*Woordsoorten paragraaf 2, havo 1

Woordsoorten paragraaf 2
- Zelfstandig naamwoord
- lidwoord

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordsoorten paragraaf 2
- Zelfstandig naamwoord
- lidwoord

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de lessenserie kun je zelfstandige naamwoorden en lidwoorden herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Welke woordsoorten ken je nog?

Slide 3 - Woordweb

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

vriendschap
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Quizvraag

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

vliegen
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Quizvraag

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

werken
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quizvraag

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

neef
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Quizvraag

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

walrus
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Quizvraag

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

Peter
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quizvraag

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

zij
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

gevlucht
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

Is onderstaand woord een zelfstandig naamwoord of niet?

Zutphen
A
Wel een zelfstandig naamwoord
B
Geen zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Zelfstandig naamwoord
Mensen, dieren, planten, dingen, gevoelens enz. Je kunt er vaak een lidwoord voor zetten. Let op: eigennamen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Daar kun je meestal geen lidwoord voor zetten. 

liefde, Leliestraat, Carolien, steen, bureau, Noordzee

Slide 13 - Tekstslide

Bepaald en onbepaald lidwoord 
Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord. Soms staat er tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord nog een ander woord. 

de schoen - de rode schoen 

Slide 14 - Tekstslide

Bepaald en onbepaald lidwoord
We onderscheiden twee soorten lidwoorden. 
Bepaald lidwoord: de en het (blw)
Onbepaald lidwoord: een (olw)

de pen  - een pen 

Slide 15 - Tekstslide

Soms geen lidwoord
De woorden 'het' en 'een' zijn soms geen lidwoord. 
Als het niet bij een zelfstandig naamwoord hoort, is het geen lidwoord: het waait, het is heel gezellig, het is vijf uur. 

Als je een uitspreekt als één (1), dan is het ook geen lidwoord: Een van hen is mijn neef. Geef mij er ook maar een. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 t/m 4 van cursus 5 woordsoorten, paragraaf 2 op Nieuw Nederlands online 

Slide 17 - Tekstslide