BTW

BTW
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo b, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BTW

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt:
  • Het bedrag van de voorbelasting berekenen
  • Het bedrag van de te betalen btw berekenen
  • Het bedrag van de te verrekenen btw berekenen

Je weet:
  • Wat indirecte belasting is
  • Dat btw geen kosten en opbrengsten zijn


Slide 3 - Tekstslide

Waarvoor staan de letters BTW
A
Belasting over de toegevoegde winst
B
Bedrag over de toegevoegde waarde
C
Belasting over de toegevoegde waarde
D
Bedrag over de toegevoegde winst

Slide 4 - Quizvraag

Welke BTW-tarieven kennen we in Nederland.
A
21%, 9% & 0%
B
21%, 6% & 0%
C
19%, 9%,0%

Slide 5 - Quizvraag

BTW

Slide 6 - Tekstslide

Wie betaald btw?
A
De ondernemer
B
De consument
C
De ondernemers en consumenten
D
Soms de ondernemers, soms de consument.

Slide 7 - Quizvraag

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan de producten.

De producten worden steeds geschikter voor de consument.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van toegevoegde waarde

Slide 9 - Woordweb

Hoe bereken je de toegevoegde waarde?
Toegevoegde Waarde = Waarde van het verkopen - (de waarde van de ingekochte grond- en hulpstoffen, halffabrikaten en diensten van andere bedrijven)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe bereken je de brutowinst?
A
Inkoopprijs + verkoopprijs
B
Inkoopprijs + btw
C
Verkoopprijs - inkoopprijs
D
Verkoopprijs : inkoopprijs

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Heb je het begrepen?
Maak de som
Controleer je antwoord met je  buurvrouw / buurman
Hebben jullie een verschillend antwoord probeer het dan eens te worden met elkaar.
Lukt dat niet, schakel dan de hulplijn in.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
De consumentenomzet van een fietsenzaak is € 30.250 dit kwartaal. De inkoopwaarde van de omzet bedroeg  is € 20.570.
a. Bereken de voorbelasting
b. Bereken de te betalen btw
c. Bereken het bedrag te verrekenen btw
d. Controleer of de eigenaar btw over de toegevoegde waarde betaalt.

Slide 19 - Tekstslide

Samenvattend
https://www.youtube.com/watch?v=7JouOHYmPWE

Slide 20 - Tekstslide

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll