4TL Bespreken tekst examen 2012 TL

Tekstbegrip
In deze LessonUp wordt een examentekst besproken

Wat heb je nodig?
* Koptelefoon
* De geprinte tekst 'Fouten maken, toegeven of niet?' (pag. 2 en 3 van het linkje)

* Een markeerstift

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tekstbegrip
In deze LessonUp wordt een examentekst besproken

Wat heb je nodig?
* Koptelefoon
* De geprinte tekst 'Fouten maken, toegeven of niet?' (pag. 2 en 3 van het linkje)

* Een markeerstift

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 1 - bladzijde 2 en 3

Fouten maken, toegeven of niet?


Slide 2 - Tekstslide

Oriënteren
  • Fouten maken
  • Moet je je fouten toegeven?
  • Is fouten maken erg?
  • Naar een artikel van Kees Versluis, Intermediair, 19 november 2009

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
In de wachtkamer van Het Oogziekenhuis Rotterdam staan twee beeldschermen. Op beide is een oog te zien. De wachtenden in de wachtkamer kijken aandachtig toe: in de operatiekamer worden de ogen van hun familieleden geopereerd. Met deze live-operaties probeert Het Oogziekenhuis in Rotterdam het aantal medische missers terug te dringen. Niet door streng op te treden tegen artsen die fouten maken, maar juist door over fouten niet langer geheimzinnig te doen. “We stimuleren dat artsen en verpleegkundigen al hun fouten en foutjes melden”, vertelt directeur Frans Hiddema. “Sinds we dat doen is het aantal foutmeldingen enorm gestegen. Wekelijks zitten artsen en verpleegkundigen om de tafel om alle fouten door te nemen en ervan te leren. Dat is een ware cultuuromslag.”

Slide 4 - Tekstslide

Kernzinnen
  • Zolang je erover praat en er met zijn allen van leert, mag je in het Rotterdamse ziekenhuis fouten maken.
  • “Fouten maken op de werkvloer is bij de meeste organisaties helaas nog altijd taboe,”zegt psychologe Caty van Dyck,      docente aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
  • “Niets werkt zo nadelig als een foutenmijdende cultuur, een cultuur waarin men fouten hard bestraft,” weet Van Dyck,        die al zo’n vijftien jaar onderzoek doet naar hoe bedrijven en organisaties met fouten omgaan.
  • Computerdeskundige Michiel Vrasdonk (32) is iemand die bij een organisatie werkt die tegenwoordig zo’n open                foutencultuur heeft.
  • Vrasdonks nieuwe manager veranderde deze werkwijze: voor hem zijn afspraken richtlijnen
  • Met fouten kunnen omgaan en op zo’n manier leren hoe je echte ongelukken kunt voorkomen is één ding. Maar het nut    van fouten maken gaat volgens psychologen veel verder.
  • De Nederlandse psycholoog Arjan van Dam is het volledig met Frese eens.

Slide 5 - Tekstslide

Slotalinea
Overigens werkt een prestatiegerichte, foutenmijdende houding in sommige gevallen wél, geven de psychologen Van Dam en Van Dyck toe. Bij scholieren en studenten die tentamens moeten halen bijvoorbeeld. Vlak voor en tijdens een tentamen heeft een onderzoekende leerhouding geen voordeel en kun je het best puur op de prestatie gericht zijn. Het zou een verklaring kunnen zijn waarom de slimste jongetjes van de klas, na hun opleiding lang niet altijd de meest succesvolle carrières hebben. Hun aanpak werkte wel op school, maar niet in het dagelijkse werkleven.

Slide 6 - Tekstslide

Vragen beantwoorden
  • Log in -> LessonUp
  • Les staat klaar voor T4B
  • Vul jouw antwoord in -> check of je het goed hebt
  • Noteer jouw score per vraag
  • Aan het eind -> 'Cijfer'bepaling

Slide 7 - Tekstslide

1. Op welke wijze wordt het onderwerp van de tekst in alinea 1 ingeleid?
A
door een belangrijk advies voorop te plaatsen
B
door een conclusie vooraf te geven
C
door een samenvatting van de tekst te geven
D
door een voorbeeld bij het onderwerp te geven

Slide 8 - Quizvraag

Uitleg
Er wordt een voorbeeld gegeven van iemand die in het oogziekenhuis wordt geopereerd.
Men kan toekijken tijdens de live operatie

Slide 9 - Tekstslide

Een extra vraag -> staat niet op je blad!
Wat is een foutenmijdende cultuur?
Gebruik voor je antwoord alinea 4

Slide 10 - Open vraag

Foutenmijdende cultuur

        Een cultuur waarin men fouten hard bestraft (r.52/53)


Slide 11 - Tekstslide

De tekst kan worden verdeeld in vijf delen
  1. Alinea 1 en 2
  2. Alinea  3 en 4
  3. Alinea 5 en 6
  4. Alinea 7 en 8
  5. Alinea 9

Slide 12 - Tekstslide

2. Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 3 (alinea’s 5 en 6)

A
Het ontkennen van fouten en de gevolgen ervan
B
Het principe van foutenmijdende cultuur
C
Omgaan met fouten in bedrijven
D
Twee voorbeelden van foutenmijdende cultuur

Slide 13 - Quizvraag

Gaat het om foutenmijdende cultuur?
De computerdeskundige zegt dat hij in een OPEN foutencultuur werkt...dus geen foutenmijdende cultuur.

Antwoord a, b en d zijn dan dus al fout, want die gaan allemaal over een FOUTENMIJDENDE cultuur. 

Slide 14 - Tekstslide

3. Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 4
(alinea’s 7 en 8)?

A
Fouten maken belonen
B
Het nut van fouten maken
C
Ongelukken in plaats van fouten
D
Soorten fouten onderscheiden

Slide 15 - Quizvraag

Uitleg
In de eerste twee zinnen van alinea 7 gaat het al over het NUT van fouten maken!
Alinea 8 gaat daarop verder..."De Nederlandse psycholoog is het volledig met Freese eens..."

Antwoord B

Slide 16 - Tekstslide

4. Hoe kun je het verband tussen alinea 4 en 5 het beste weergeven?

A
Alinea 5 geeft een voorbeeld bij de inhoud van alinea4
B
Alinea 5 noemt een oplossing voor het probleem in alinea 4
C
Alinea 5 zwakt de inhoud van alinea 4 af
D
De inhoud van alinea 4 spreekt de inhoud van alinea 5 tegen

Slide 17 - Quizvraag

'Verbanden'-vraag
  • Deze vraag heeft te maken met verbanden tussen alinea's.
  • Dat heeft weer te maken met SIGNAALWOORDEN
  • Je moet dus kijken TUSSEN de alinea's - waar alinea 4 wordt verbonden met alinea 5
  • In de eerste zin van alinea 4 staat '...in zo'n foutencultuur...'
  • Zo'n = voorbeeld

Slide 18 - Tekstslide

5. Hoe kun je het verband tussen alinea 7 en 8 het beste weergeven?

A
Alinea 8 bevestigt de inhoud van alinea 7
B
Alinea 8 geeft voorbeelden bij de inhoud van alinea 7
C
Alinea 8 noemt het gevolg van de inhoud van alinea 7
D
In alinea 8 wordt een conclusie getrokken uit de inhoud van alinea 7

Slide 19 - Quizvraag

'Verbanden'-vraag
  • Deze vraag heeft te maken met verbanden tussen alinea's.
  • Dat heeft weer te maken met SIGNAALWOORDEN
  • Je moet dus kijken TUSSEN de alinea's - waar alinea 7 wordt verbonden met alinea 8
  • In de eerste zin van alinea 8 staat: "De Nederlandse psycholoog Arjan van Dam is het volledig met Frese EENS"

Slide 20 - Tekstslide

De schrijver kan op verschillende manieren de meningen van deskundigen in een artikel gebruiken.
Een schrijver kan
  1. de meningen van deskundigen zonder commentaar weergeven.
  2. de meningen van deskundigen proberen tegen te spreken.
  3. aantonen dat de meningen van deskundigen niet kloppen.
  4. de meningen van deskundigen met elkaar vergelijken.
  5. de meningen van deskundigen gebruiken om zijn mening te verdedigen

Slide 21 - Tekstslide

6. Op welke twee manieren gebruikt de schrijver in dit artikel de mening van deskundigen.
Noem alleen de nummers van je keuze (1/2 of 3/4, enz.)

