H3 spelling blok 2 trema

H3 spelling blok 2 trema
Leerdoel: het trema correct gebruiken.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 spelling blok 2 trema
Leerdoel: het trema correct gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Trema
Het trema (of deelteken) gebruik je als twee klinkers uit verschillende lettergrepen naast elkaar staan die je als één klank zou kunnen uitspreken. Om dat te voorkomen, zet je een trema boven de klinker waarmee de nieuwe lettergreep begint.

Voorbeelden: naïef, reünie, pinguïn

Slide 2 - Tekstslide

Regel 1
Gebruik een trema als je een klank in een woord verkeerd zou kunnen uitspreken.

Voorbeelden: geëist, beïnvloed

Slide 3 - Tekstslide

Regel 2
Gebruik een trema in samengestelde telwoorden:

Voorbeelden: tweeënhalf, drieëndertig

Slide 4 - Tekstslide

Regel 3
Gebruik géén trema, maar een koppelteken in andere samenstellingen.

Voorbeelden: gala-avond, auto-ongeluk

Slide 5 - Tekstslide

Regel 4
Gebruik géén trema als je het woord niet verkeerd kunt uitspreken.

Voorbeelden: commercieel, geobsedeerd

Slide 6 - Tekstslide

Regel 5
Sommige leenwoorden krijgen géén trema.

Voorbeelden: opticien, museum

Slide 7 - Tekstslide

Goed of fout gespeld?

Slide 8 - Tekstslide

atheneum
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

vacuüm
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

petroleüm
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

auto-ongeluk
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

financien
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

lesbiënne
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

reëel
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

paginaïndeling
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

poëzie
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

geërfd
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

hygiene
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

lawaaïg
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

na-apen
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

congierge
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

naoorlogs
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Zelf maken
Blok 2 spelling
online methode
opdracht 1, 2 en 3

Slide 25 - Tekstslide