Donderdag 5 september

Deutsch
Donnerstag, den 5. September 2024
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Deutsch
Donnerstag, den 5. September 2024

Slide 1 - Tekstslide

Praktische Sachen
Klas koppelen bij NaKlar!

Klas: V3.duzl 2
Code: 779445

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer


Staat in Teams 
Belangrijk: 
Hörübung (formatief) Woche 39 den 26. September 
SO Woche 41  den 10. Oktober        

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Grammatik Sätze
LOGO!
Hausaufgaben 
Grammatik A + W-Wörter
Selbständig arbeiten
...

Slide 4 - Tekstslide

Grammatik Sätze
1. D……. Mann kauft ein..... Geschenk für sein.... Freundin.

 2. ........ (zij) macht kaum ihr……. Hausaufgaben.

3.    Mein…… Onkel ……… hat viel Zeit mit ........ (ons) gehabt.







Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Bij welke sport heeft Duitsland op de eerste dagen van de paralympische spelen al een medaille?
A
Vloerbal
B
Rolstoelbasketbal
C
Tafeltennis
D
Breakdance

Slide 8 - Quizvraag

In welk land wordt een langere zomervakantie overwogen?
A
Italië
B
Frankrijk
C
Engeland
D
Spanje

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de reden voor langere zomervakantie?
A
Het is te koud in de winter
B
Het is te warm in de zomer
C
Docenten willen geen les geven
D
Er is te weinig lesstof voor een heel jaar.

Slide 10 - Quizvraag

Waardoor ontstaan de meeste bosbranden?
A
Door de dieren in het bos
B
Ze ontstaan door de natuur zelf
C
Door te weinig regen in de zomer
D
Door mensen

Slide 11 - Quizvraag


De ouders van Goethe waren rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Grammatik
  • Was ist das Perfekt?
  • Wie wird das Perfekt gebildet?
  • Wann verwendet man haben und wann sein?
  • Schreib auf, was du noch weißt?  1 Min.
  • Besprich deine Antworten mit deinem Nachbar?


timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

de voltooid t.t. (das Perfekt)
basisregel
ge + stam + t
gewohnt
stam op -d of -t
ge + stam + et
gearbeitet
ww zoals atmen, regnen
ge + stam + et
geregnet
ww op -ieren
stam + t
studiert
niet- scheidbare ww
stam + t
bestellt
sterke ww
ge + stam + en
gelaufen

Slide 14 - Tekstslide

Grammatik A Das Perfekt = De voltooid tegenwoordige tijd


ik 
jij
hij/zij/ het
wij
jullie
zij/U

Slide 15 - Tekstslide


Das Perfekt von haben ist:
A
gehabt
B
gehaben
C
gehabet
D
habt

Slide 16 - Quizvraag


Das Perfekt von kaufen ist: Er
A
hat gekauft
B
hat kauft
C
hat gekaufet
D
hat gekaufen

Slide 17 - Quizvraag


Das Perfekt von studieren ist: Ich
A
habe gestudiert
B
habe studiert
C
bin gestudiert
D
bin studiert

Slide 18 - Quizvraag


Das Partizip Perfekt von fotografieren ist: Wir
A
haben gefotografiert
B
haben gefotografieren
C
haebn fotografiert
D
haben fotogegrafiert

Slide 19 - Quizvraag


Das Partizip Perfekt von baden ist: Du
A
hast gebadt
B
hast badet
C
hast baden
D
hast gebadet

Slide 20 - Quizvraag


Das Partizip Perfekt von sein ist: Ich
A
bin geseind
B
war
C
bin gewest
D
bin gewesen

Slide 21 - Quizvraag

W-Wörter
net als in NL: wie / wat / waar / waarvandaan / waarom etc.


Slide 22 - Tekstslide

Selbständig arbeiten = Hausaufgaben


Machen:
Aufgaben Lektion 1:   5 - 6 - 7 - 8a - 9a - 11  
                      Lektion 2:  1
Lernen:
Wörter K1 - L1 & L2

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 26 - Tekstslide