Hfst 3. herhaling Nederland 3.5 & 3.6

Herhaling Nederland 3.5 & 3.6
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Nederland 3.5 & 3.6

Slide 1 - Tekstslide

Het sneeuwt. Waar komt de wind vandaan?
A
Westen
B
Noorden
C
Oosten
D
Zuiden

Slide 2 - Quizvraag

Het sneeuwt. Welk seizoen is het dan?
A
Herfst
B
Zomer
C
Winter
D
Lente

Slide 3 - Quizvraag

Waarom kan je in de herfstvakantie nog best lekker zwemmen in de zee? Leg je antwoord goed uit!

Slide 4 - Open vraag

Vaak als het regent in Nederland hebben we te maken met een westenwind.
A
Dit is een aflandige wind
B
Dit is een landwind
C
Dit is een zeewind
D
Dit is een aanlandige wind

Slide 5 - Quizvraag

0

Slide 6 - Video

Berekend
veranderlijk
lange periode
Iedere dag anders
Het is 20 graden Celcius vandaag
Het is erg warm voor het tijd van het jaar
Normaal valt er 30cm neerslag in de maand Mei
Het regent al de hele dag
Weer
Klimaat

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is klimaatverandering?

Slide 8 - Open vraag

Het regende zondag. Is dat weer of klimaat?
A
Weer
B
Klimaat

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

De droogte weer of klimaat?
A
Weer
B
Klimaat

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Als het ieder jaar droger wordt, is dat dan weer of klimaat? Leg je keuze uit.

Slide 13 - Open vraag

Wat geeft de grafiek weer?

Slide 14 - Tekstslide

Wat gaf de grafiek weer?

Slide 15 - Open vraag

Wat geeft de grafiek weer?

Slide 16 - Tekstslide

Welke verschillen vallen duidelijk op?

Slide 17 - Open vraag

Welke verandering geeft deze bron weer?

Slide 18 - Tekstslide

Geef aan welke verandering de vorige pagina weergaf.

Slide 19 - Open vraag

Welke situatie heeft de minste kans om nog plaats te vinden in de toekomst?
A
Zeespiegelstijging
B
Hitterecord
C
Elfstedentocht
D
Sneeuwpop maken

Slide 20 - Quizvraag

Klimaatverschillen in Nederland:


- Gebruik de breedteligging.
- Ligging aan zee.
- Windrichting
- Eventueel hoogteligging


Slide 21 - Tekstslide

Waarom is het in het noorden kouder dan in het zuiden?

Slide 22 - Open vraag

Welke invloed heeft de windrichting?

Slide 23 - Open vraag

Klimaatverschillen in Nederland:


- Gebruik de breedteligging.
- Ligging aan zee.
- Windrichting
- Eventueel hoogteligging


Slide 24 - Tekstslide

Waarom is het in het noorden warmer dan in het zuiden?

Slide 25 - Open vraag

Welke invloed heeft de windrichting?

Slide 26 - Open vraag

Weerbericht zomer
Weerbericht winter

Slide 27 - Tekstslide

Mooi weer is fijn!
Maar...

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

Uit welke bestandsdelen bestaat smog?
A
ozon, fijnstof
B
CO2 en zuurstof
C
uit sterrenstof en koolstofdioxide
D
stikstofdioxide en zwaveldioxide.

Slide 30 - Quizvraag

Hoe ontstaat smog?
A
Bij veel wind, smerige lucht en zonnig weer.
B
Bij weinig wind, smerige lucht en regenachtig weer.
C
Bij veel wind, schone lucht en regenachtig weer.
D
Bij weinig wind, smerige lucht en zonnig weer.

Slide 31 - Quizvraag

0

Slide 32 - Video

In welke stad zou de kans op SMOG het grootste kunnen zijn?
A
Utrecht
B
Weesp
C
Haarlem
D
Rotterdam

Slide 33 - Quizvraag

Welke onderdelen zorgen ervoor dat de SMOG "verdwijnt"
A
Wind
B
Zon
C
Neerslag
D
Temperatuur

Slide 34 - Quizvraag

Huiswerk:
afmaken paragraaf 3.5 & 3.6 
maken herhaling Nederland wb: blz 88

Slide 35 - Tekstslide