Slide 22 - Open vraag

Antwoorden vraag 6

1. De meningen van deskundigen zonder commentaar     
    weergeven

2. De meningen van deskundigen met elkaar vergelijken.

Slide 23 - Tekstslide

7. Wat is het belangrijkste doel van de tekst?

A
de lezers infomeren over de onbekendheid van de open foutencultuur bij veel bedrijven en managers
B
de lezers informeren over de voordelen van de open foutencultuur in ziekenhuizen en andere bedrijven
C
de lezers ervan overtuigen dat de open foutencultuur alleen maar helpt in overheidsbedrijven
D
de lezer ervan overtuigen dat je in een bedrijf moet durven praten over fouten van collega’s

Slide 24 - Quizvraag

8. Wat is de van de tekst?

Hoofdgedachte
Het belangrijkste van de tekst samengevat in 1 zin.
A
Een prestatiegerichte, foutenmijdende houding is bij scholieren en studenten wel aan te bevelen, omdat ze dan bij tentamens beter presteren.
B
In organisaties met een open foutencultuur voelen de mensen zich gezamenlijk verantwoordelijk en die organisaties worden flexibeler.
C
Omdat mensen complimenten willen scoren en liever geen kritiek krijgen, willen e geen fouten maken en vermijden ze uitdagingen.
D
Organisaties moeten hun medewerkers ertoe dwingen grote risico’s te nemen en collega’s op fouten te wijzen.

Slide 25 - Quizvraag

9. “Als het mensen erom gaat te laten zien wat ze kunnen, zoeken ze in het algemeen geen uitdagingen maar veiligheid.” (r.141-144)
 de zin uit deel 3 (alinea 5 en 6) waarin ongeveer hetzelfde staat.

“Maar het gevolg was dat medewerkers klussen niet durfden op te pakken, als ze niet zeker wisten dat ze het werk op tijd en zonder problemen konden afronden.” (regels 81-85)
                                         OF
“Ook aan ingewikkelde opdrachten met een groot gevaar op fouten, wilde niemand meer zijn vingers branden.” (regels 86-88)
Citeer
Citeren = letterlijk overnemen (uit de tekst)

Slide 26 - Tekstslide

10. In de tekst worden verschillende gevolgen van de foutenmijdende cultuur       
      genoemd.
      Noem twee van deze gevolgen   (2 punten - bij 2 goede antwoorden)

− Er wordt niet geleerd van de fouten.
− Werknemers zijn bang hun fouten te melden.
− Werknemers vermijden lastige klussen.
− Uiteindelijk gaat het een keer goed mis.
− Mensen nemen niet de tijd om iets uit te proberen.
− Je haalt hogere cijfers op school.
− Er wordt alleen geleerd van ernstige fouten.

Slide 27 - Tekstslide

Speurhond gezocht

  • Alleen de antwoorden invullen
  • Niet per vraag bespreken

Slide 28 - Tekstslide


16. Hoe wordt het onderwerp van de tekst in alinea 1 ingeleid?
A
door het geven van meningen over het onderwerp van de tekst
B
door het noemen van een deskundige inzake het ondwerwerp
C
door het noemen van verschillende voorbeelden
D
door het samenvatten van de hele tekst

Slide 29 - Quizvraag

17, Hoe kun je het verband tussen de alinea's 8 en 9 het beste weergeven?
bovendien
A
Alinea 8 en 9 vormen een tegenstelling
B
Alinea 8 en 9 vormen een opsomming
C
Alinea 9 geeft een voorbeeld bij de inhoud van alinea 8
D
In alinea 9 wordt een conclusie uit de inhoud van alinea 8 getrokken.

