blok 4 jij en de wereldhandel

Planning
Blok 3 opdracht 20
Quizlet
Blok 4: 1, 2, 5, 6, 9, 11, 13
Nakijken - zie studiewijzer
Hoe ga ik verder leren? Ken ik alles van de leerdoelenlijst?


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
Blok 3 opdracht 20
Quizlet
Blok 4: 1, 2, 5, 6, 9, 11, 13
Nakijken - zie studiewijzer
Hoe ga ik verder leren? Ken ik alles van de leerdoelenlijst?


Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 20 blok 3
  • Wie als eerst al goede antwoorden heeft ingevuld plus het woord goed heeft geraden met uitleg wint een prijsje.
  • Je werkt in tweetallen
  • Vul alle antwoorden goed in
  • Kortom: maak 20a 20b en 20c. Wie dat als eerst af heeft wint.
  • Succes!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wat gaan we doen?
We gaan het dit keer anders doen. 'andersom'  Je zoekt de juiste vraag bij het antwoord.
Succes!!  
Je bedenkt een vraag bij het antwoord. 
Dit ga je in groepen van 3 of 4 personen doen. Ga als groep bij elkaar zitten. Hiervoor heb je ongeveer 10 minuten. Dit schrijf je op een A-3 papier

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht

  • - Republiek
  • - VOC
  • -Het recht om forten te bouwen, monopolie handel in specerijen, het recht om oorlog te voeren
  • -Indische boeren verbouwden cultuurproducten op 1/5 deel van hun land en -de opbrengst
  • -Onderwijs, Irrigatie, gezondheidszorg en emigratie


Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Waarom daar?
Multinationals kiezen voor hun productie niet altijd voor de armste landen. Ze gaan niet naar: 
een land waar veel onrust is of de regering onbetrouwbaar is. 
een land waar de stroom vaak uitvalt of waar geen goede wegen en havens zijn.  
Milieuheffing = een extra belasting die bedrijven moeten betalen als ze het milieu vervuilen. Een milieuheffing kan ook een reden zijn voor een bedrijf om voor de productie naar een ander land te gaan.  
 
 

Slide 7 - Tekstslide

Vrije handel
Vrije handel = handel tussen landen als er geen invoerheffingen zijn. 
 
Invoerheffingen maken producten uit andere landen duurder voor een koper. Het is dan goedkoper om een product uit het eigen land te kopen. 

Slide 8 - Tekstslide

De rol van de overheid
Doel multinationals = maken van winst. 
Rol overheid: zorgen voor welvaart en welzijn voor de bevolking. 
Bedrijven hebben veel macht, omdat multinationals meer geld hebben dan overheden. 
 
In China: overheid heeft grote invloed. 
Pas na 1980 mochten ook buitenlandse bedrijven zich in China vestigen. 
Die steden groeiden snel.

Slide 9 - Tekstslide

De poort van Europa
Rotterdam is naast doorvoerhaven ook:
Distributiehaven: containers worden na aankomst in de haven naar verschillende bestemmingen gebracht = distributie.

Rotterdam is ook een industriehaven omdat er veel fabrieken staan waar producten die per schip worden aangevoerd worden verwerkt. 

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen Blok 4
-Je kan uitleggen dat wereldhandel voor veranderingen op de arbeidsmarkt zorgt.
-Je kan vertellen waarom banen uit Nederland verdwijnen en in welke sector er banen bij komen. 
-Je kan uitleggen waarom arbeidsintensieve arbeid in lagelonengelanden gedaan wordt.
-Je kan een vergelijking maken tussen de arbeidsomstandigheden in 1900 en nu.

 

Slide 11 - Tekstslide

Meer banen en meer welvaart, of toch niet? 
Door de mondialisering/globalisering is er 
  • ENERZIJDS MEER WERK => In de haven van Rotterdam komen veel spullen binnen en die moeten naar andere Europese landen gedistribueerd en doorgevoerd worden. 
  • ANDERZIJDS MINDER WERK =>  Doordat mensen uit andere delen van de wereld steeds  beter opgeleid zijn, nemen zij steeds meer werk over zoals ontwikkelen van software en bij bijvoorbeel helpdesks en callcenters.  

Slide 12 - Tekstslide

Schengenlanden
Landen die hun onderlinge grenzen hebben opgeheven. Vrij verkeer van personen is hierdoor mogelijk.

Slide 13 - Tekstslide

Verandering en continuïteit
Continuïteit: Als er sprake is van continuïteit blijven de omstandigheden ongeveer gelijk ten opzichte van eerder. 

Verandering: Als de omstandigheden veranderen of veranderd zijn ten opzichte van eerder. 

Noteer tijdens het kijken van twee video's  (Daens en Tian Yu maakt onze IPhones) waar sprake is van continuiteit en waar sprake is van verandering. 
 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Link

Waar is sprake van continuïteit? en verandering?

Slide 17 - Open vraag

Opdrachten
Blok 4: lezen blauwe leerteksten
Maken: 1, 2 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14

Slide 18 - Tekstslide

De Republiek
A
Een land zonder leider heet:
B
Een land met een koning heet:
C
De naam van de zeven noordelijk provincies in de Nederlanden die onafhankelijk werden is: .
D
De naam van de provincies die Filips II steunden is:

Slide 19 - Quizvraag

Naamloze Vennootschap
A
Een bedrijf dat in meerdere landen filialen heeft heet een:
B
Een bedrijf dat in handen in van aandeelhouders heet een:
C
Een bedrijf waarvoor nog een naam bedacht moet worden heet een:
D
Een bedrijf dat in handen in van één eigenaar heeft een:

Slide 20 - Quizvraag

Het recht om forten te bouwen, het monopoly op de handel in specerijen, het recht om oorlog te voeren.
A
Elke Hollandse rederij had de volgende rechten
B
De VOC had de oorlog gewonnen en kregen toen de volgende rechten:
C
Naast slavenhandel had de VOC ook de volgende rechten:
D
De VOC kreeg van de Staten Generaal de volgende rechten:

Slide 21 - Quizvraag


Indische boeren verbouwden cultuurproducten op 1/5 deel van hun land en de opbrengst van de goederen ging naar de Nederlandse schatkist.
A
Wat houdt het cultuurstelsel in?
B
Wat houdt een handelsmonopolie in?
C
Hoe handelde de Nederlandse Handels Maatschappij?
D
Wie dwongen de boeren om te werken in het cultuurstelsel?

Slide 22 - Quizvraag

-Men had behoefte aan grondstoffen en een afzetmarkt
-Met wilde de superieure cultuur verspreiden
-Met wilde laten zien hoe machtig men was
-
A
Waarom vonden Europese landen Modern Imperialisme belangrijk?
B
Wat houdt Ethische politiek in?
C
Waarom vonden Europese landen koloniën belangrijk?
D
Waarom veranderde er aan het cultuurstelsel na 1870?

Slide 23 - Quizvraag



Onderwijs, Irrigatie, gezondheidszorg en emigratie
A
Wat past bij de rechten van de VOC?
B
Wat past bij het Cultuurstelsel?
C
Wat past bij Modern Imperialisme?
D
Welke maatregelen horen bij de Ethische Politiek?

Slide 24 - Quizvraag


Dit gebeurde omdat zij te weinig investeerden in modernisering, er sprake was van corruptie en het bedrijf teveel dividend uitkeerde.
A
Waarom ging de VOC failliet in 1602?
B
Waarom ging de VOC failliet in 1799?
C
Welke redenen behalve de oorlog met de Engelsen maakten dat de VOC failliet ging?
D
Waarom ging het Cultuurstelsel failliet?

Slide 25 - Quizvraag