Hst 11 Huidziekten

Huidziekten
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Huidziekten

Slide 1 - Tekstslide

ZZO.3SA
5
Spijsverteringsstelsel
A4
Ziekte Spijsvertering
P8
6
TM
-
7
Voedingsleer
Urinewegstelsel
A5
8
Ziekte urinewegen
P9
Vochtbalans
9
Uitloop/herhaling/TM
Eindopdracht
Wk
1
Kennismaken orientatie anatomie
Cellen en weefsels
A2
2
Huid
A3
Huidziekten
P11
3
Infecties en tumoren
P3
TM
4
Bewegingsstelsel
A8
Gewrichts-
ziekten
P10

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Na de les weet je:
  •  Hoe je decubitus-, brand- en bevriezingswonden kunt herkennen en classificeren.
  • De oorzaken en symptomen zijn van een ulcus, smetten, eczeem, psoriasis en huidkanker.



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Huidverwondingen

  • Schaafwond​
  • Snijwond (met aderlijke of slagaderlijke bloeding)​
  • Scheurwond​
  • Steekwond​







Slide 5 - Tekstslide

Brandwonden
Hoe classificeren we deze?

  • 1e graads: roodheid
  • 2e graads: roodheid + blaren​
  • 3e graads: verkoling v.h. weefsel 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bevriezing
Ook 1e, 2e en 3e graads 

Slide 8 - Tekstslide

Decubitus
Huidbeschadiging door druk- en schuifkrachten

Slide 9 - Tekstslide

Graden
  1. Rode verkleuring die niet weg te drukken is.
  2. Oppervlakkige beschadiging of wond, die eruitziet als een blaar of ontvelling. 
  3. Diepe wond waarbij ook het onderhuids vetweefsel betrokken is.
  4. Diepe wond met beschadigd bot- en/of spierweefsel.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Teken een liggend en zittend poppetje. Geef met stippen aan op welke plekken het snelste decubitus ontstaat

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaken decubitus

Van buiten af:​
- Schuifkrachten​
- Vocht (incontinentie, zweten)​






Van binnen uit:​

- Slechte doorbloeding (aderverkalking, hartfalen)​
- O2-gebrek door longziektes​
- Slechte voedingstoestand​
- Neurologisch: verlamming, gevoelsstoornis​
- Hoge leeftijd




Slide 13 - Tekstslide

Ulcus
Een ulcus (= zweer) is een oppervlakkige beschadiging van huid of slijmvlies die maar niet geneest.

Voorbeeld: ulcus cruris = “open been”​
Vooral bij ouderen met slechte bloedsomloop b.v. na trombosebeen, door spataderen of aderverkalking

Slide 14 - Tekstslide

Fistel
Fistel = afvoergangetje van chronische ontsteking in de diepte

Slide 15 - Tekstslide

Smetten
Door huid die over elkaar schuurt. 
Oppervlakkige ontsteking in huidplooien 

bij obesitas en veel transpiratie​

Slide 16 - Tekstslide

Psoriasis
Is een chronische ontstekingsziekte van de huid waardoor de huid sneller hard wordt (verhoornt)

Witte schilfering​ en jeuk
(auto-immuunziekte)

Slide 17 - Tekstslide

Eczeem
Eczeem = acute of chronische ontstekings-reactie van de huid.​
Met roodheid, blaasjes, schilfers, korstjes. ​Nattend of droog. Jeuk!​

3 vormen:​
- contacteczeem (b.v. door nikkel, rubber)​
- constitutioneel eczeem ​(chronisch, erfelijk, al bij kinderen)​
- stase-eczeem ​(ouderen met slechte bloedsomloop, verergert door zeep)​




Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Huidtumoren
3 vormen:​

- basalioom (bij ouderen, zaait bijna niet uit)​
- plaveiselcelcarcinoom​
- melanoom (=kwaadaardige moedervlek)​


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Toetsvragen

Slide 22 - Tekstslide

Welke spelling is goed ?
Antwoord goed of fout ...
Eczeem is een heel besmettelijke huidziekte.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke huidziekte is er sprake van een verdikte rode/witte huid die jeukt?
A
berg
B
parelziekte
C
psoriasis
D
eczeem

Slide 24 - Quizvraag

Wat is psoriasis?
A
Een auto immuun ziekte
B
Een huidziekte overdraagbaar bij aanraking
C
Een virusinfectie
D
Een bacteriële infectie

Slide 25 - Quizvraag

Wat is 'smet'?
A
De huid is beschadigd door veel huid-op-huid contact
B
Dat zijn vieze plekken op de huid
C
Dat is een besmettelijke huidziekte
D
De huid is op die plekke extra dik, zoals eelt bijv.

Slide 26 - Quizvraag

Een dermatoloog is iemand die gespecialiseerd is in huidziektes.
A
juist
B
niet juist

Slide 27 - Quizvraag

Is dit decubitus
of smet
A
Decubitus
B
Smet

Slide 28 - Quizvraag

Wat is decubitus?
A
een beschadiging van de huid die ontstaat door langdurige druk
B
een beschadiging van de huid die ontstaat door schuifkracht
C
een beschadiging van de huid die ontstaat door druk- en schuifkracht
D
een niet wegdrukbare roodheid van de huid

Slide 29 - Quizvraag

Oorzaken van decubitus zijn
A
Lang zittende houding
B
Lang liggende houding
C
Beschadigingen door sieraden,kruimels in bed
D
A, B en C zijn goed

Slide 30 - Quizvraag

Wat past er bij een melanoom?
A
overmatige blootstelling aan (kunstmatige) uv-straling.
B
is kwaadaardig
C
ongeremde groei van kankercellen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 31 - Quizvraag

Waar of niet-waar?
Dit is een melanoom
A
Waar
B
Niet- waar
C
Geen idee

Slide 32 - Quizvraag

Wat is NIET waar over eczeem?
A
speelt zich af in de opper- en lederhuid
B
is besmettelijk
C
is een auto-immuunziekte
D
is symmetrisch aanwezig

Slide 33 - Quizvraag

Wat voor soort eczeem is erfelijk?
A
ortho-ergisch eczeem
B
allergisch contacteczeem
C
constitutioneel eczeem

Slide 34 - Quizvraag

Opdracht en huiswerk
 Maak de verwerkingsopdrachten in TM Anatomie 
HST 3 huid en slijmvliezen af
Opdracht 7, 9, 12, 13, 17, 18, 22, 24 t/m 26

Klaar?
Ga verder met de opdrachten pathologieboek HST 11
 

Slide 35 - Tekstslide