In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Lesplanning
Testje, wat weten jullie
Korte uitleg
Maken opdrachten
Opnieuw een testje
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van de les:
Kunnen jullie een recept omrekenen.
Kunnen jullie de verschillende gewichten en inhoudsmaten herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
Rekenen met recepten
Waarom?
Wat is de aanpak?
Slide 4 - Tekstslide
1 kilo is
A
2 ons
B
4 pond
C
4 ons
D
2 pond
Slide 5 - Quizvraag
0,9 gram =
A
900 gram
B
9 gram
C
9000 gram
D
90 gram
Slide 6 - Quizvraag
0,05 kg
A
500 gram
B
50 gram
C
5 gram
D
0,5 gram
Slide 7 - Quizvraag
20 ons =
A
2 pond
B
200 gram
C
2 kilo
D
20 kilo
Slide 8 - Quizvraag
2 gram =
A
20.000 miligram
B
2000 miligram
C
200 miligram
D
20 miligram
Slide 9 - Quizvraag
80 gram=
A
8000 miligram
B
800 miligram
C
80.000 miligram
D
80 miligram
Slide 10 - Quizvraag
1 kilo=
A
100 gram
B
1000 gram
C
10.000 gram
D
100.000 gram
Slide 11 - Quizvraag
0,1 hg
A
10 dg
B
100 dg
C
1 dg
D
1000 dg
Slide 12 - Quizvraag
Bij twee supermarkten zijn er aanbiedingen. Supermarkt 1 heeft 250 gram kip voor 2,15 euro en bij Supermarkt 2 kost 100 gram kip 0,75 euro. Welke supermarkt is het goedkoopst?
A
supermarkt A
B
Supermarkt B
Slide 13 - Quizvraag
In een zak chips zit normaal altijd 500 gram. Nu krijg je 40% extra. Hoeveel gram zit er nu in?
A
500 gram
B
700 gram
C
200 gram
D
70 gram
Slide 14 - Quizvraag
Toen Nora werd geboren woog ze 4230 gram. Nu is de wijkverpleegkundige geweest en Nora weegt nu 6960 gram. Hoeveel gram is Nora zwaarder geworden?