In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
3.5 Het immuunsysteem
Slide 1 - Tekstslide
Als bloed de GROTE bloeds-omloop IN stroomt, dan...
A
is het zuurstof-arm
B
heeft het een blauwe kleur
C
heeft het een rode kleur
D
is het zuurstof-rijk
Slide 2 - Quizvraag
Het bloed in de kransslagader wordt verbonden met het bloed in de kransader. In welk bloedvat bevindt zich bloed met het hoogste glucose gehalte? En in welke richting stroomt dit bloed?
A
Hoogste glucose gehalte: kransader
Stroomt: naar de hartspier toe
B
Hoogste glucose gehalte: kransader
Stroomt: van de hartspier af
C
Hoogste glucose gehalte: kransslagader
Stroomt: naar de hartspier toe
D
Hoogste glucose gehalte: kransslagader
Stroomt: van de hartspier af
Slide 3 - Quizvraag
Hemoglobine is...
A
een eiwit die voor sterke botten zorgt
B
een vitamine die je bloed rood kleurt
C
een eiwit die zuurstof vervoert
D
een eiwit dat ijzer transporteert
Slide 4 - Quizvraag
Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Longslagader
Slide 5 - Sleepvraag
Nieren : sleep de onderdelen naar de juiste plaats
Niermerg
nierschors
urineleider
nierslagader
nierader
nierbekken
Slide 6 - Sleepvraag
In welke richting stroomt de lymfe in het lymfe vat van de afbeelding?
A
De lymfe stroomt in de richting van pijl P
B
De lymfe stroomt in de richting van pijl Q
C
De stroomrichting van de lymfe is niet uit de tekening af te leiden
Slide 7 - Quizvraag
Introducerend filmpje
Opdracht: noteer alle typen witte bloedcellen die genoemd worden in het filmpje.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Lichaamsvreemd ; antigenen
Slide 11 - Tekstslide
Infectie
Verschillende organen voorkomen infecties.
Slide 12 - Tekstslide
Infectie
Verschillende organen voorkomen infecties.
Lichaamsvreemde cellen/stoffen in je lichaam? -> Infectie.
Immuunsysteem aan de slag!
Slide 13 - Tekstslide
Ziekteverwekkers
Vaak bacteriën of virussen, maar bv ook schimmels of parasieten.
Virussen zijn geen levende organismen.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Insluiting (fagocytose)
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Ziek worden
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
mRNA vaccin : corona
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Vaccinatiegraad
Slide 24 - Tekstslide
Allergische reactie
Allergie: overgevoeligheid voor een stof, bv rode plek, jeuk, etc.
Zeer ernstige reactie: anafylactische reactie, potentieel dodelijk.