M7 H5.1 Verdeling van welvaart

5.1 Inkomen, vermogen en welvaart
module 7, economische groei
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.1 Inkomen, vermogen en welvaart
module 7, economische groei

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

De Lorenzcurve

Een ander nadeel van het gebruiken van het BBP als maatstaf voor de welvaart, is dat het geen rekening houdt met de verdeling van het inkomen over de mensen in een land.

Met een Lorenzcurve kun je de verdeling van het inkomen van een land in beeld brengen. De Lorenzcurve geeft aan hoe groot het verschil tussen arm en rijk is.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
Werk zelf dit voorbeeld uit en teken een Lorenzcurve

Stel er zijn 4 jongeren met een bijbaantje.
De inkomsten per jaar zijn hieronder weergegeven.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 
(zie ook volgende slide)

Stel er zijn 4 jongeren met een bijbaantje.
De inkomsten per jaar zijn hieronder weergegeven.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lorenzcurve tekenen:

  1. Zet mensen op een rij van arm naar rijk.
  2. Maak gelijke groepen (10%-, 20%-, of 25%-groepen)
  3. Bepaal totale inkomen per groep
  4. Bepaal inkomen van de groep als percentage van het totale inkomen van alle mensen
  5. Bepaal de cumulatieve percentages
  6. Teken Lorenzcurve

Hoe verder de Lorenzcurve van de diagonaal afligt, des te ‘schever’ de inkomensverdeling.

Slide 8 - Tekstslide

De Gini-coëfficiënt
De Gini-coëfficiënt is de oppervlakte tussen de Lorenzcurve en de diagonaal als deel (of percentage) van de totale oppervlakte onder de diagonaal. 
Hoe hoger de Gini-coëfficiënt, hoe groter de afstand van de Lorenz-curve tot de diagonaal. Dat is handig om te weten als de Lorenzcurves niet in dezelfde grafiek zijn getekend en je ze wel wil vergelijken.

Slide 9 - Tekstslide

Als iedereen evenveel zou verdienen, zou de Lorenzcurve samenvallen met de ...(A)... De waarde van de Gini-coëfficiënt zou dan gelijk zijn aan ...(B)... %.
De grootste waarde die de Gini-coëfficiënt kan bereiken is ...(C)...%

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Maak 5.1 2 t/m 6
8b maak je op papier, een foto ervan voeg je toe aan de volgende slide.

Slide 12 - Tekstslide

Toon hier je antwoord op vraag 8b.

Slide 13 - Open vraag

Je weet nu:
  1. Dat de Lorenzcurve de verdeling van inkomen in een land weergeeft.
  2. Hoe een Lorenzcurve te lezen en te tekenen (vanuit een simpel voorbeeld)
  3. Hoe de gini-coëfficiënt te interpreteren.

Slide 14 - Tekstslide