Theorieles blok 2.3 - les 1

Theorieles Specifiek
Blok 2.3 - Les 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
tandartsassistentMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Theorieles Specifiek
Blok 2.3 - Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
  • Welkom
  • Eindopdracht
  • Leerdoelen
  • Voorkennis
  • Theorie
  • Vragen
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht
Aan het eind van deze themakaart moet je een toets op papier maken. 
Dit is de eindopdracht. In deze toets komen vragen aan bod die over de theorie en praktijk gaan. Deze toets moet met een voldoende afgesloten zijn om de eindopdracht te behalen.

Je levert in Cumlaude een blanco document in met je naam erop en als titel ‘Toets op papier 2.3’. Dan kunnen wij de beoordeling van de toets invullen en feedback geven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 1
  • Je kunt de verschillende vormen van opbouwen benoemen,(voor vulling of kroon).
  • Je kunt omschrijven wanneer je welke opbouw toepast
  • Je kunt uitleggen in welk geval er voor een intra opbouw wordt gekozen
  • Je kunt de stappen van bovenstaande behandeling uitleggen
  • Je kunt uitleggen wat de directe en indirecte methode betekend
  • Je kunt de kauwspieren benoemen en weet de functie tijdens het kauwproces


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis testen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwspieren zijn skeletspieren. Wat wil dit zeggen?

Slide 6 - Open vraag

Ze zitten vast aan het skelet, de schedel. 
Wat is de Latijnse naam voor ‘spier’?
A
Glandula
B
Nervus
C
Musculus
D
Origo

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de vier belangrijkste kauwspieren

Slide 8 - Open vraag

musculus masseter
musculus temporalis
musculus pterygoideus lateralis
musculus pterygoideus medialis.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Musculus masseter
Musculus temporalis
Musculus pterygoideus lateralis
Musculus pterygoideus medialis
Bij aanspanning trekt deze spier de onderkaak en de discus articularis naar voren.
Hij helpt bij het sluiten van de mond en bepaalt de kauwdruk
Bij aanspanning trekt deze spier de OK naar boven: mond gaat dicht. Ook wordt de OK naar achteren getrokken.
Als deze spier samentrekt, gaat de mond dicht. Ook bewegen de onderkaak en de discus articularis naar voren.

Slide 10 - Sleepvraag

Discus articularis = kraakbeenschijf; dit zit in ieder kaakgewricht (aan beide zijden van de kaak één)
Wat betekent de term origo?

(meteen door naar volgende vraag)
A
Het aanhechtingspunt aan het meest beweeglijke botstuk
B
Het aanhechtingspunt van de spier aan het minst beweeglijke botstuk

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het aanhechtingspunt aan het meest beweeglijke botstuk is de:
A
Origo
B
Insertie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kauwspieren, wat doen ze?
Bewegen OK t.o.v. de schedel
  • Kauwen
  • Spreken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysiologie (bewegingen OK)
Processus condylaris (kaakkopje)

Twee bewegingen:
  • Rotatie (a)
  • Translatie (b)
Openen: rotatie, daarna translatie


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewegingen 
Circumductie = combinatie van bewegingen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kauwproces
Samenwerking tussen:
  • Kauwspieren
  • Tongspieren
  • Suprahyoïdale spieren (mondbodem)
  • Mimische spieren

= Kauwpatroon


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwpatroon 
Doel: met een minimaal verbruik van energie een maximum aan efficiëntie bereiken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwpatroon 
  • Ontwikkelt na doorbraak eerste melkelementen
  • Wanneer elementen contact maken
  • Gedeeltelijk reflexmatig, gedeeltelijk bewust
  • Past zich aan nieuwe situatie aan
  • Onderscheid tussen vrije en contactbewegingen

Vrij: elementen raken niet (openen en sluiten)
Contact: elementen maken contact (kauwen)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een intrapulpaire stift?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke eis moet het element voldoen voordat er een intrapulpaire stift geplaatst wordt?
A
Het kanaal moet goed gereinigd/gevijld zijn
B
Het kanaal moet lang genoeg zijn
C
Het kanaal mag niet te dik zijn
D
De stift moet van metaal zijn

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Parapulpair
Titanium / stainless steel

Intrapulpair
Metaal / glasvezel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw
Plastisch: composiet, door TA gemaakt
Gegoten: door tandtechnieker gemaakt

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Codes
  • Intrapulpair V80
  • Volgende stift in zelfde element V85
  • Plastische opbouw R31

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie leerdoelen
Je kunt nu
  • de verschillende vormen van opbouwen benoemen,(voor vulling of kroon).
  • omschrijven wanneer je welke opbouw toepast
  • het verschil tussen een intrapulpaire en parapulpaire stiftopbouw beschrijven
  • uitleggen in welk geval voor een intra of parapulpaire opbouw wordt gekozen
  • de stappen van bovenstaande behandeling uitleggen
  • uitleggen wat de directe en indirecte methode betekend
  • de kauwspieren benoemen en weet de functie tijdens het kauwproces

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slot
Maak de volgende opdracht:
Opdrachtenkaart 2.3, theorieles 1

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies