In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Bienvenidos a la clase de español
Slide 1 - Tekstslide
We starten in 5 minuten met de les.
Slide 2 - Tekstslide
¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Doornemen: Bijvoeglijk nw
C. Doornemen: Woordenschat
E. Afsluiting
Después de la clase...
Ken je de toepassing van bijvoeglijk naamwoord in het Spaans
Los deberes para la próxima clase:
Lezen: Bron 3.4 pagina 84
Leren: Bron 3.1, 3.2 en 3.3 pagina 83 en 84
Maken: opdracht 26 b op pagina 77/78 - opdracht 27 pagina 78
Lesprogramma
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Vocabulario
pagina 73
Je kan de nummers vinden op pagina 73.
Slide 5 - Tekstslide
Woorden
Bron 3.4 C
Slide 6 - Tekstslide
El adjetivo
pagina 32
Je kan de uitleg pagina 32.
Slide 7 - Tekstslide
El adjetivo - het bijvoeglijk naamwoord
- Om mensen of dingen te beschrijven - Past zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort, in geslacht (mannelijk / vrouwelijk) en in getal (enkelvoud / meervoud)
Ejemplo: la casa pequeña lascasas pequeñas
pagina 32
Je kan de uitleg pagina 32.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 9 - Open vraag
El adjetivo (Bron J)
- In het boek vind je altijd de mannelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Veel mannelijke bijvoeglijk naamwoorden eindigen op -o.
Bij de vrouwelijk vorm verandert de -o in -a.
In het meervoud komt er een -s achter.
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
bonito
bonita
meervoud
bonitos
bonitas
pagina 32
Je kan de uitleg pagina 32.
Slide 10 - Tekstslide
El adjetivo
- Bij de meeste andere bijvoeglijk naamwoorden gebruik je dezelfde vorm voor mannelijk en vrouwelijk. In het meervoud krijgen ze -s (na klinker) of -es (na medeklinker)
mannelijk
mannelijk
vrouwelijk
vrouwelijk
ev
grande
azul
grande
azul
mv
grandes
azules
grandes
azules
pagina 32
Je kan de uitleg pagina 32.
Slide 11 - Tekstslide
¡OJO! = let op!
De bijvoeglijk naamwoorden in het Spaans bijna altijd achter de zelfstandig naamwoord