Slide 30 - Quizvraag

18. In alinea 4 zegt Van den Broek: "Ze wisten in die landen...lijkt juist toegenomen (r. 55-62)
Wat blijkt uit deze uitspraken van Van den Broek?
A
De buitenlanders kunnen steeds beter hun eigen speurhonden fokken
B
In Nederland waren alleen maar goede speurhonden te koop
C
Nederlanders zijn in de loop der jaren beter gaan fokken
D
Nederlandse hondenfokkers hebben in het buitenland een goed naam

Slide 31 - Quizvraag

19. Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 2 (alinea 3 t/m 6)?
A
Concurrentie tussen Nederlandse hondentrainers
B
Honden trainen in Nederland voor het buitenland
C
Nederlandse en buitenlandse honden met elkaar vergeleken
D
Oude en nieuwe markten voor Nederlandse honden

Slide 32 - Quizvraag

Gebruik de volgende informatie voor het beantwoorden van de vragen 19 en 20
De tekst Speurhond gezocht kan worden ingedeeld in de volgende delen:
Deel 1: alinea's 1 en 2
Deel 2: alinea's 3 t/m 6
Deel 3: alinea's 7 t/m 9
Deel 4: alinea 10

Slide 33 - Tekstslide

20. Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 3 (alinea 7 t/m 9)?
A
Kleinschaligheid zorgt voor goede speurhonden
B
Nederland al eeuwen ideaal voor de hondenliefhebber
C
Nederlandse speurhonden in het buitenland
D
Oorzaken voor buitenlandse interesse

Slide 34 - Quizvraag

21. Volgens Van den Broek zijn er ook honden van twijfelachtige kwaliteit aan het buitenland verkocht.
Welk woord in deel 2 (alinea's 3 t/m 6) geeft het duidelijkst Van den Broeks mening over die kwaliteit weer?

Slide 35 - Open vraag

22. In de tekst worden enkele oorzaken genoemd voor de kwaliteit van Nederlandse speurhonden.
Welke oorzaak wordt NIET in de tekst genoemd?
A
Nederlanders hebben een beter gevoel voor honden dan buitenlanders
B
Nederlandse hondenfokkers weten goed welke honden je met elkaar kunt kruisen
C
Nederlandse opleidingen voor hondentrainer zijn beter dan die in andere landen
D
Nederlandse trainers weten precies wat er voor hondentraining nodig is.

Slide 36 - Quizvraag

23. In alinea 6 worden honden genoemd die naar het buitenland verkocht worden vanuit kleine hondenkennels.
Welke kritiek heeft Sandra Blonk op de trainers van deze honden?
A
Ze hebben gebrek aan deskundigheid
B
Ze trainen de honden in te kleine groepen
C
Ze verkopen honden tegen veel te lage prijzen
D
Ze verkopen hun honden via Internet

Slide 37 - Quizvraag

24. Op welke twee punten heeft Van den Broek kritiek op de training van speurhonden in China?
Twee van de onderstaande antwoorden
Max. 1 punt  (1 antwoord = 0 punten)
− grootschaligheid
− gebrek aan aandacht
− te weinig moeite
− te weinig tijd

Slide 38 - Tekstslide

25. Wat is het belangrijkste doel van de schrijver met de tekst Speurhond gezocht?
A
De lezer aansporen op de juiste manier speurhonden aan te kopen
B
De lezer informeren over het succes van Nederlandse speurhonden
C
De lezer overtuigen van het nut van goede speurhonden
D
De lezer waarschuwen dat het vaak misloopt bij hondentraining

Slide 39 - Quizvraag

26. Hoe kun je de inhoud van alinea 10 het beste weergeven?
A
Er wordt een conclusie uit de tekst getrokken
B
Er wordt een nieuw gegeven aan de tekst toegevoegd.
C
Er wordt een samenvatting van de tekst gegeven
D
Er wordt een waarschuwing uitgesproken

Slide 40 - Quizvraag

27. Wat is de hoofdgedachte van de tekst Speurhond gezocht?
A
Dankzij goede fokschema's kan Nederland kwalitatief goede speurhonden leveren over de hele wereld
B
Door liefde voor en kennis van honden is Nederland de grootse leverancier van goede speurhonden in de wereld
C
Het trainen en het verhandelen van nieuwe speurhonden veranderen steeds meer in de wereld
D
Ook politieke veranderingen hebben invloed gehad op de positie van Nederland als exportland van speurhonden

Slide 41 - Quizvraag

Totaalscore

Maximumscore 
23 punten

Voor deze opdrachten 
11 punten =  cijfer 5

Slide 42 - Tekstslide