Allergie les 2

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FpzthMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2
  • 5 min- Inleiding
  • 5 min- Vorige les
  • 15 min- Theorie Hooikoorts, Huisstofmijt en anafylactische shock
  • 15 min- Opdrachten maken
  • 10 min- Opdrachten nabespreken
  • 5 min- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les

  • Allergeen
  • Antigeen
  • Mestcel
  • Antilichaam
  • Histamine

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allergie
Allergie =  een te heftige reactie op een lichaamsvreemde stof (antigeen)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allergie en allergieonderzoek
Huidtest ( klassieke allergie, pollen, hooikoorts, huismijt, dierenhaar)
RAST test bloed ( hooikoorts, voedselallergie, pollen, astma)
Plakproef ( contactallergie)
Priktest ( stuifmeel, dierenhaar, schimmels)
Provocatietest ( bv mogelijke medicijnallergie of voedsel)

Slide 5 - Tekstslide

Huidtest
Een huidtest toont aan of je allergisch bent voor klassieke allergenen zoals pollen, huisstofmijt en dieren. De specialist brengt speciale testvloeistof met daarin een allergeen in of onder de huid. Na vijftien tot twintig minuten bekijkt de specialist of er zwelling of roodheid optreedt. Als dit het geval is ben je allergisch voor deze stof.
Bloedtest (RAST-test)
Je ondergaat een RAST-test als huidtesten niet mogelijk of niet doorslaggevend zijn. De RAST-test wordt bijvoorbeeld uitgevoerd bij een koemelkallergie. De huisarts neemt bloed af en stuurt dit naar het (ziekenhuis)laboratorium. De laborant voegt de allergenen toe waar je waarschijnlijk allergisch voor bent. Ook voegt de laborant een radioactieve stof toe aan het bloed. Hiermee bepaalt de laborant de mate van de allergische reactie.
Plakproef
Met een plakproef onderzoekt de specialist of je een contactallergie hebt. Dit houdt in dat bepaalde stoffen waar je regelmatig mee in aanraking komt een allergische reactie van de huid geven. Bij een plakproef plakt de specialist verschillende allergenen op de armen of bovenrug. Tijdens een tweede en derde afspraak verwijdert de specialist de plakkers en beoordeelt de huid. Zolang de plakproef duurt mag je niet douchen, in bad, zwemmen of overmatig transpireren.
Provocatietest
Bij een provocatietest vermijd je in eerste instantie het allergeen voor een aantal weken. Dit noem je de eliminatieperiode. Hierna ga je over op provocatie. Je gebruikt dan juist het allergeen om een allergische reactie uit te lokken. Een provocatietest is geschikt bij een allergie voor medicijnen of voedsel. De provocatietest kan zowel bij de huisarts als in het ziekenhuis plaatsvinden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hooikoorts
  • Allergische klachten aan de luchtwegen worden veroorzaakt door inademen van stuifmeelkorrels, zoals graspollen
  • Hooikoorts ->allergische rhinitis 
  • Klachten die voorkomen zijn (niezen, loopneus etc.)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pollen
  • Grassen, bomen, planten en bloemen  vormen stuifmeel in verschillende seizoenen
  • Pollenseizoenen
  • Het pollenseizoen bestrijkt een groot deel van het jaar

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6
Behandeling hooikoorts, welke middelen en hoe werken ze?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6
Middelen om hooikoortsklachten te verminderen
  • Antihistaminica; Levocabastine, levocetirizine (blokkeert de werking van histamine-> werkt snel)
  • Cromonen; cromoglicinezuur, nedocromil (verstevigt de mestcellen-> werkt na 1-3 weken en ze voorkomen het vrijkomen van histamine uit de mestcel)
Neusspray, oogdruppels en tabletten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huisstofmijtallergie
  • Huistofmijtallergie is een allergie waarbij men allergisch is voor uitwerpselen van huisstofmijt
  • Een huisstofmijt is een klein beestje en is 0,2-0,3 mm lang

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7
De symptomen van huisstofmijt- allergie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7
  • Verstopte neus
  • Een loopneus
  • Uitslag op de huid/eczeem
  • Rode ogen
  • Jeuk en tranende ogen
  • Problemen met ademhaling/benauwdheid
  • Jeuk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips tegen huisstofmijt?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
  • Huis altijd goed schoon houden
  • Regelmatig stofzuigen
  • Speciale hoezen voor dekbed, matras en hoezen
  • Goede ventilatie
  • Beddengoed op tenminste 60 graden wassen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten 
Seizoensgebonden
  • Hooikoorts
  • Allergie voor pollen

Niet-seizoensgebonden
  • Huisstofmijt
  • Haren of huidschilfers van dieren
  • schimmels

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anafylactische shock
  • Zeer ernstige allergische reactie
  • Het lichaam kan in een shocktoestand terechtkomt  --> sterke daling bloeddruk en een opgezette keel (zwelling van de huid), dikke tong, braken, misselijkheid, kortademigheid en piepende ademhaling.
  • Medische hulp is noodzakelijk anders kan het dodelijk verlopen (112)
  • Komt vaak door een voedingsstof, insectengif of een geneesmiddel
  • Injectie met adrenaline (Adrenaline:  Epipen®, Jext®, Emerade®)

Slide 19 - Tekstslide

Anafylaxie is een medische term voor een plots optredende overgevoeligheidsreactie op bijvoorbeeld een geneesmiddel, voedingsmiddel of een insectenbeet. Het is een gevaarlijke reactie, die direct behandeld moet worden. Anafylaxie wordt ook wel een anafylactische shock genoemd.
Antihistaminica
  • Ze blokkeren de histaminereceptoren
  • 1e keus bij allergieën
  • Bij jeukende huiduitslag met bultjes




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antihistaminica
Systemisch
  • Cetirizine                --        Zyrtec ® of Reactine ®
  • Levocetirizine        --        Xyzal ®
  • Loratidine               --       Claritine ® of Allerfre ®
  • Desloratidine         --        Aerius ®
  • Fexofenadine         --        Telfast ®
  • Mizolastine            --        Mizollen ®

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corticosterïoden
  • Ze werken ontstekingsremmend
  • Ze onderdrukken de heftigheid van de allergische reactie (werkt pas na 2 weken)
  • Bij allergie wordt met name de neusspray gebruikt
  • Niet voor acute klachten


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corticosterïoden neusspray
  • Beclometason
  • Budesonide                     --      Rhinocort ®
  • Mometason                     --      Nasonex ®
  • Fluticasonpropionaat    --      Flixonase ®
  • Fluticasonfuroaat           --      Avamys ®
  • Triamcinolon                   --      Nasacort ®

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desensibilisatie
  • Iemand gaat langzaam wennen aan allergeen
  • Na toediening is een half uur medisch toezicht noodzakelijk
  • Het is niet zonder risico
  • Voorbeeld: steeds hele kleine beetjes wespengif toedienen om zo lichaam te laten wennen aan allergeen
  • Preparaten: Alutard ®, Oralgen®, Grazax ®

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sensibilisatie 
  • Bij sensibilisatie raakt het immuunsysteem, als gevolg van het contact met een allergeen, overgevoelig voor die stof
  • Door herhaaldelijk blootstellen aan allergeen treed reactie op
  • Voorbeelden: pas bij de 3e keer amoxicilline krijg je het ontzettend benauwd of hooikoorts die pas na een aantal jaren op treed

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies