Grammatica - H1 - Les 3 - herhaling woordsoorten

les 3
Woordsoortbenoeming - herhaling:
WW- LW- BNW - ZNW - VZ - P.VNW - B.VNW
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 3
Woordsoortbenoeming - herhaling:
WW- LW- BNW - ZNW - VZ - P.VNW - B.VNW

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoord
* Een werkwoord is een doe-woord
* Een werkwoord kan je vervoegen (ik wandel- hij wandelt- wij wandelen) 
In een zin kunnen meerdere werkwoorden zitten.

Voorbeeld:
Later zou ik wel willen dansen bij een popgroep.

Slide 2 - Tekstslide

Lidwoord
De woorden -de - het -een
* Uitzondering: Het woordje 'het' is zelfstandig in de zin een p.vnw. Kijk dus goed of er een znw bij kan.

Voorbeeld:
In het weekend heb ik een puppy gekregen.
Ik heb het al duizend keer verteld.


Slide 3 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Het zegt iets in de zin over een ZNW.

Voorbeeld:
De rode kleur op het verkeersbord geeft duidelijk dat je moet stoppen.

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
* Er kan een lidwoord voor een ZNW staan.
* Alle eigennamen (aardrijkskundige namen, namen van mensen, merken, bedrijven enz.) 

Voorbeeld:
In het verregende bos zijn de paddenstoelen alweer door kleine kinderen gevonden.
Gelukkig geeft Michiel alle werknemers van de McDonalds in de vakantie een bonus.

Slide 5 - Tekstslide

Voorzetsel
*Gebruik de truc van '.... de kast' en '... het feest'.

Voorbeeld:
In de boekenkast staan alleen nog maar boeken die uit de middeleeuwen komen. 
Tijdens de pauze mogen leerlingen van de brugklas op het schoolplein.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
* Alle woordjes die de persoon in de zin aangeven of die naar personen verwijzen. (let op! geen namen, dat waren al ZNW)

Voorbeeld:
In de les heeft ze hem de som al meerdere keren uitgelegd. Hij vertelt Merel de uitkomst.

Slide 7 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
* Geeft aan van wie iets is en staat VOOR dat woord.

Voorbeeld:
- Mijn laptop is op. Haar tas is gestolen. Ik ben onze afspraak vergeten.
- Dat snoepje is van mij. (mij is geen B.VNW, maar P. VNW)


Slide 8 - Tekstslide

Noteer het woord, een spatie en schrijf daarachter de afkorting van de juiste woordsoort. Zet ieder woord onder elkaar.

Zij geeft de ontvangen verjaardagskaarten aan haar.

Slide 9 - Open vraag

Noteer het woord, een spatie en schrijf daarachter de afkorting van de juiste woordsoort. Zet ieder woord onder elkaar.

Op donderdagochtend kan zij ze aan jullie geven.

Slide 10 - Open vraag

MET de bloemenplukbon kunnen liefhebbers veel wilde bloemen plukken.

A
BNW
B
P. vnw
C
WW
D
VZ

Slide 11 - Quizvraag

Met de bloemenplukbon kunnen LIEFHEBBERS veel wilde bloemen plukken.
A
BNW
B
WW
C
ZNW
D
P. vnw

Slide 12 - Quizvraag

Een gekke Amerikaan stopte de staarten van elf ratelslangen in ZIJN mond.
A
WW
B
B. vnw
C
P. vnw
D
BNW

Slide 13 - Quizvraag

Een gekke AMERIKAAN stopte de staarten van elf ratelslangen in zijn mond.
A
BNW
B
WW
C
P. vnw
D
ZNW

Slide 14 - Quizvraag

ASHRITA heeft met een hoepel van vijf meter doorsnede het wereldrecord hoepelen verbroken.
A
P. vnw
B
VZ
C
ZNW
D
B.vnw

Slide 15 - Quizvraag

Ashrita heeft MET een hoepel van vijf meter doorsnede het wereldrecord hoepelen verbroken.
A
VZ
B
ZNW
C
BNW
D
WW

Slide 16 - Quizvraag

Heeft de museummedewerker JOUW vraag nog beantwoord?
A
BNW
B
B. vnw
C
P. vnw
D
WW

Slide 17 - Quizvraag

HEEFT de museummedewerker jouw vraag nog beantwoord?
A
BNW
B
B. vnw
C
P. vnw
D
WW

Slide 18 - Quizvraag

NAAR welke talentenshow kijken jullie het liefst?
A
WW
B
BNW
C
VZ
D
LW

Slide 19 - Quizvraag

Hebben jullie HET gezien? De stervoetballer miste de penalty tijdens de finale.
A
VZ
B
P. vnw
C
B. VNW
D
LW

Slide 20 - Quizvraag

Hebben jullie het gezien? De stervoetballer miste de penalty TIJDENS de finale.
A
VZ
B
P. vnw
C
B. VNW
D
LW

Slide 21 - Quizvraag

Maak een eigen zin precies volgens de volgende code:

ZNW - WW - LW - BNW - ZNW - VZ - LW -ZNW - WW.

Slide 22 - Open vraag

Maak een eigen zin precies volgens de volgende code:

P.vnw - WW - B. vnw -ZNW- VZ - ZNW -LW - ZNW.

Slide 23 - Open vraag