H1 Stoffen en materialen

Welkom bij het vak:Mens en Natuur

Klas 1

H1 Stoffen en materialen

Klas 1 

Mens en natuur 

Leerdoelen 

1. Eigenschappen van stoffen onderzoeken:

   Ik kan onderzoeken hoe stoffen zich gedragen en patronen herkennen.

2. Fasen van stoffen uitleggen:

   Ik kan met een model laten zien hoe moleculen in verschillende fases bewegen.

3. Dichtheid bepalen:

   Ik kan de dichtheid van verschillende vaste stoffen vergelijken.

4. Zinken of drijven testen:

   Ik kan aantonen of een voorwerp in water zinkt, zweeft of drijft.

1. Eigenschappen van stoffen onderzoeken:

 Kookpunt:

Het kookpunt is de temperatuur waarbij een vloeistof begint te koken en verandert in gas, zoals water dat kookt bij 100°C.

Smeltpunt:

Het smeltpunt is de temperatuur waarbij een vaste stof begint te smelten en verandert in vloeistof, zoals ijs dat smelt bij 0°C.

Wat is het kookpunt van water?

Doen 

1. Maak groepjes van 4 
2.  Groepje 1 krijgt hout, groepje 2 krijgt zout, groepje 3 krijgt suiker en groepje 4 krijgt aluminiumfolie.

   3. Noteer van deze stoffen 4 eigenschappen (bijv. kleur, geur, hardheid en zachtheid).

Bespreken

• Elke groepje benoemt zijn of haar stof 
•  Vervolgens krijgt elke groepslid de beurt om 1 stofeigenschap op te noemen

2. Fasen van stoffen uitleggen:

Doen 

1. Over enkele ogenblikken laat ik 3 stoffen zien. 
2. We gaan in dezelfde groepjes aan de slag
3. Noteer van elke stof de naam
4. En noteer ook of dit in een vaste, vloeibare of gasvormige toestand zit
5. schrijf de bovenstaande op een post-it en overleg met je groepje

1. Noteer van deze stof de naam
   
2. En noteer ook of dit in een vaste, vloeibare of gasvormige toestand zit
3. schrijf de bovenstaande op een post-it en overleg met je groepje

1. Noteer van deze stof de naam
2. En noteer ook of dit in een vaste, vloeibare of gasvormige toestand zit
3. schrijf de bovenstaande op een post-it en overleg met je groepje

1. Noteer van deze stof de naam
   
2. En noteer ook of dit in een vaste, vloeibare of gasvormige toestand zit
   
3. schrijf de bovenstaande op een post-it en overleg met je groepje

Klassikaal bespreken 

                                                                dichtheid

                                                      = dichtheid

3. Dichtheid bepalen:

dichtheid is een ......

1. raar getal
2. getal, maar kan je niet uitrekenen
3. stofeigenschap
4. plaats in natuurland

De dichtheid van de badeend is ...... de dichtheid van water

1. groter dan
2. kleiner dan
3. gelijk aan
4. Dat kun je niet zien

4. Zinken of drijven testen:

Doen 

• In groepjes van 2 
• benodigdheden: bakje met water, knikker, blikje cola en eikenhout
• Wat denk je dat  er zal gebeuren met de bovenstaande voorwerpen als  je deze in een bak met water zet?

Wat doet de knikker (20g)?

1. drijven
2. zinken

Wat doet het blikje Coca Cola light (330ml) ?

1. drijven
2. zinken

Eikenhout wordt in water gedaan. Eikenhout zal

1. Zinken
2. Drijven

Afsluiten 

Wat hebben jullie vandaag geleerd?

Huiswerk

  Bestudeer de begrippen kookpunt, smeltpunt en dichtheid goed!