Je gebruikt de present continuous om aan te geven dat iets nu aan de gang is. In de zin staan dan vaak woorden als: now, right now, at the moment
Slide 4 - Tekstslide
Present continuous
Je maakt de present continuous door de tegenwoordige tijd van to be (am / are / is) + werkwoord + -ing
I ............... (to play) a game right now.
Slide 5 - Tekstslide
Present continuous
to be (am / are / is) + werkwoord + -ing
He ............... (to watch) a movie at the moment.
Slide 6 - Tekstslide
Present continuous
to be (am / are / is) + werkwoord + -ing
They ............. (to follow) their English class at the moment.
Slide 7 - Tekstslide
Some <> Any
Some en any betekenen allebei enige / enkele / een paar
not ... any betekent geen
Slide 8 - Tekstslide
Something / anything
=
A
iemand
B
niets
C
iets
D
nergens
Slide 9 - Quizvraag
somebody / anybody
A
niets
B
ergens
C
iemand
D
iets
Slide 10 - Quizvraag
someone / anyone
A
ergens
B
iets
C
nergens
D
iemand
Slide 11 - Quizvraag
somewhere / anywhere
A
iets
B
ergens
C
niets
D
nergens
Slide 12 - Quizvraag
not ... anything
A
iets
B
niets
C
eventueel
D
iemand
Slide 13 - Quizvraag
not ... anybody
A
niemand
B
niets
C
nergens
D
iemand
Slide 14 - Quizvraag
not ... anyone
A
niks
B
nothing
C
niemand
D
nergens
Slide 15 - Quizvraag
not ... anywhere
A
niemand
B
vaak
C
iets
D
nergens
Slide 16 - Quizvraag
WRITING
Slide 17 - Tekstslide
Tips
Van goede lezer naar goede schrijver: Bestudeer goed hoe anderen bepaalde zinnen schrijven. Als je zelf niet zo goed zinnen kunt bedenken, dan helpt het om eerst bestaande zinnen over te schrijven en er later je eigen zinnen van te maken
Slide 18 - Tekstslide
Tips
Houd het simpel: Je hebt misschien de neiging om lange volzinnen te schrijven, maar je kunt je verhaal net zo goed overbrengen in korte, simpele zinnen.
Slide 19 - Tekstslide
Tips
Gebruik de actieve vorm: Door in de actieve vorm te schrijven houd je de aandacht van je lezers vast. Bijvoorbeeld: He walks to school.
Slide 20 - Tekstslide
Tips
Schrijf eerst, lees later: je tekst hoeft niet in een keer perfect te zijn. Probeer eerst vrij te schrijven zonder tussendoor je tekst aan te passen. Lees je tekst daarna door en verbeter foutjes, herschrijf zinnen of voeg nieuwe zinnen toe.
Slide 21 - Tekstslide
Tips
Let op de structuur: Zorg ervoor dat je je tekst opbouwt in een logische volgorde
Slide 22 - Tekstslide
Writing
You went on a holiday to England and rented a bike at Best Bikes. Unfortunately, you got a flat tyre. You write a review for Best Bikes in which you explain what happened and how you fixed your problem.
HOW: Work alone.
TIME: You have 15 minutes.
DONE?: Work on UNIT 3: Lesson 2.
timer
15:00
Slide 23 - Tekstslide
Reading
Page 67-68
Slide 24 - Tekstslide
Summary
What did we just read?
Slide 25 - Tekstslide
Time to work on your homework
WHAT: Work on UNIT 3: Lesson 2
DONE?: Work on verwerkingsopdrachten / other homework / practice exams