H1E- Grammatica les 2

H1E Grammatica les 2
- herhaling vorige les
- nieuwe theorie woordsoorten
- oefenen apart en alles door elkaar
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1E Grammatica les 2
- herhaling vorige les
- nieuwe theorie woordsoorten
- oefenen apart en alles door elkaar

Slide 1 - Tekstslide

Welke 4 woordsoorten hebben we de vorige les behandeld? Noteer de 4 afkortingen.

Slide 2 - Open vraag

Even checken. Noteer de woordsoort van het aangegeven woord.
1. Een GEKKE Amerikaan stopte de staarten van elf ratelslangen in zijn mond.
A
WW
B
LW
C
ZNW
D
BNW

Slide 3 - Quizvraag

Noteer de woordsoort van het aangegeven woord.
2. Een gekke AMERIKAAN stopte de staarten van elf ratelslangen in zijn mond.
A
WW
B
LW
C
ZNW
D
BNW

Slide 4 - Quizvraag

Noteer de woordsoort van het aangegeven woord.
3. Met hoeveel mensen MOETEN we die ene taart delen?
A
WW
B
LW
C
ZNW
D
BNW

Slide 5 - Quizvraag

Nieuwe woordsoorten
- VZ- Voorzetsel
- P. VNW




Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsel -VZ
- Doe het trucje met DE KAST

Truus staat .... de kast.
VOOR de kast
NAAST de kast  enz.

Slide 7 - Tekstslide

P.VNW - persoonlijk voornaamwoord
Alles woorden die in een zin de persoon aangeven of naar een persoon verwijzen. (behalve namen)

Ik heb hun een verhaal verteld.
P.VNW = ik, hun

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen
Wat is/zijn het voorzetsel(s) in de volgende zinnen?

Slide 9 - Tekstslide

1. Een gekke Amerikaan stopte de staarten van elf ratelslangen in zijn mond.
A
Een, de
B
in
C
van
D
van, in

Slide 10 - Quizvraag

2. Met de bloemenplukbon kunnen liefhebbers veel wilde bloemen plukken.
A
Met
B
de
C
veel
D
kunnen

Slide 11 - Quizvraag

3. Bij Nederlands kan ik gelukkig naast mijn vriendin zitten.
A
kan, zitten
B
ik, mijn
C
Bij
D
Bij, naast

Slide 12 - Quizvraag

Even oefenen
Wat is/zijn de P.VNW in de volgende zinnen?

Slide 13 - Tekstslide

1. De muziekleraar heeft mij een nieuw muziekstuk meegegeven.
A
De muziekleraar
B
mij
C
De, een
D
nieuw

Slide 14 - Quizvraag

2. Zij gaf de piloot op tijd een waarschuwingssignaal.
A
de piloot
B
Zij
C
zij, op
D
zij, op, een

Slide 15 - Quizvraag

3. Het is vandaag aan haar gevraagd.
A
Het, haar
B
haar
C
vandaag
D
aan haar

Slide 16 - Quizvraag

Oefen nog even verder:
Op Niveau blok 3 grammatica in een nieuw word-document
blz. 127 maak opdracht 17
blz. 123 opdracht 19


Slide 17 - Tekstslide

Einde les 2

Slide 18 - Tekstslide