Grammatica 2.0

Nederlands
Grammatica
d.akar2@cvoaccent.nl
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Grammatica
d.akar2@cvoaccent.nl

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • Planning
  • Lesdoelen

  • Theorie
  • Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet ik ....



  • Hoe ik het zelfstandig naamwoord kan toepassen in een zin.
  • Hoe ik het bijvoeglijk naamwoord kan toepassen in een zin. 

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord (znw)
  • De naam van een plant, dier, dingen, mensen of namen.
  • Kan je 'de', 'het' en 'een' voor zetten.
  • Kan je meestal in meervoud zetten.


Slide 4 - Tekstslide

Ik stap op het station in de trein.

Slide 5 - Open vraag

Dat hondje is van die mevrouw.

Slide 6 - Open vraag

Niemand mag dit schilderij zien.

Slide 7 - Open vraag

Sara werkt hard in haar werkboek.

Slide 8 - Open vraag

Zelfstandig naamwoord (znw)
  • De naam van een plant, dier, dingen, mensen of namen.
  • Kan je 'de', 'het' en 'een' voor zetten.
  • Kan je meestal in meervoud zetten.

1. De leerlingen waren erg zenuwachtig voor het proefwerk.

2. Kleine kinderen drinken vaak melk.


Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (bnw)
De bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Vaak staat dit voor of achter het zelfstandig naamwoord.

Voorbeeld: De kleine jongen speelt met zijn mooie speelgoed.

Slide 10 - Tekstslide

Hij is zijn zwarte telefoon kwijt.

Slide 11 - Open vraag

De prachtige paarden staan in het weiland.

Slide 12 - Open vraag

Mevrouw Akar heeft een kleine auto.

Slide 13 - Open vraag




Wat: Werkblad 1
Hoe: Zelfstandig
Tijd: 10 minuten
Klaar ?: Werkblad 2


 

timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide