NOVA H1.1 lading en spanning

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Lesplanning

0 min    

2 min    Uitleggen doelen deze les

5 min    Theorie uitleg

15 min  Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole

35 min Filmpje

Inhoud	Werkvorm
Ontvangst	Individueel
Nieuwe Lesdoelen uitleggen	Klassikaal
Theorie uitleg	Klassikaal
Zelfstandig werken	Zelfstandig
Filmpje	Klassikaal
Opgaven uitwerken	Samenwerken
Afsluiting herhalen doelen deze les	Klassikaal
Exit ticket invullen	Individueel

Lesplanning

Lesdoelen

• Je kunt noemen welke twee soorten lading er zijn
• Uitleggen hoe ladingen elektrische krachten op elkaar uitoefenen
• Uitleggen wat elektrische stroom is
• Uitleggen wat nodig is voor een blijvende stroom
• Uitleggen hoe een spanningsbron stroom veroorzaakt
• Uitleggen wat de betekenis van het begrip spanning is
• Bronnen van elektrische spanning noemen
  

Stroomkring

• Gesloten
•  Geleider
• Isolator
• Voeding / batterij / accu
•  Belasting / toestel

Bouw het volgende schema na:

Stroomkring

• Gesloten
•  Geleider
• Isolator
• Voeding / batterij / accu
•  Belasting / toestel

Wat is een Spanningsbron?

• Vergelijking met de Pomp in een CV -installatie
• Pomp stuwt water rond

• Spanningsbron (U) zorgt ervoor dat de Stroom (I)  rond gaat in een Stroomkring

Stroomsterkte

Door een stroomkring gaat een stroom. De stroomsterkte geeft aan hoe groot de stroom is. De stroomsterkte wordt aangegeven met de eenheid Ampère. 

Grootheid = Stroomsterkte = I

Eenheid = Ampère = A

Behandelen opdrachten

Opdrachten 1, 2, 7

  

Herhaling

• Je kunt noemen welke twee soorten lading er zijn
• Uitleggen hoe ladingen elektrische krachten op elkaar uitoefenen
• Uitleggen wat elektrische stroom is
• Uitleggen wat nodig is voor een blijvende stroom
• Uitleggen hoe een spanningsbron stroom veroorzaakt
• Uitleggen wat de betekenis van het begrip spanning is
• In een stroomkring de richting van de stroom en elektronen aangeven
• Toepassingen van elektrische stroom noemen

Serie schakeling

De lampjes staan allebei in dezelfde stroomkring. 

Als lampje 1 stuk gaat, is de stroomkring niet meer gesloten. Hierdoor zal lampje 2 ook uit gaan. 

Parallel schakeling

Elk lampje heeft zijn eigen stroomkring. 

Als er 1 lampje stuk gaat, kan de andere gewoon blijven branden.