerdoel Lezen hoofdstuk 6

- Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is.

Slide 21 - Tekstslide


Lees de tekstjes hier links. Welke bron is geschikt voor een kind uit groep 6?

Bron 1 en  2 
Alleen bron 2
Geen van beide bronnen.
Alleen bron 1 .

Slide 22 - Sleepvraag

Deze vraag heb ik nog over Lezen hoofdstuk 6:

Slide 23 - Open vraag

En nu...
Extra oefenen:
- trainen
- extra opdrachten

Dinsdag 9 maart: toets Lezen hoofdstuk 4, 5, 6
Leren: theorie Lezen hoofdstuk 4, 5, 6
Oefenen: trainen en extra opdrachten in de online methode

Slide 24 - Tekstslide