2.8 Erfelijkheidsonderzoek M3

Erfelijkheidsonderzoek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Erfelijkheidsonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

leerdoel
Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen

Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deze les

Uitleg over erfelijkheidsonderzoek

Je kan 2 manieren noemen om erfelijk materiaal te onderzoeken
Je kunt uitleggen wat een drager is en waarom dit soms handig is om te weten

Slide 3 - Tekstslide

Genetisch advies
Erfelijkheidsonderzoeker onderzoekt de chromosomen van iemand. 

Wat kan hij daaraan zien?
Of  het DNA informatie heeft voor een erfelijke ziekte

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Drager 
Sommige mensen zijn zelf niet ziek, maar kunnen wel een ziekte doorgeven. 

Hoe kan dit?
Chromosomen hebben de erfelijke informatie voor een ziekte

Slide 6 - Tekstslide

B8: Erfelijkheidsonderzoek
Th3: Erfelijkheid
 Erfelijkheidsonderzoeker onderzoekt de chromosomen

Slide 7 - Tekstslide

Pre-nataal onderzoek
Bij embryo’s en foetussen kan ook erfelijkheidsonderzoek worden gedaan. Hiermee kun je al vóór de geboorte van een kind ziekten en/of afwijkingen vinden.
  • echoscopie
  • NIPT (niet-invasieve prenatale test)
  • vlokkentest
  • vruchtwaterpunctie

Slide 8 - Tekstslide

Stelling:
Het is goed dat je met prenataal onderzoek erachter kan komen of jouw ongeboren kind bijvoorbeeld het syndroom van down heeft.

Slide 9 - Open vraag

Echoscopie 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Nipt

Bloed van de moeder bevat een beetje DNA van de baby.
Dit wordt onderzocht op afwijkingen. 
Niet-invasieve prenatale test

Vanaf de 11e week 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Vlokkentest
Weefsel wordt uit de placenta gehaald en getest op afwijkingen in het dna.
  • taaislijmvliesziekte
  • geslachtsbepaling
Vanaf de 8e week

Slide 14 - Tekstslide

Vruchtwaterpunctie
  • 16e week v.d. zwangerschap
  • Vanuit het vruchtwater worden cellen van het embryo gevangen om te onderzoeken

Slide 15 - Tekstslide

Vlokkentest en vruchtwaterpunctie
Kans op miskraam is in beide gevallen groter en wordt dus alleen gedaan als er een medische reden is:
  1. Uit de NIPT blijkt dat er een verhoogde kans is op een erfelijke ziekte
  2. Vrouw heeft enkele malen een miskraam gehad
  3. Erfelijke ziekte in familie

Slide 16 - Tekstslide


Hier zie je
A
de vlokkentest
B
postnataal onderzoek
C
vruchtwater-punctie
D
NIPT-test

Slide 17 - Quizvraag

Bij een vruchtwaterpunctie wordt weefsel uit de placenta weggehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Erfelijkheidsonderzoek kan al voor de geboorte worden getest.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het geslacht van het kind bepalen?
A
Alleen bij de echoscopie
B
Bij de vlokkentest en de vruchtwaterpunctie
C
Bij de echoscopie en de NIPT test
D
Bij de echoscopie, de vlokkentest, de vruchtwaterpunctie en de NIPT- test

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding zie je
een vorm van
erfelijkheidsonderzoek.

Wat zie je?
A
een NIPT test
B
een vlokkentest
C
een vruchtwaterpunctie
D
Hier telt men bacteriën

Slide 21 - Quizvraag

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het erfelijk materiaal van het ongeboren kind NIET onderzoeken?
A
Echoscopie
B
Vruchtwaterpunctie
C
Vlokkentest
D
NIPT- test

Slide 22 - Quizvraag


Wanneer is iemand drager van een gen die een ziekte veroorzaakt?
A
Als die persoon de ziekte heeft.
B
Als die persoon het gen voor de ziekte heeft, maar pas op latere leeftijd ziek wordt.
C
Als die persoon het gen voor de ziekte heeft, maar de ziekte niet tot uiting komt.

Slide 23 - Quizvraag